Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Raguelgevestigd te Purmerend
1.Het procesverloop
Voorafgaand aan de zitting heeft de kantonrechter de volgende stukken ontvangen:
van de zijde van Stichting Raguel:- de bij brief van 18 december 2024 ingekomen producties 19 tot en met 21;
- de bij brief van 3 januari 2025 ingekomen geanonimiseerde versies van producties 19 en 20;
van de zijde van [gedaagde] :- de bij brief van 30 december 2024 ingekomen producties 1 tot en met 3.
2.De feiten
- een hoofdgebouw met woonruimtes (kamers), kantoorruimte voor personeel van Stichting Raguel en een gemeenschappelijke woonkamer en keuken;
- een naastgelegen gebouw met zelfstandige woonruimte (appartementen).
3.De vordering
- de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt;
- [gedaagde] veroordeelt tot ontruiming van het door hem gehuurde appartement.
4.De beoordeling
Ten eerste is volgens Stichting Raguel de zorgovereenkomst onlosmakelijk met de huurovereenkomst verbonden en brengt de beëindiging van de zorgovereenkomst op 25 mei 2024 automatisch mee dat de huurovereenkomst eindigt of moet worden beëindigd.
Ten tweede veroorzaakt [gedaagde] volgens Stichting Raguel zoveel geluids- en andere overlast dat ook om die reden de huurovereenkomst moet worden beëindigd.
Volgens de kantonrechter gaan beide argumenten niet op.
De beëindiging van de zorgovereenkomst is niet (rechts-)geldig
“
De reden is dat u zelfstandig functioneert en niet langer de zorg nodig heeft zoals beschreven in de zorgomschrijving, u geeft aan dat u ook geen zorg meer accepteert als u bij ons vertrekt.”
Dat [gedaagde] geen zorg meer nodig zou hebben, blijkt nergens uit. De reden dat partijen de zorgovereenkomst hebben gesloten is dat [gedaagde] last heeft van psychische beperkingen, reden waarom aan hem een medische indicatie op grond van de Wlz is gegeven. Op de mondelinge behandeling is gebleken dat de aan [gedaagde] gegeven medische indicatie niet is veranderd of ingetrokken. Ook is op de mondelinge behandeling gebleken dat het voor [gedaagde] opgestelde zorgplan niet is gewijzigd. Bij dit alles komt dat Stichting Raguel met zoveel woorden heeft erkend dat [gedaagde] nog steeds zorg nodig heeft, maar dat Stichting Raguel die niet kan bieden.
De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Als moet worden aangenomen dat de zorgovereenkomst een overeenkomst van opdracht is, moet Stichting Raguel deze overeenkomst uitvoeren als een goed opdrachtnemer [2] . De op Stichting Raguel rustende zorgplicht staat er in dit geval aan in de weg dat zij de zorgovereenkomst op de enkele in de brief omschreven grond kan ontbinden. Vast staat namelijk dat [gedaagde] nog steeds in principe zorg en begeleiding nodig heeft. Onverkort vasthouden aan de beëindiging van de zorgovereenkomst zou betekenen dat hij deze zorg op dit moment van niemand zou kunnen verkrijgen.
10. Bijzondere bepalingen
De huurovereenkomst wordt niet ontbonden
- salaris gemachtigde € 408,00 (2x € 204,-)
Totaal € 510,00 ( plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).
5.De beslissing
€ 510,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met
€ 92,00 plus de kosten van betekening als Stichting Raguel niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en bij vervroeging op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.