In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Egyptair Airlines Company, vertegenwoordigd door mr. T. Teke, wegens vermeende vertraging van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een reis van Amsterdam via Caïro naar Entebbe, maar is niet meegevlogen op de vlucht van Amsterdam naar Caïro. AirHelp heeft de vordering tot compensatie van € 600,00 gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij vertragingen van meer dan drie uur. De vervoerder heeft echter aangevoerd dat de passagier niet aan boord was vanwege een wijziging in de vervoersovereenkomst, waardoor de passagier op andere vluchten is omgeboekt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake was van vertraging op de eindbestemming, omdat de passagier niet op de oorspronkelijke vlucht was. Hierdoor werd de vordering van AirHelp afgewezen en werd AirHelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 juli 2025.