Op 18 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming te Haarlem, die verzoekt om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de moeder van [de minderjarige] als belanghebbende aangemerkt en de Jeugd- en Gezinsbeschermers als informant. Tijdens de zitting op 18 juni 2025, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] besproken. Er zijn al langere tijd zorgen over zijn opvoedsituatie, waarbij [de minderjarige] kampt met ADHD, ODD en hechtingsproblematiek. Ondanks eerdere hulpverlening is er onvoldoende resultaat geboekt, en de situatie thuis is onhoudbaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [de minderjarige] ernstig bedreigd wordt en dat vrijwillige hulpverlening niet voldoende is. Daarom is besloten om [de minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van twaalf maanden, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. De kinderrechter heeft benadrukt dat deze maatregel noodzakelijk is om de ontwikkeling van [de minderjarige] te waarborgen en hem te helpen bij het vinden van een geschikte woonplaats en dagbesteding.