Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een opgelegde boete voor een verkeersovertreding. Betrokkene had een boete ontvangen voor het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen. Tijdens de zitting op 19 juni 2025 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. P.C. van den Aarsen, betoogd dat digitale handhaving van geslotenverklaringen niet langer houdbaar is en in strijd zou zijn met verschillende rechtsbeginselen, waaronder het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd in artikel 6 van het EVRM. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het niet aan hem is om in het algemeen te oordelen over de wenselijkheid van digitale handhaving; dit is een taak voor de wet- en regelgever. De rechter heeft vastgesteld dat de bebording met betrekking tot de geslotenverklaring correct en zichtbaar was, en dat betrokkene hiervan kennis had kunnen nemen. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskosten toegewezen, omdat de boete terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van burgers om attent te zijn op verkeersborden en de geldigheid van digitale handhaving.