ECLI:NL:RBNHO:2025:7070

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
11656217
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging termijn voor afleggen verklaring van verwerping of aanvaarden nalatenschap

Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in een civiele zaak betreffende de nalatenschap van een overleden persoon. Verzoekster, vertegenwoordigd door notaris mr. M. Moga, had primair verzocht om de inschrijving van beëdigde verklaringen van verwerping van de nalatenschap in het boedelregister. Subsidiair vroeg zij om een verlenging van de termijn voor haar minderjarige kind om een keuze te maken tussen aanvaarding of verwerping van de nalatenschap. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 17 april 2025 was ingediend, waarin verzoekster de beëdigde vertalingen van de notariële verklaringen van verwerping had bijgevoegd. De kantonrechter constateerde echter dat er geen toestemming van een Spaanse rechtbank was gegeven voor de verwerping namens de minderjarige erfgenaam, wat leidde tot de afwijzing van het primaire verzoek. De kantonrechter oordeelde dat het de taak van de wettelijke vertegenwoordiger is om met rechterlijke machtiging de verklaring van verwerping af te leggen. Verzoekster vroeg ook om een verlenging van de termijn, die oorspronkelijk afliep op 20 april 2025. De kantonrechter oordeelde dat het redelijk was om deze termijn met vier maanden te verlengen, zodat deze zou aflopen op 20 augustus 2025. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. S.W.S. Kiliç.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer / rekestnummer: 11656217 \ EJ VERZ 25-135 (rvk)
Beschikking van 26 juni 2025
op het verzoekschrift van
[verzoekster],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: verzoekster,
gemachtigde: mr. M. Moga, notaris te Purmerend.
in de nalatenschap van
[erflaatster](hierna: erflaatster), geboren te Breda op [geboortedatum 1] 1944 en overleden op te Purmerend op 20 september 2024, laatst gewoond hebbende te Purmerend.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft bij verzoekschrift, ingekomen op 17 april 2025, primair verzocht om de bij het verzoekschrift gevoegde verklaringen over de verwerping van de nalatenschap van erflater in het boedelregister in te schrijven. Subsidiair heeft verzoekster verzocht om een nadere verlenging van de termijn van beraad ten gunste van haar minderjarige kind [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 2] 2008 (hierna: de minderjarige).
1.2.
In een e-mail van 25 april 2025 heeft verzoekster de beëdigde vertalingen van de notariële verklaringen van verwerping toegezonden. Met een e-mail van 12 juni 2025 heeft verzoekster een reactie gegeven naar aanleiding van telefonisch contact met de griffier op 3 juni 2025.

2.De feiten

Bij beschikking van 29 januari 2025 van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, is de termijn waarbinnen namens de minderjarige erfgenaam van erflaatster de verklaring van verwerping of aanvaarding afgelegd moet worden, verlengd tot 20 april 2025.

3.Het verzoek en de beoordeling daarvan

3.1.
Verzoekster heeft primair verzocht de beëdigde verklaringen van de notariële akten van verwerping van de nalatenschap van erflaatster namens de minderjarige erfgenaam en namens mevrouw [naam] in het boedelregister in te schrijven. De kantonrechter constateert dat in de bijgevoegde beëdigde vertalingen van de notariële akten niet is vermeld dat namens een rechterlijke instantie in Spanje toestemming is gegeven om de nalatenschap namens de minderjarige erfgenaam te verwerpen. In de e-mail van 12 juni 2025 schrijft verzoekster dat in de bijlage een toelichting is te lezen waarom er geen aanvullende toestemming van een rechtbank in Spanje vereist is. In de bijlage is echter geen toelichting opgenomen. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat die toestemming niet is gegeven en dat dus ook niet is gebleken dat naar Spaans recht deze toestemming niet vereist zou zijn. De kantonrechter wijst het primaire verzoek om de verwerping namens de minderjarige erfgenaam in het boedelregister in te schrijven dan ook af, nog daargelaten dat het de taak van de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige erfgenaam is om – met rechterlijke machtiging – de verklaring van verwerping af te leggen op de griffie van de rechtbank. De kantonrechter constateert voorts dat uit de overgelegde (vertaling van de) verklaring tot verwerping blijkt dat [naam] meerderjarig is. Zij kan uiteraard zonder rechterlijke machtiging de keuze maken om te aanvaarden of te verwerpen, maar zij moet zelf die verklaring afleggen op de griffie van de rechtbank. Ook dit verzoek wordt afgewezen.
3.2.
Verzoekster heeft subsidiair verzocht om de termijn waarbinnen de verklaring van verwerping of aanvaarding van de nalatenschap van erflaatster afgelegd moet worden, nogmaals te verlengen.
3.3.
Het verzoek tot nadere verlenging van de termijn van drie maanden is voor de afloop hiervan ingediend. De verlengde termijn liep namelijk af op 20 april 2025 terwijl het verzoekschrift op 17 april 2025 ter griffie is ingekomen. Nu het verzoekschrift tijdig is ingediend acht de kantonrechter het redelijk om de termijn te verlengen met vier maanden en wel tot 20 augustus 2025. Op deze manier kan namens de minderjarige erfgenaam een rechterlijke machtiging verkregen worden, waarmee de verklaring tot verwerping afgelegd kan worden. Namens de meerderjarige erfgenaam is geen (eerder) verzoek tot verlenging van de termijn ingediend. De verlenging van de termijn geldt dus uitsluitend voor de minderjarige erfgenaam.
3.4.
Indien de wettelijk vertegenwoordiger de bovengenoemde termijn laat verlopen zonder een keuze te hebben gemaakt, dan geldt de nalatenschap als door de minderjarige erfgenaam als beneficiair aanvaard.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst af het verzoek om de verklaringen van verwerping namens de minderjarige erfgenaam en mevrouw [naam] in het boedelregister in te schrijven;
4.2.
verlengt de termijn waarbinnen de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige erfgenaam een verklaring van beneficiaire aanvaarding of verwerping dienen af te leggen met vier maanden, zodat deze zal aflopen op 20 augustus 2025;
4.3.
bepaalt dat de griffier de bovengenoemde verlenging in het boedelregister doet inschrijven.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2025.