In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 9 juli 2025 een beschikking gegeven inzake de adoptie van twee minderjarigen door hun stiefvader, verzoeker. De zaak betreft een verzoek tot stiefouderadoptie, waarbij de vader van de kinderen niet is verschenen en zijn standpunt niet heeft kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader, sinds 2015 samenleven met verzoeker, die een belangrijke rol in hun leven vervult. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen, omdat het in het kennelijk belang van de kinderen is. De vader heeft geen bezwaar gemaakt tegen de adoptie, hoewel hij wel eerder heeft aangegeven niet in te stemmen met een naamswijziging. De rechtbank heeft geoordeeld dat de adoptie de familierechtelijke betrekking tussen de kinderen en hun vader beëindigt, maar dat contact met de vader mogelijk blijft. De adoptie zal pas van kracht worden na drie maanden, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld. Tevens is bepaald dat de moeder en verzoeker gezamenlijk het gezag over de kinderen zullen uitoefenen. De rechtbank heeft de inschrijving van de geboorteakten van de kinderen in de registers gelast, en de geslachtsnaam van de kinderen zal na de adoptie worden gewijzigd in die van verzoeker.