ECLI:NL:RBNHO:2025:7369

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
11046179 \ CV EXPL 24-2356
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers compensatie gevorderd van de vervoerder, Turk Havayollari A.O. (Turkish Airlines), vanwege een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Istanbul op 9 februari 2023. De vervoerder heeft de annulering gerechtvaardigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een capaciteitsbeperking op de luchthaven van Istanbul door voorspelde sneeuwbuien. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering noodzakelijk was en dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de gevolgen van de annulering te beperken. De passagiers hebben onvoldoende bewijs geleverd om de stelling van de vervoerder te weerleggen. Daarom heeft de kantonrechter de vorderingen van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11046179 \ CV EXPL 24-2356
Uitspraakdatum: 2 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]
beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R. Bos (ProBe-ASP B.V., handelende onder de naam Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O. (Turkish Airlines)
gevestigd te Istanbul, Turkije
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L. Kloot (LVH Advocaten)
De zaak in het kort
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden, namelijk een capaciteitsbeperking vanwege slechte weersomstandigheden. Het verweer van de vervoerder slaagt en de vorderingen van de passagiers worden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 9 februari 2023 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Istanbul, Turkije, met vlucht TK1954 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag, te rekenen direct na de annulering tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,- per persoon. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.3.
Volgens de vervoerder was de annulering van de vlucht het gevolg van een capaciteitsbeperking op de luchthaven van Istanbul. Op de dag voordat de vlucht zou worden uitgevoerd, werden er sneeuwbuien voorspeld voor de dag erna. Daarom heeft een meteorologische commissie van de luchthaven de vervoerder verzocht om het aantal vluchten met 15% te verminderen om zo congestie op de luchthaven te voorkomen. De vervoerder moest hieraan meewerken. Hierop heeft de vervoerder meerdere vluchten geannuleerd, waaronder de vlucht in kwestie. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder onder meer naar weerrapporten, berichten van de meteorologische commissie en nieuwsberichten.
4.4.
De passagiers betwisten dit. Zij voeren aan dat het weer op de vluchtdatum uitstekend was. Daarnaast had de vervoerder ook kunnen kiezen om andere vluchten te annuleren, aldus de passagiers.
4.5.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben de passagiers onvoldoende gemotiveerd betwist dat er aan de vervoerder een capaciteitsbeperking is opgelegd. De omstandigheid dat de weerdienst geen onderdeel van de luchtverkeersleiding is, maakt dit niet anders. Ook de tegenwerping dat het (uiteindelijk) goed weer zou zijn geweest op de datum van de vlucht maakt dit niet anders, omdat de capaciteitsbeperking op de dag voorafgaand aan de vlucht werd ingesteld vanwege de voorspelde weersomstandigheden. Een capaciteitsbeperking kan een buitengewone omstandigheid kan zijn als de vervoerder toelicht dat hij vanwege de mate en duur van de beperking geen andere keuze had dan tot annulering van de vlucht over te gaan. De vervoerder is daarin geslaagd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de vervoerder met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop voldoende onderbouwd dat hij 15% van de vluchten op de vluchtdatum moest annuleren. Een luchtvaartmaatschappij moet daarbij de mogelijkheid hebben om een zelfstandige afweging te maken welke vluchten er specifiek geannuleerd worden. Een dergelijke beperking is niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij had daar ook geen invloed op. Daarom was de annulering van de vlucht het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.6.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging vanwege de annulering te voorkomen en te beperken. De vervoerder stelt dat hij de annuleringen vanwege de capaciteitsbeperking niet kon voorkomen, maar hij de passagiers na de annulering de keuze heeft geboden tussen terugbetaling en omboeking. Hierbij hebben de passagiers gekozen voor omboeking naar een andere vlucht.
4.7.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Niet valt in te zien wat er onder deze omstandigheden meer of anders van de vervoerder mocht worden verwacht. De passagiers hebben in dit verband ook niets aangevoerd. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen. Dit betekent dat de vorderingen van de passagiers zullen worden afgewezen.
4.8.
De passagiers zullen in het ongelijk worden gesteld. Daarom zullen zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van de betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van de betekening van dit vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.