Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 4 juni 2025 met 5 producties
- de conclusie van antwoord van de gemeente met 2 producties
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Ursem
- de pleitnota van de gemeente.
2.De feiten
3.Het geschil
Grossmann-verweer). Ook inhoudelijk is de beoordeling door de gemeente van de inschrijving van Ursem niet onvolledig en/of onjuist, aldus de gemeente.
4.De beoordeling
Grossmann-verweer van de gemeente. In het Aanbestedingsdocument heeft de gemeente immers uitdrukkelijk en gemotiveerd aangegeven dát en waarom zij afwijkt van het bepaalde in par. 2.37.2 van de ARW 2016 (waarin is opgenomen dat de aanbesteder de opdracht niet eerder verleent dan 20 dagen na de verzenddatum van de voorlopige gunningsbeslissing). Alle inschrijvers waren dus al voorafgaand aan hun inschrijving bekend met die afwijkende termijn. Ursem had tegen de korte(re) bezwaartermijn van zeven dagen dan ook eerder kunnen én moeten opkomen. De stelling van Ursem dat sprake is van een fundamenteel gebrek in de Aanbesteding en dat het
Grossmann-verweer om die reden niet opgaat volgt de voorzieningenrechter niet. Het staat de gemeente immers vrij om in deze aanbesteding gemotiveerd af te wijken van deze bepaling in de AWR 2016. Tenslotte geldt dat Ursem ook niet heeft aangegeven of nader heeft geconcretiseerd in welk belang zij precies is geschaad door deze kortere termijn.
Grossmann. In het Aanbestedingsdocument is immers met zoveel woorden het volgende opgenomen:
verificatievan de (voorlopige) beoordeling. Met andere woorden: de presentie was bedoeld om voor partijen over en weer eventuele onduidelijkheden in de inschrijving boven water te krijgen (“hebben we de inschrijving juist begrepen?”). Dat er ná die presentatie(s) een nieuwe of nadere
beoordelingheeft plaatsgevonden, is niet gesteld en ook niet gebleken.
te) algemeen of summier. Die kwalificaties volgen immers uit het Aanbestedingsdocument, waarin ze nader zijn gedefinieerd:
{Afbeelding}
niet voldoende duidelijk is of de beschreven batterijen wel of niet noodzakelijk zijn” en [dat niet voldoende duidelijk is] “
of de voorgestelde energievoorzieningen al dan niet voldoende zijn bij piekbelasting”. De motivering van de gemeente dat beide voornoemde aspecten ‘niet voldoende duidelijk’ zijn, is gelet op de inschrijving van Ursem onbegrijpelijk. In het Plan van Aanpak van Ursem (zie hierboven in 4.8) staat namelijk dat het aantal PV-panelen optioneel uitgebreid kan worden, in welk geval geadviseerd wordt om batterijen toe te voegen om de effectieve benutting van de PV-opwekking te vergroten. Die uitleg van Ursem kan niet anders worden begrepen dan dat batterijen alleen nodig zijn als men de opbrengst van (eventuele) éxtra PV-panelen effectiever zou willen benutten. Noodzakelijk zijn de baterijen dus niet.
€ 178,00(plus de verhoging als vermeld in de beslissing)