ECLI:NL:RBNHO:2025:7358

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
11593818 \ CV FORM 25-1734
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers voor vertraagde vlucht en verweer van vervoerder

In deze zaak hebben de passagiers compensatie van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, verzocht vanwege een vertraagde vlucht. De passagiers stellen dat zij een bevestigde boeking hadden voor een vlucht van Nice naar Amsterdam op 7 juli 2024, die vertraagd is uitgevoerd. De vervoerder betwist echter dat de passagiers een bevestigde boeking hadden voor deze vlucht en voert aan dat de overgelegde boekingsbescheiden betrekking hebben op een andere vlucht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen en heeft het verweer van de vervoerder gegrond verklaard. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers niet voldoende duidelijkheid hebben gegeven over hun verzoek, waardoor het verzoek wordt afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, die ongelijk krijgen in deze procedure. De kantonrechter heeft de beschikking op 2 juli 2025 in het openbaar uitgesproken, waarbij de proceskosten zijn begroot op € 135,00 aan salaris voor de gemachtigde van de vervoerder, en € 67,50 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van de beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11593818 \ CV FORM 25-1734
Uitspraakdatum: 2 juli 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1], wonende te [plaats 1]

2. [verzoeker 2]

3. [verzoeker 3]

beiden wonende te [plaats 2]
verzoekende partijen
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V. handelende onder de naam Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EasyJet Europe Airline GmbH
gevestigd te Wenen, Oostenrijk
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas (BK Legal)

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten.
2.2.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht.
2.3.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 112,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van een vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,- per persoon. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op het verzoek en het verweer zal nader worden ingegaan bij de beoordeling van het geschil

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De passagiers leggen aanvankelijk aan hun verzoek ten grondslag dat zij een bevestigde boeking hadden voor vlucht EC1754 van Londen naar Amsterdam. Verderop stellen zij echter aan dat zij een boeking hadden voor een vlucht van Nice naar Amsterdam, op 7 juli 2024. Zij stellen dat die laatste vlucht vertraagd is uitgevoerd.
4.3.
De vervoerder betwist het verzoek. Hij voert aan dat de passagiers geen bevestigde boeking hadden voor beide genoemde vluchten. Ook hebben de door de passagiers overgelegde boekingsbescheiden betrekking op (nog) een andere vlucht, aldus de vervoerder.
4.4.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Omdat hij gemotiveerd heeft betwist dat de passagiers een bevestigde boeking hadden voor de beide door hen genoemde vluchten, kan het verzoek van de passagiers niet slagen. Daarbij merkt de kantonrechter op dat het vorderingsformulier zodanig rommelig is opgesteld dat niet duidelijk is welke feiten zij aan het verzoek ten grondslag leggen. Van de passagiers mag worden verwacht dat zij op heldere en duidelijke wijze procederen, zodanig dat de kantonrechter goed wordt voorgelicht en de zaak op de juiste manier kan beoordelen. Bovendien moet voor de vervoerder duidelijk zijn waartegen hij zich moet verweren. De passagiers hebben niet aan die voorwaarde voldaan. Daarom zal het verzoek van de passagiers worden afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De wettelijke rente over de proces- en nakosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde, en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking, wat de proceskostenveroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.