ECLI:NL:RBNHO:2025:7813

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11620763 \ CV FORM 25-2054
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers voor geannuleerde vlucht wegens buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers compensatie aangevraagd van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, vanwege een geannuleerde vlucht van Londen naar Amsterdam op 2 april 2023. De vervoerder heeft de annulering verdedigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk vertragingen van voorgaande vluchten die waren veroorzaakt door latere vertrektijden opgelegd door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering inderdaad het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden en dat de vervoerder niet in staat was om de vlucht uit te voeren voor het ingaan van de nachtsluiting van Schiphol. De passagiers hebben aangevoerd dat de vervoerder zelf invloed had op de planning van de rotatievluchten, maar de rechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter heeft het verzoek van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de toepassing van de Verordening (EG) nr. 261/2004 en de relevante rechtspraak van het Europese Hof van Justitie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11620763 \ CV FORM 25-2054
Uitspraakdatum: 9 juli 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2]beiden wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
EasyJet Europe Airline GmbH
gevestigd te Wenen, Oostenrijk
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas (BK Legal)
De zaak in het kort
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder verzocht vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de vlucht geannuleerd moest worden vanwege buitengewone omstandigheden; voorgaande vluchten hadden namelijk zo veel vertraging opgelopen dat de vlucht in kwestie niet meer uitgevoerd kon worden voor het ingaan van de nachtsluiting van Schiphol. Deze vertraging was het gevolg van (de doorwerking van) latere opgelegde vertrektijden door de luchtverkeersleiding. Het verweer van de vervoerder slaagt en het verzoek van de passagiers wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 2 april 2023 vervoeren van Londen, Verenigd Koninkrijk, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht EJU8686 dan wel EZY8686 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,- per persoon. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering van de vlucht het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is een omstandigheid buitengewoon als deze niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij daar ook geen invloed op kon uitoefenen. [3]
4.3.
Volgens de vervoerder was de vlucht in kwestie onderdeel van de rotatievlucht Amsterdam – Londen – Amsterdam (vluchtnummers EZY8683 en EZY8686). Het toestel dat deze rotatievlucht moest uitvoeren moest als eerste vlucht EZY7842 van Birmingham naar Amsterdam uitvoeren. Vervolgens moest het toestel de rotatievlucht Amsterdam – Londen – Amsterdam uitvoeren (vluchtnummers EZY7851 en EZY7852). Daarna moest het de rotatievlucht Amsterdam – Kopenhagen – Amsterdam uitvoeren (vluchtnummers EZY7935 en EZY7936). Pas daarna stond het toestel gepland om de rotatievlucht Amsterdam – Londen – Amsterdam uit te voeren, waarvan de vlucht in kwestie het laatste gedeelte was.
4.4.
Volgens de vervoerder werd vlucht EZY7842 van Birmingham naar Amsterdam met 33 minuten vertraging uitgevoerd vanwege een latere vertrektijd door de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkte geheel door op vlucht EZY7851 van Amsterdam naar Londen. Uiteindelijk had vlucht EZY7851 een vertraging van 1 uur en 4 minuten. Deze vertraging werkte door op vlucht EZY7852 van Londen naar Amsterdam, die met 1 uur en 1 minuut vertraging werd uitgevoerd.
4.5.
Deze vertraging werkte weer door op vlucht EZY7935 van Amsterdam naar Kopenhagen. Ook deze vlucht kreeg een latere vertrektijd opgelegd, waardoor deze met een vertraging van 1 uur en 10 minuten werd uitgevoerd. Deze vertraging werkte gedeeltelijk door op vlucht EZY7936 van Kopenhagen naar Amsterdam, die uiteindelijk met een vertraging van precies 1 uur werd uitgevoerd. Door deze opgelopen vertraging was het niet meer mogelijk om de rotatievlucht Amsterdam – Londen – Amsterdam uit te voeren voor het ingaan van de nachtsluiting van Schiphol. Daarom werden vlucht EZY8683 en de vlucht in kwestie geannuleerd. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder onder meer naar vluchtrapporten.
4.6.
De passagiers betwisten dit. Zij voeren aan dat de vervoerder de rotatievluchten ruimer voor het ingaan van de nachtklok van Schiphol had moeten inplannen. Daarom had de vervoerder zelf invloed op de annulering, aldus de passagiers.
4.7.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Hij heeft met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop voldoende onderbouwd dat de voorgaande vluchten vertraagd werden vanwege beperkingen van de luchtverkeersleiding. Ook heeft hij voldoende onderbouwd dat deze vertraging ertoe heeft geleid dat de vlucht in kwestie niet meer uitgevoerd kon worden omdat deze de nachtklok van Schiphol zou schenden. Als een vlucht een beperking krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dat geldt ook voor de nachtsluiting op Schiphol. Al met al zijn deze omstandigheden niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en kon hij hier ook geen invloed op uitoefenen. Dit betekent dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
4.8.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers vanwege de annulering te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt in dit verband dat hij geen andere optie had dan de vlucht te annuleren. Ook was het niet mogelijk om tijdig een alternatief toestel en een alternatieve bemanning in te zetten. Wel heeft hij de passagiers omgeboekt naar de eerst beschikbare alternatieve vlucht.
4.9.
Het betoog van de vervoerder slaagt. Niet valt in te zien wat er onder deze omstandigheden meer of anders van de vervoeder mocht worden verwacht. De passagiers hebben daar ook niets concreets over aangevoerd. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen. Dit betekent dat het verzoek van de passagiers zal worden afgewezen.
4.10.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De verzochte rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking, wat de proceskostenveroordeling betreft, uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.