In deze zaak heeft ARAG SE, vertegenwoordigd door mr. L.E. Stam, namens een aantal passagiers een vordering ingesteld tegen Singapore Airlines, vertegenwoordigd door mr. J.J. Croon, voor de terugbetaling van ticketprijzen van geannuleerde vluchten van en naar Thailand. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor zowel de heenvlucht als de terugvlucht, maar alle vluchten zijn geannuleerd. De vervoerder stelde dat hij niet verplicht was tot terugbetaling omdat hij al had terugbetaald aan D-Reizen, het reisbureau waar de tickets waren geboekt. De kantonrechter oordeelde dat de Verordening (EG) nr. 261/2004 niet van toepassing was op de terugvlucht, omdat de vervoerder niet gevestigd was in de EU. De vordering van ARAG werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de kantonrechter oordeelde dat de vervoerder wel degelijk verplicht was om de ticketprijs voor de heenvlucht terug te betalen. De kantonrechter stelde vast dat de passagiers geen terugbetaling van D-Reizen hadden ontvangen en dat de vervoerder niet aan zijn verplichtingen had voldaan. De kantonrechter wees de vordering toe voor de helft van het gevorderde bedrag, met wettelijke rente vanaf een bepaalde datum, en compenseerde de proceskosten.