ECLI:NL:RBNHO:2025:7712

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
24/4417
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen gedeeltelijke afwijzing handhaving Dorpsfeest Santpoort-Noord

Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken van eisers tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen en de burgemeester van de gemeente Velsen. De rechtbank heeft de beroepen van eisers ongegrond verklaard. Eisers hadden beroep ingesteld tegen de gedeeltelijke afwijzing van hun verzoek om handhaving tegen het Dorpsfeest in Santpoort-Noord in 2023, evenals tegen de vergunningen en ontheffingen die door verweerder zijn verleend in 2022 en 2023 voor het Dorpsfeest. De rechtbank oordeelde dat de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het Dorpsfeest vaststaat door de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ in het bestemmingsplan, dat inmiddels onherroepelijk is. De rechtbank concludeerde dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de effecten van het evenement op de natuur en dat de vergunningen en ontheffingen in redelijkheid konden worden verleend. De rechtbank oordeelde ook dat verweerder voldoende handhavend heeft opgetreden en dat het niet nodig was om een last onder bestuursdwang of dwangsom op te leggen, aangezien de overtredingen al voorbij waren. De rechtbank verwierp de stellingen van eisers over geluidsoverlast en de toepasselijkheid van het Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit, en concludeerde dat de geluidsnormen die zijn vastgesteld niet onredelijk zijn. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees de proceskosten af.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 23/ 4417, HAA 24/507 en HAA 24/3171

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaken tussen

[eisers] , uit [plaats] , eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen

en
de burgemeester van de gemeente Velsen,
gezamenlijk te noemen: verweerder
(gemachtigde: mr. S. Rozemeijer).
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel:
[vereniging], uit [plaats] (de vereniging)
(gemachtigde: [gemachtigde vereniging] )
en
[stichting] ,uit [plaats] (de stichting)
(gemachtigde: [gemachtigde stichting] ).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de beroepen van eisers betreffende de gedeeltelijke afwijzing van hun verzoek om handhaving tegen het Dorpsfeest in Santpoort-Noord in 2023 en betreffende de vergunningen en ontheffingen die door verweerder zijn verleend aan de vereniging en de stichting in 2022 en 2023 voor het Dorpsfeest in Santpoort-Noord . Eisers zijn het hiermee niet eens. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de beroepen.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de beroepen van eisers ongegrond zijn
.Eisers krijgen dus geen gelijk. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1.2.
De uitspraak is als volgt opgebouwd. Onder 2 staat het procesverloop in deze zaken. Onder 3 staan de van belang zijnde feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de bestreden besluiten. Onder 4 gaat de rechtbank in op het door eisers ingediende beroep niet tijdig beslissen. Daarna bespreekt de rechtbank onder 5 het procesbelang van eisers bij hun beroepen over de vergunningen en ontheffingen en hun handhavingsverzoek. Daarna volgt de beoordeling van de beroepsgronden van eisers bettreffende de vergunningen en ontheffingen, waarbij de beroepsgronden van eisers steeds worden samengevat. Eerst wordt onder 6 ingegaan op het toepasselijke toetsingskader en daarna onder 7 bespreekt de rechtbank de beroepsgronden die betrekking hebben op de geluidsoverlast tijdens het Dorpsfeest. Vervolgens bespreekt de rechtbank onder 8 de conclusie over de desbetreffende beroepen. De rechtbank gaat daarna in op de beroepsgronden van eisers over de gedeeltelijke afwijzing van hun verzoek om handhaving. Als eerste onder 9 wordt de omvang van het geschil besproken en onder 10 wordt ingegaan op de beroepsgronden die betrekking hebben op handhaving tegen geluidsoverlast. Onder 11 wordt de gestelde overtreding van het Activiteitenbesluit milieubeheer (het Activiteitenbesluit) besproken en onder 12 de gestelde overtreding van het Bouwbesluit 2012 (het Bouwbesluit). Aan het eind staat de beslissing van de rechtbank.

Procesverloop

2.1
Verweerder heeft bij besluiten van 16 en 18 juli 2022, verzonden op 26 juli 2022, aan de stichting en de vereniging voor het Dorpsfeest vergunningen en ontheffingen verleend voor de periode 30 juli tot en met 6 augustus 2022. Bij besluit van 5 juli 2023 heeft verweerder het bezwaar van eisers daartegen deels gegrond verklaard en de primaire besluiten deels herroepen. Eisers hebben tegen dat besluit beroep ingesteld op 25 juli 2023. Het zaaknummer van het beroep is HAA 23/4417.
2.2
Verweerder heeft bij besluiten van 18 juli 2023, verzonden op 20 juli 2023, aan de vereniging en de stichting vergunningen en ontheffingen verleend voor het Dorpsfeest in de periode 29 juli tot en met 5 augustus 2023. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Eisers hebben op 5 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op dat bezwaar. Het zaaknummer van het beroep is HAA 24/507. Vervolgens heeft verweerder het bezwaar van eisers bij besluit van 11 maart 2024 ongegrond verklaard. Eisers hebben het beroep gehandhaafd.
2.3
In een besluit van 21 december 2023 heeft verweerder het handhavingsverzoek van eisers deel toegewezen en deels afgewezen. Het bezwaar van eisers daartegen heeft verweerder in het besluit van 8 mei 2024 ongegrond verklaard. Eisers hebben daartegen beroep ingesteld op 13 juni 2024. Het zaaknummer van het beroep is HAA 24/3171.
2.4
Eisers hebben in alle drie de zaken meermalen nadere stukken ingediend.
2.5
Verweerder heeft op de drie beroepen gereageerd met een verweerschrift.
2.6
De rechtbank heeft de beroepen op 17 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van verweerder, vergezeld door [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , en de gemachtigden van de vereniging en de stichting.

Van belang zijnde feiten en omstandigheden

3.1
In Santpoort-Noord wordt sinds meer dan 200 jaar een acht dagen durend Dorpsfeest georganiseerd met verschillende evenementen, waaronder ringsteken en een paardendraverij, in juli/augustus in en om de Hoofdstraat van Santpoort-Noord en op een nabijgelegen evenemententerrein. Voor het feest worden podia in en rond de Hoofdstraat opgesteld waar ’s avonds muziek te horen is. Een van de podia wordt opgesteld in de Terrasweg nabij de Hoofdstraat. Langs de Hoofdstraat wordt ook een ringleiding aangelegd met luidsprekers waarmee bij onder meer ringsteken muziek wordt gespeeld, mededelingen worden gedaan en commentaar wordt geleverd.
3.2
Eisers wonen aan de [adres] De achterzijde van het podium aan de Terrasweg bevindt zich tijdens het feest op vijftien meter van hun huis en is gericht op de Hoofdstraat. Ook worden in de Terrasweg luidsprekers van de ringleiding opgehangen. Een van de sponsors van het podium op de Terrasweg is [naam inrichting] , gevestigd aan de Hoofdstraat [huisnummer] in Santpoort-Noord .
3.3
Op het gebied waar het Dorpsfeest plaatsvindt is het bestemmingsplan ‘ Santpoort-Noord ’ van toepassing. De Terrasweg waar een podium staat, heeft de enkelbestemming ‘verkeer’, de dubbelbestemming ‘waarde - archeologie’ en de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’.
3.4
Artikel 22.9 uit het bestemmingsplan bepaalt over de aanduiding ‘overige zone - evenemententerrein:
“Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone- evenemententerrein' mogen - onverminderd het bepaalde in de regels per bestemming - evenementen worden gehouden. Hierbij gelden de volgende maxima:
Aantal per jaar
Bezoekers per dag
Dagen per evenement
Geluid* 9.00 - 21.00
9
7000
3
75 dB(A)
* het maximale toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming.
Per evenementendag is 1 dag opbouw en 1 dag afbouw toegestaan. Evenementen kunnen ook aaneengesloten achter elkaar worden gehouden, met een maximale lengte van 2 dagen. In dat geval is, ongeacht het aantal aaneengesloten evenementendagen, 1 dag opbouw en 1 dag afbouw toegestaan.
Aantal per jaar
Bezoekers per dag
Dagen per evenement
Geluid* 9.00 - 24.00
2
9000
9
75 dB(A)
* het maximale toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming.
Per evenementendag is 1 dag opbouw en 1 dag afbouw toegestaan. Evenementen kunnen ook aaneengesloten achter elkaar worden gehouden, met een maximale lengte van 9 dagen. In dat geval is, ongeacht het aantal aaneengesloten evenementendagen, 1 dag opbouw en 1 dag afbouw toegestaan.”
3.5
In het Evenementenlocatiebeleid Velsen 2022 (ELB) is over geluidsnormen en het Dorpsfeest (voor zover van belang) het volgende opgenomen. In hoofdstuk 4 ‘aandachtspunten locaties in de buitenlucht’ is opgenomen:
“De geluidsimpact van evenementen op het woon- en leefklimaat kan groot zijn. Het is daarom van belang om de geluidsimpact te reguleren. Hierbij wordt - zoals gebruikelijk bij het afwegen van ruimtelijke ontwikkelingen - uitgegaan van de geluidsbelasting op de gevel van de dichtstbijzijnde woning. Ook in de vigerende bestemmingsplannen is - daar waar evenementen zijn gereguleerd - de maximale geluidsbelasting op de gevel van de dichtstbijzijnde woningen opgenomen.”
En:
“De gemeente kiest ervoor om op hoofdlijnen aan te sluiten bij de maximale geluidsniveaus uit de Nota Limburg omdat de geluidsniveaus uit deze Nota in het algemeen in Nederland aanvaardbaar worden geacht voor het borgen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. (…) Ook in de vigerende bestemmingsplannen waar evenementen reeds worden gereguleerd is hier van uitgegaan.”
In hoofdstuk 5 ‘Locatieprofielen (buitenlocaties)’staat:
“De maximale geluidsbelasting bedraagt, (…) 75 dB(A) en 90 dB(C) voor evenementen waar muziek met bastonen aan de orde is (met uitzondering van de vroege ochtend en nacht). Deze maximale geluidsbelastingen zijn maar voor een beperkt aantal evenementen per locatie toegestaan.”
In hoofdstuk 4 onder ‘Bestaande overschrijdingen’ staat:
“In samenspraak met de Omgevingsdienst IJmond zijn enkele locaties geselecteerd waarvoor op voorhand akoestisch onderzoek is uitgevoerd (…). Dit om te bezien of aan de hand van in het verleden georganiseerde evenementen de geluidsnormen realistisch zijn. Het betreft vooral de dorpsfeesten in de verschillende kernen (…). Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de maximale waarde van 75 dB(A) wordt overschreden. (…)
We willen, ook voor plekken waar de geluidsnorm van 75 dB(A) niet gehaald wordt, een balans vinden tussen het belang van de evenementen voor de sociale cohesie en het beschermen van omwonenden tegen onevenredige geluidshinder. Dat doen we door de huidige overschrijdingen van de normen proberen terug te dringen. We nemen daarom voor alle locaties 75dB(A) op, maar hebben de mogelijkheid af te wijken van de norm. We wijken alleen af van de norm als aangetoond is dat de organisator er binnen zijn mogelijkheden alles aan gedaan heeft om de overbelasting van het geluid tot een minimum te beperken. (…) Deze mogelijkheid tot afwijken geldt alleen voor bestaande, vergunde evenementen waar nu sprake is van een overschrijding van de geluidsnorm. Het gaat hier in ieder geval om de dorpsfeesten in Santpoort-Noord (…).”
Tot slot wordt het Dorpsfeest genoemd als locatieprofiel 21a. Het maximaal aantal aansluitende evenementdagen is 9, met daarbij 14 dagen opbouw en 7 dagen afbouw. De maximale geluidsbelasting tussen 10.00 en 0.00 uur is 75 dB(A) en 90 dB(C).
3.6
Op 16 en 18 juli 2022 heeft de burgemeester aan de stichting en de vereniging op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Velsen 2019 (APV) evenementenvergunningen verleend voor het organiseren van het Dorpsfeest in 2022 en daarmee samenhangende horeca-activiteiten van 30 juli tot en met 5 augustus 2022, dagelijks van 09.00 uur tot 01.00 uur en op 6 augustus tot 00.00 uur. Ook heeft de burgemeester aan de vereniging een ontheffing verleend van de Zondagswet voor het organiseren van het Dorpsfeest op zondag 31 juli 2022 voor 13.00 uur. Het college van burgemeester en wethouders heeft aan de stichting en de vereniging een ontheffing verleend van het verbod om geluidsapparatuur in werking te hebben tijdens het Dorpsfeest, zoals bedoeld in artikel 4:4 van de APV. In de bij de vergunningen behorende voorschriften is opgenomen dat de geluidsbelasting op de gevel van woningen niet meer mag zijn dan 80 dB(A) en 95 dB(C).
3.7
Het bezwaar van eisers daartegen heeft verweerder bij besluit van 5 juli 2023 deels gegrond verklaard. Daarbij zijn de besluiten van 16 en 18 juli 2022 herroepen in die zin dat - kort samengevat - het equivalente geluidsniveau van muziek op de gevel van woningen maximaal 75 dB(A) en 90 dB(C) mag bedragen tijdens het evenement. De reden daarvoor is dat niet is gebleken dat de organisatie er alles aan heeft gedaan om de overbelasting van het geluid tot een minimum te beperken. De organisatie heeft inmiddels wel een geluidsreductieplan overgelegd, maar dat zal worden beoordeeld in het kader van de aanvragen om evenementenvergunningen voor het Dorpsfeest in 2023.
3.8
Op 18 juli 2023 heeft de burgemeester op aanvraag van de vereniging en de stichting op grond van artikel 2:10 van de APV twee evenementenvergunningen verleend voor het Dorpsfeest en daarmee samenhangende horeca-activiteiten in de periode 29 juli tot en met 5 augustus 2023. Aan de vereniging is een vergunning verleend van 09.00 tot 0.00 uur voor het paardenevenement en een kermis op het evenemententerrein. Aan de stichting is een vergunning verleend van 09.00 tot 01.00 uur voor het Dorpsfeest op en rond de Hoofdstraat. In de voorschriften in de vergunning van de vereniging is onder “Muziek” het ten gehore brengen van versterkte muziek vergund met een maximaal equivalent geluidsniveau - voor zover hier van belang - bij de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige bestemming van 75 dB(A) en/of 90 dB(C). In de voorschriften in de vergunning van de stichting is onder “Muziek” het ten gehore brengen van versterkte muziek dagelijks (onder meer vanaf de podia) toegestaan van 20.00 tot 00.00 uur, waarbij het equivalente geluidsniveau van muziek afkomstig van het podium in de Terrasweg op de gevel van de woningen in de Hoofdstraat maximaal 80 dB(A) en maximaal 95 dB(C) mag bedragen. Tijdens het Dorpsfeest in 2022 is een overschrijding van de vergunde geluidsnormen geconstateerd bij het podium aan de Terrasweg. Naar aanleiding daarvan heeft de organisatie een geluidsreductieplan van Kupers en Niggebrugge van 2 juni 2023 overgelegd. Gelet op dit plan heeft de burgemeester voor de stichting een hogere geluidsnorm dan het uitgangspunt volgens het ELB, aanvaardbaar geacht. Daarbij zijn voor het podium aan de Terrasweg ook aanvullende bouw- en gebruiksvoorschriften gesteld die geluidsoverlast in de Terrasweg moeten beperken. Ook heeft de burgemeester aan de vereniging een ontheffing verleend van de Zondagswet en heeft het college van burgemeester en wethouders aan de vereniging en de stichting ontheffing op grond van artikel 4:4 van de APV verleend van het verbod om geluidsapparaten in werking te hebben. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt.
3.9
Bij besluit van 11 maart 2024 heeft verweerder die bezwaren ongegrond verklaard. Ten aanzien van de hogere geluidsnormen die zijn opgenomen voor de stichting, stelt verweerder dat met het geluidsreductieplan door de organisatie maatregelen zijn getroffen om zo dicht mogelijk bij de waarden uit het ELB aan te sluiten. Met deze geluidsnormen is volgens verweerder een balans gevonden tussen het belang van de evenementen en de daardoor gediende sociale cohesie enerzijds en het beschermen van omwonenden tegen onevenredige geluidshinder anderzijds. Dat sprake is van een overschrijding van 5 dB(A) en dB(C) ten opzichte van de geluidsnormen uit de Nota Limburg, acht verweerder niet onaanvaardbaar.
Uitgaande van de gevelwering van de woning van eisers met 20 dB(A) zal het binnengeluidsniveau door het evenement in de woning mogelijk hoger zijn dan de op grond van de Nota Limburg toegestane 50 dB(A). Uit jurisprudentie [1] van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt echter dat op objectieve gronden niet valt vast te stellen wanneer een omwonende door een evenement onduldbare geluidshinder ondervindt. Verweerder maakt daarom een belangenafweging en stelt dat het maatschappelijk belang van het evenement zwaarder weegt dan het belang van eisers om gedurende een beperkte periode het evenement te moeten dulden.
3.1
Eisers hebben op 25 juli 2023 verweerder verzocht handhavend op te treden wegens een overtreding en ook ter voorkoming van herhaling van een overtreding tijdens het Dorpsfeest in 2023. Eisers verzoeken verweerder om op te treden ten aanzien van overtreding van:
- ( voor zover in de verleende vergunningen hogere waarden zijn vastgelegd) de geluidswaarden genoemd in het bestemmingsplan;
- de APV;
- het Activiteitenbesluit;
- en het Bouwbesluit.
3.11
In een uitspraak van 27 juli 2023 [2] heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank een aanvullend voorschrift verbonden aan de verleende evenementenvergunningen voor 2023, namelijk: het geluidsniveau van versterkte muziek en geluid (afkomstig van podia en luidsprekers) mag op de gevel van [adres] niet meer bedragen dan 75 dB(A) en maximaal 90 dB(C).
3.12
In het besluit van 21 december 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders het handhavingsverzoek van eisers toegewezen voor zover dat betrekking heeft op de geluidswaarden uit het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft dezelfde normen ten aanzien van de woning van eisers verbonden aan de evenementenvergunningen. De Omgevingsdienst IJmond heeft gedurende de feestweek in 2023 op diverse momenten geluidsmetingen uitgevoerd op de gevel van eisers. Daarbij zijn overschrijdingen geconstateerd, waarna telkens het geluid naar beneden is bijgesteld en op 4 augustus is de muziek zelfs tijdelijk stilgelegd. Overschrijdingen tot circa 2 dB(A) zijn acceptabel bevonden, omdat dit in de foutmarge zit die niet te horen is voor het menselijk gehoor.
Het handhavingsverzoek op grond van de APV en het Activiteitenbesluit is door het college van burgemeester en wethouders afgewezen. Het Activiteitenbesluit is alleen van toepassing op ‘inrichtingen’ in de zin van de Wet milieubeheer. Het podium op de Terrasweg maakt geen deel uit van de inrichting [naam inrichting] , maar staat op de openbare weg zodat het Activiteitenbesluit niet van toepassing is. De artikelen 4:2 en 4:3 van de APV zijn bedoeld voor ‘inrichtingen’ in de zin van de Wet milieubeheer. Omdat het podium niet hoort bij een inrichting en ook niet als een inrichting gezien kan worden, zijn deze bepalingen uit de APV niet van toepassing. Ook het handhavingsverzoek op grond van artikel 8.3 van het Bouwbesluit is afgewezen. Dit artikel ziet op bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden. Het Bouwbesluit is niet van toepassing op de op- en afbouw van evenementen. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt.
3.13
In het besluit van 8 mei 2024 heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard. Verweerder stelt dat het toetsingskader voor vergunningverlening de APV is en niet het bestemmingsplan. De planologische aanvaardbaarheid van het Dorpsfeest is geborgd in het bestemmingsplan, zodat in beginsel geen omgevingsvergunning voor strijdig gebruik vereist is. Het podium van [naam inrichting] tijdens het Dorpsfeest is niet aan te merken als een inrichting omdat het niet voldoet aan de criteria van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Het vindt immers maar gedurende een korte tijd (namelijk maximaal elf dagen inclusief op- en afbouw) plaats. Er is daarom geen overtreding van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit waartegen handhavend moet worden opgetreden. Voor de bouwwerkzaamheden van het terras van [naam inrichting] geldt het Bouwbesluit niet als toetsingskader. Er is geen sprake van bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden bij de op- en afbouw van het evenement. De stelling dat de Omgevingsdienst geen basis heeft om te controleren op geluidsnormen is onjuist. De geluidsnormen zijn opgenomen in het ELB voor locatieprofiel 21a, Santpoort Noord Dorpsfeest (namelijk maximaal 75 dB(A) en 90 dB(C)). Dit staat ook in het bestemmingsplan. In de voorschriften van de verleende evenementenvergunningen staat dat als een hoger geluidniveau wordt geconstateerd, het geluidsniveau tot onder de norm dient te worden gebracht. Uit de rapportage van de Omgevingsdienst blijkt dat de Omgevingsdienst meerdere malen en lang genoeg heeft gemeten en ook handhavend heeft opgetreden. Ook de stelling dat de geluidsnormen zoals opgenomen in de evenementenvergunningen niet handhaafbaar zouden zijn, wordt niet gevolgd.

Beoordeling van de beroepen door de rechtbank

Beroep niet tijdig beslissen
4.1
Eisers hebben op 5 februari 2024 een beroep niet tijdig beslissen ingesteld omdat niet tijdig was beslist op hun bezwaar tegen de aan de stichting en vereniging verleende evenementenvergunning en ontheffingen voor 2023. Op 11 maart 2024 heeft verweerder alsnog op het bezwaar beslist. Eisers hebben dus geen belang meer bij de beoordeling van hun beroep niet tijdig beslissen. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
4.2
Eisers hebben geen proceskosten opgegeven die voor vergoeding in aanmerking komen.
4.3
Op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft het beroep niet tijdig beslissen mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoetkomt. Eisers hebben aangegeven dat zij het niet eens zijn met het besluit van 11 maart 2024. Het beroep niet tijdig beslissen brengt dus van rechtswege een beroep mee tegen het besluit van 11 maart 2024.
4.4
Het door eisers voor het beroep niet tijdig beslissen betaalde griffierecht wordt geacht mede te zijn voldaan voor het beroep tegen het besluit van 11 maart 2024. Of het griffierecht moet worden vergoed, is daarom afhankelijk van de uitkomst van het beroep tegen dat besluit. [3]
Procesbelang
5. De vergunningen en ontheffingen die in de beroepen ter toetsing voorliggen zijn verleend voor de Dorpsfeesten in 2022 en 2023, oftewel in het verleden. Daarnaast ligt de afdoening van een handhavingsverzoek voor dat op het Dorpsfeest in 2023 betrekking heeft. Voordat de rechtbank inhoudelijk ingaat op de beroepsgronden, stelt de rechtbank daarom eerst vast dat eisers nog belang hebben bij een uitspraak. Omdat het Dorpsfeest in Santpoort-Noord een periodiek terugkerend evenement is, kan een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de verleende vergunningen en ontheffingen en van de afdoening van het handhavingsverzoek van belang zijn voor toekomstige aanvragen en de toetsing daarvan. Op grond van vaste rechtspraak [4] hebben eisers om die reden belang bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen.
Vergunningen en ontheffingen
Wat is het toetsingskader?
6.1
Eisers voeren (samengevat) aan dat verweerder bij de beoordeling van de aanvragen niet het juiste toetsingskader heeft gehanteerd. Zo heeft verweerder ten onrechte de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ in het bestemmingsplan niet nader uitgewerkt. Dit betekent dat de planologische aanvaardbaarheid van het evenemententerrein niet is aangetoond. Verweerder had daarom, voordat de evenementenvergunningen werden verleend, de bescherming van het woon- en leefklimaat en het milieu moeten beoordelen en (nader) moeten onderzoeken. Eisers beroepen zich daarbij op het Verdrag van Aarhus en stellen dat zij nog tegen de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ in het onherroepelijk geworden bestemmingsplan op kunnen komen. Ter zitting hebben eisers nog hieraan toegevoegd dat het podium op de Terrasweg onder de bestemming ‘verkeer’ valt. Uit de regels in het bestemmingsplan bij ‘verkeer’ blijkt (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bestemming ‘agrarisch’) niet dat evenementen onder die bestemming zijn toegestaan. Ten onrechte heeft verweerder dit niet meegewogen. Uit de besluitvorming blijkt ook niet dat verweerder zich voor de besluitvorming heeft laten adviseren door de politie, gemeentelijke deskundigen en de brandweer. Daarnaast verplicht het ELB ook tot een ruimtelijke afweging. De juridisch-planologische borging daarvan kan geregeld worden door een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning. Bij het verstrekken van de evenementenvergunningen op grond van de APV heeft ten onrechte geen ruimtelijke afweging plaatsgevonden en zijn ook niet alle milieuaspecten door verweerder betrokken. Ook op grond van het bestemmingsplan blijft de verplichting bestaan om onderzoek te doen naar de milieueffecten van evenementen. Tot slot stellen eisers dat zij, als zij alle evenementendagen (inclusief op- en afbouwdagen) optellen, gedurende 135 dagen per jaar geluidsoverlast ervaren. Verweerder mocht daarom geen evenementenvergunningen verlenen.
6.2
Verweerder stelt (samengevat) dat het bestemmingsplan onherroepelijk is zodat eisers hiertegen niet meer kunnen opkomen. Voor dit bestemmingsplan dienen dus ook geen wettelijk verplichte onderzoeken meer te worden uitgevoerd. Verweerder dient op grond van de APV te beslissen of een evenementenvergunning wordt verleend. Het Dorpsfeest is planologisch aanvaardbaar op grond van het bestemmingsplan. Een aanvrager om een vergunning voor een evenement op een locatie met de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ hoeft daarom in beginsel geen omgevingsvergunning voor strijdig gebruik aan te vragen. Ook is geen sprake van overschrijding van de totale blootstellingsduur in dagen.
6.3
De rechtbank stelt voorop dat een aanvraag voor een evenementenvergunning getoetst wordt aan de APV. In artikel 2:10 van de APV staat dat het verboden is om zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. In artikel 1:7, eerste lid, van de APV staat dat de vergunning kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu. In het licht daarvan is in het ELB beleid opgenomen over evenementen, met daarin ook geluidsnormen. Bij de besluitvorming over een evenementenvergunning geldt dat sprake is van beleidsruimte, met als gevolg dat de rechtbank de beslissingen van verweerder terughoudend toetst. De vraag die de rechtbank daarbij beantwoordt, is of de evenementenvergunningen in redelijkheid konden worden verleend. Strijdigheid met het bestemmingsplan is niet een weigeringsgrond voor het verlenen van een evenementenvergunning. Wel bevat het bestemmingsplan dezelfde geluidsnormen als het ELB.
6.4
De rechtbank stelt vast dat het bestemmingsplan en de daarin opgenomen gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ in rechte onaantastbaar zijn geworden. Hiertegen kunnen eisers daarom in deze procedure niet meer opkomen. Het beroep van eisers op het Verdrag van Aarhus leidt niet tot een ander oordeel. Op grond van het Verdrag van Aarhus dienen eisers toegang te hebben tot de rechter. Die toegang hebben zij ook gehad. Eisers zijn eerder in rechte opgekomen tegen het bestemmingsplan bij de Afdeling. [5] Dat eisers in die procedure tegen de vaststelling van het bestemmingsplan niet alle aspecten naar voren hebben gebracht die zij, achteraf gezien, hadden willen aankaarten, maakt dat niet anders. Voor het bestemmingsplan dienen dus ook geen wettelijk verplichte onderzoeken meer te worden uitgevoerd door verweerder.
6.5
De ruimtelijke aanvaardbaarheid van het Dorpsfeest is, gelet op de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ een vaststaand gegeven. De stelling dat evenementen niet zijn toegestaan onder de bestemming ‘verkeer’ omdat dit in de planregels van het bestemmingsplan niet expliciet is aangegeven, volgt de rechtbank niet. Op dezelfde locatie is namelijk naast de bestemming ‘verkeer’ ook de gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ van toepassing. Als op die locatie geen evenementen mogen plaatsvinden, is deze gebiedsaanduiding zinledig. Op deze locatie mogen dus per jaar twee evenementen georganiseerd worden die inclusief op- en afbouw elf dagen duren met 9.000 bezoekers per dag, naast nog negen andere evenementen die inclusief op- en afbouw vijf dagen duren. De stelling dat een ruimtelijke afweging nog nodig zou zijn op grond van het ELB, slaagt gelet op het voorgaande ook niet.
6.6
Over de natuur- en milieuaspecten heeft verweerder in het verweerschrift toegelicht dat in bijlage II bij het ELB per evenementenlocatie is aangegeven in hoeverre natuur- en milieuaspecten een rol spelen bij het organiseren van evenementen op de locatie. Ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Van der Goes en Groot heeft op grond van de Wet natuurbescherming onderzoek gedaan naar de vraag of de evenementen negatieve effecten hebben op beschermde soorten en/of beschermde gebieden. Dat onderzoek dient als onderbouwing van het ELB voor de locaties, waarbij gekeken wordt of, waar, wanneer en onder welke voorwaarden evenementen georganiseerd kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat hiermee voldoende is onderzocht wat de natuureffecten zijn op onderhavige evenementenlocatie. Daarnaast heeft verweerder op grond van artikel 1:7, eerste lid, van de APV beoordeeld of het milieu in gevaar komt. Daarvoor heeft verweerder milieuvoorschriften verbonden aan de verleende evenementenvergunningen, die terug te vinden zijn in bijlage A bij de vergunningen. De stelling van eisers dat verweerder zich niet heeft laten adviseren voor de besluitvorming is ook onjuist. Uit het dossier blijkt dat verweerder advies heeft verkregen van de Omgevingsdienst IJmond, de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Kennemerland, de politie en de Brandweer Kennemerland. De rechtbank acht dit voldoende.
6.7
De stelling van eisers dat zij 135 dagen worden blootgesteld aan geluidsoverlast, volgt de rechtbank evenmin. Verweerder heeft in het verweerschrift voldoende toegelicht dat het maximumaantal dagen bij kortere evenementen 9 x 5 (namelijk maximaal 3 dagen per evenement + 1 dag opbouw en 1 dag afbouw) en dus 45 dagen is. Bij twee grote evenementen is dat 2 x 11 (maximaal 9 dagen per evenement + 1 dag opbouw en 1 dag afbouw), oftewel 22 dagen. Het totale maximumaantal dagen bedraagt dus 67 dagen.
6.8
Deze beroepsgronden van eisers slagen daarom niet.
Overlast
7.1
Eisers voeren (samengevat) aan dat zij ernstige overlast ondervinden van het geluid tijdens het Dorpsfeest. Verweerder heeft daarom ten onrechte de evenementenvergunningen en ontheffingen verleend. De in het ELB genoemde norm van 75 dB(A) stellen eisers ter discussie omdat daar geen onderzoek naar is gedaan. Eisers vinden die norm onredelijk hoog. Ook stellen eisers dat verweerder ten onrechte in de voorschriften van de verleende vergunningen de geluidsnormen heeft vastgesteld op de gevels van de woningen op de Hoofdstraat in plaats van op de gevel van hun woning. Daarnaast stellen eisers dat verweerder ten onrechte in de evenementenvergunning van 2023 voor de stichting een hogere geluidsnorm heeft vastgesteld zonder onderzoek naar de effecten daarvan op de woon- en leefomgeving. Eisers stellen ook dat verweerder overeenkomstig de Nota Limburg en het ELB had moeten beoordelen of door de gekozen geluidswaarden sprake is van een onduldbaar binnengeluidsniveau wegens spraakverstoring of slaapverstoring. Verweerder heeft niet aangetoond dat de geluidswaarden binnenshuis beneden de grens van het onduldbare blijven. Verweerder verwijst naar de geluidswerendheid op grond van de Nota Limburg van 20 dB(A), maar onderkent niet dat in Santpoort-Noord sprake is van oudere woningen en dus minder demping door de gevel. Tot slot voeren eisers aan dat zij ook van andere onderdelen van het Dorpsfeest overlast ervaren, zoals de andere podia, de bezoekers van het Dorpsfeest, het onderdeel ringsteken en de gebruikte aggregaten.
7.2.1
De rechtbank ziet in hetgeen door eisers is aangevoerd geen reden om te oordelen dat de overlast voor eisers dusdanig is dat de vergunningen en ontheffingen niet in redelijkheid konden worden verleend en legt dat als volgt uit.
7.2.2
Allereerst acht de rechtbank de geluidsnorm zoals die is opgenomen in het beleid van 75 dB(A) en 90 dB(C) niet onredelijk. Verweerder heeft in de bestreden besluiten voldoende onderbouwd dat deze geluidsnorm tot stand is gekomen na onderzoeken en dat ook is aangesloten bij de geluidsnorm, zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan.
7.2.3
Ter zitting is door verweerder ook nader toegelicht dat de geluidsnorm niet op de gevel van eisers is vastgesteld in de verleende vergunningen maar op de gevels van de woningen aan de Hoofdstraat omdat het podium naar de Hoofdstraat toegekeerd staat. Het geluid dat van het podium afkomstig is, heeft dus het grootste effect op de gevels van woningen van de Hoofdstraat. Het geluid op de gevels van de woningen aan de Terrasweg zal daarom altijd minder hoog zijn dan het geluid op de gevels van de woningen op de Hoofdstraat. De rechtbank kan die redenering volgen. Eisers hebben ook geen geluidsonderzoek overgelegd waaruit volgt dat het geluid op de gevel van hun woning niet lager is dan het geluid op de gevels van de woningen aan de Hoofdstraat. De rechtbank is dus van oordeel dat de locatie van de meetpunten voldoende is gemotiveerd.
7.2.4
In de voorschriften van de aan de stichting verleende evenementenvergunning voor 2023 is de geluidsnorm hoger vastgesteld dan de geluidsnorm die uit het bestemmingsplan en het ELB volgt. Verweerder heeft toegelicht dat het ELB deze mogelijkheid biedt om van de geluidsnormen af te wijken als in het verleden is gebleken dat de geluidsnorm uit het ELB niet haalbaar is en de organisator ook heeft aangetoond dat hij binnen zijn mogelijkheden er alles aan heeft gedaan om de overbelasting van het geluid tot een minimum te beperken. Dat het beleid die mogelijkheid tot afwijking biedt als in het verleden is gebleken dat de geluidsnorm niet haalbaar was, acht de rechtbank op zichzelf niet onredelijk, mede gelet op de in het ELB benoemde betekenis van de evenementen voor de sociale cohesie en op de beperkte duur ervan. Daarnaast heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de stichting, met het bij de aanvraag voor 2023 overgelegde geluidsreductieplan van Kupers en Niggebrugge, voldoende heeft aangetoond dat alle mogelijke maatregelen zijn getroffen om wel zo dicht mogelijk bij de waarden uit het ELB aan te sluiten. In de verleende vergunning zijn vervolgens voorschriften opgenomen die daarbij aansluiten.
7.2.5
Dat sprake zou zijn van een onduldbaar geluidsniveau in de woning van eisers, volgt de rechtbank ook niet. Verweerder heeft toegelicht dat een gevelwering van ten minste 20 dB(A) als ‘worst case scenario’ geldt bij woningen met een ouder bouwjaar, zoals de woning van eisers. Een gevelwering van 20 dB(A) wordt ook genoemd in het Bouwbesluit als minimumeis voor de geluidswerendheid van de uitwendige scheidingsconstructies.
De rechtbank acht het daarom niet onredelijk om uit te gaan van een gevelwering van 20 dB(A). Dat betekent dat het vergunde maximale geluidsniveau in 2023 in de woningen op de Hoofdstraat 60 dB(A) was (namelijk 80 – 20). Dit voldoet niet aan het geluidsniveau dat volgens de Nota Limburg duldbaar is, namelijk 50 dB(A). Hiervoor heeft de rechtbank al overwogen dat verweerder ervan uit mocht gaan dat de geluidsbelasting voor de woningen aan de Terrasweg, lager is dan de woningen aan de Hoofdstraat omdat het geluid van het podium op de Hoofdstraat is gericht. Dat betekent dat het binnengeluidsniveau voor de woning van eisers lager is dan 60 dB(A).
Uit jurisprudentie [6] van de Afdeling volgt dat het oordeel of dit niveau van geluidshinder binnen in de woning onaanvaardbaar is, afhankelijk is van het antwoord op de vraag of verweerder aan de belangen van het Dorpsfeest redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen. Dit betreft een discretionaire bevoegdheid van verweerder. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Verweerder heeft in redelijkheid groot belang kunnen toekennen aan de omstandigheid dat dit Dorpsfeest al decennialang in de dorpskern van Santpoort-Noord georganiseerd wordt en een belangrijke rol vervult in het dorpsleven. Daarbij heeft verweerder in redelijkheid kunnen betrekken dat evenementen in een dorpskern met winkels en horeca niet ongebruikelijk zijn, alsmede dat het Dorpsfeest een beperkte duur heeft en dat de versterkte muziek niet na middernacht ten gehore mag worden gebracht. Daarbij is ook van belang dat, zoals verweerder ter zitting heeft toegelicht, de keuze voor een podium op de Terrasweg samenhangt met het feit dat het terrein bereikbaar moet zijn voor de hulpdiensten.
7.2.6
Wat de overige door eisers ervaren overlast van het Dorpsfeest betreft, overweegt de rechtbank dat eisers onvoldoende concrete aanknopingspunten naar voren hebben gebracht om te oordelen dat deze overlast zodanig is dat de belangen van het Dorpsfeest daar niet tegen opwegen.
7.2.7
De beroepsgronden van eisers slagen niet.
Conclusie
8.1
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat verweerder in redelijkheid de evenementenvergunningen en ontheffingen in 2022 en 2023 aan de stichting en de vereniging kon verlenen.
8.2
Het beroep HAA 23/4417 en het inhoudelijke beroep HAA 24/507 zijn daarom ongegrond. Eisers komen niet in aanmerking voor een proceskostenvergoeding. Ook krijgen eisers het betaalde griffierecht niet terug.
Handhaving
Omvang van het geschil
9. De rechtbank stelt voorop dat de omvang van het geschil bij de beoordeling van het beroep over het besluit op het handhavingsverzoek van eisers, wordt gevormd door de inhoud van het handhavingsverzoek zoals dat is ingediend. Dit verzoek was gericht tegen het Dorpsfeest van 2023. Samengevat werd gevraagd om handhaving vanwege de geluidsoverlast in het licht van de normen van het bestemmingsplan, overtreding van het Activiteitenbesluit en daarmee samenhangende APV-bepalingen, en overtreding van het Bouwbesluit. De gronden van beroep die betrekking hebben op punten die niet in het handhavingsverzoek stonden, bespreekt de rechtbank daarom niet.
Geluidsoverlast
10.1
Eisers voeren aan dat verweerder bij de start van de feestweek geen besluit heeft genomen op het handhavingsverzoek van eisers en dat dus niet is gehandhaafd. Met de controlemetingen van de Omgevingsdienst lijkt het erop dat verweerder de schijn wil ophouden dat er handhavend is opgetreden. Niet alle locaties zijn onderzocht met het akoestisch onderzoek en er zijn geen metingen binnen in de woning van eisers verricht. Ook is gemeten met 3 minuten LAeq in plaats van 1 minuut LAeq. Dit laatste kan tot een verhoging van 4 à 5 dB(A) leiden. Ook heeft verweerder de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai (HMRI) gebruikt, terwijl de locatie een woonwijk betreft en niet industrie.
Eisers voeren aan dat de in de voorschriften opgenomen geluidsnormen niet handhaafbaar zijn door formuleringen als “in principe”, “als de ondernemer er alles aan heeft gedaan”, “inspanningsverplichting”, en “zo dicht mogelijk bij de waarden aan te sluiten”.
10.2
De rechtbank overweegt als volgt. Verweerder heeft in het besluit van 21 december 2023 het handhavingsverzoek van eisers toegewezen voor zover het zag op overtreding van de geluidswaarden uit het bestemmingsplan tijdens het Dorpsfeest in 2023. De Omgevingsdienst heeft in opdracht van verweerder meerdere geluidsmetingen per dag verricht tijdens het Dorpsfeest, namelijk op 29 juli, 30 juli, 3 augustus en 4 augustus 2023. Verweerder heeft daarbij ook uitvoering gegeven aan de uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 juli 2023 waarin is bepaald dat het geluid op de gevel van de woning van eisers niet meer mag bedragen dan 75 dB(A) en maximaal 90 dB(C). Dat deze concrete geluidsnorm en de geluidsvoorschriften opgenomen in de vergunning uit 2023 niet handhaafbaar zouden zijn, volgt de rechtbank niet. Tijdens die verschillende metingen zijn door de Omgevingsdienst overtredingen geconstateerd. De Omgevingsdienst heeft bij het constateren van een overtreding meteen ter plekke ingegrepen en het niveau van het geluid laten bijstellen of het geluid tijdelijk stil laten leggen. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat hiermee voldoende handhavend is opgetreden. Het was niet nodig om in het besluit op het handhavingsverzoek, naast de constatering dat handhavend is opgetreden tijdens het Dorpsfeest, ook aan de overtreders een last onder bestuursdwang of onder dwangsom op te leggen. Het Dorpsfeest en de overtredingen waren immers toen al voorbij. De stelling van eisers dat verweerder hierdoor niet handhavend heeft opgetreden, is onjuist.
10.3
Voor zover eisers stellen dat niet alle locaties zijn onderzocht, heeft verweerder uitgelegd dat in samenspraak met de Omgevingsdienst inderdaad enkele locaties zijn geselecteerd. Uit het verslag van de handhaving in het dossier blijkt dat een van de locaties de gevel van [adres] , oftewel de woning van eisers, betreft. Ter zitting is door een medewerker van de Omgevingsdienst toegelicht dat inderdaad in de woning van eisers geen geluidsmeting heeft plaatsgevonden omdat de vastgestelde geluidsnormen de gevel van woningen betreffen. De rechtbank kan die uitleg volgen.
10.4
Over de wijze waarop de geluidsmetingen hebben plaatsgevonden, is ter zitting toegelicht dat inderdaad de HMRI is gebuikt. Hoewel in de titel het woord ‘industrie’ is opgenomen, wordt deze meetmethode niet alleen voor industriegeluid gebruikt maar ook voor bijvoorbeeld het meten van livemuziek. Bij het meten van geluid is dit de best passende meetmethode omdat uit wordt gegaan van een puntbron. Ook is toegelicht dat
een geluidsmeting van één minuut bij livemuziek te kort is. Bij livemuziek wordt het gemiddelde opgenomen en dus wordt een meting van drie minuten gebruikt. De uitschieters in de livemuziek, worden daardoor weggemiddeld in het totale niveau, wat een representatiever beeld geeft. De rechtbank kan deze uitleg volgen. Deze beroepsgronden slagen niet.
Strijd met Activiteitenbesluit
11.1
Eisers voeren aan dat verweerder ten onrechte geen overtredingen van het Activiteitenbesluit en daarmee samenhangende APV-bepalingen heeft onderzocht, terwijl een aantal locaties van het Dorpsfeest als een inrichting moet worden beschouwd. Zo is er een uitbreiding van de inrichting [naam inrichting] met het podium op de Terrasweg. Daarnaast dient ook het gehele evenemententerrein volgens eisers als inrichting te worden gezien. Uit de vergunningverlening leiden eisers af dat een bedrijf alle muziekpodia op het evenemententerrein organiseert, zodat het gehele terrein een uitbreiding is van dat horecabedrijf.
11.2
De rechtbank is van oordeel dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat het podium op de Terrasweg niet voldoet aan het begrip ‘inrichting’ als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer. Omdat sprake is van een activiteit die maar gedurende een korte tijd plaatsvindt, wordt niet voldaan aan het criterium dat sprake is van een ‘bedrijvigheid die pleegt te worden verricht’. Het podium is er immers alleen tijdens het Dorpsfeest.
Ook kan de in het bestemmingsplan aangewezen locatie met gebiedsaanduiding ‘overige zone - evenemententerrein’ niet als inrichting in de zin van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer worden beschouwd. De evenementen die hier zijn toegestaan, kunnen steeds los van elkaar door verschillende personen of organisaties worden georganiseerd. De evenementen kunnen daarom niet in samenhang worden beschouwd voor de vraag of de evenementenzone zelf als inrichting heeft te gelden. Daarnaast geldt ook hier dat de evenementen op grond van artikel 22.9 van de planregels van het bestemmingsplan op zichzelf ook te kortdurend zijn om aangemerkt te kunnen worden als ‘een bedrijvigheid die pleegt te worden verricht’. Deze beroepsgronden slagen niet.
11.3
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat het Activiteitenbesluit dus niet van toepassing is, zodat verweerder terecht het verzoek om handhaving op dit punt heeft afgewezen. Dit betreft ook de betrokken APV-bepalingen, aangezien die alleen op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer van toepassing zijn.
Strijd met Bouwbesluit
12.1
Eisers voeren aan dat de vergunningen in strijd zijn met het Bouwbesluit. Volgens artikel 8.3 van het Bouwbesluit worden bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden op werkdagen en op zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur uitgevoerd. Omdat verweerder van deze tijden is afgeweken, is sprake van strijd met het Bouwbesluit. Ook wordt de maximale blootstellingsduur uit het Bouwbesluit overschreden als gevolg van de opbouw en het afbouwen.
12.2
De rechtbank is van oordeel dat het Bouwbesluit niet van toepassing is, zodat verweerder het handhavingsverzoek terecht op dit punt heeft afgewezen. Er is immers geen sprake van ‘bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden’, aangezien het gaat om constructies die slechts in het kader van het evenement en dus voor korte duur werden neergezet. [7]
Conclusie
13. Verweerder heeft gelet op het voorgaande het handhavingsverzoek van eisers terecht gedeeltelijk toegewezen en voor het overige afgewezen. Het beroep HAA 24/3171 is daarom ongegrond. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Ze krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep HAA 23/4417 ongegrond;
  • verklaart het beroep niet tijdig beslissen HAA 24/507 niet-ontvankelijk;
  • verklaart het inhoudelijke beroep HAA 24/507 ongegrond;
  • verklaart het beroep HAA 24/3171 ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. Martens, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van 10 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2346, rechtsoverweging 4.3.
2.ECLI:NL:RBNHO:2023:7614: uitspraak op een verzoek van eisers om een voorlopige voorziening in het kader van hun beroep betreffende de vergunningen en ontheffingen voor het Dorpsfeest in 2022 en hun bezwaar tegen de vergunningen en ontheffingen voor het Dorpsfeest in 2023.
3.Zie de uitspraak van de Afdeling van 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2148.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 24 augustus 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AU1396.
5.Zie de uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2512.
6.Uitspraak van 10 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2346.
7.Vergelijk de uitspraak van deze rechtbank van 28 maart 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:3088.