In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vlucht BA2765 van Amsterdam-Schiphol naar Londen Gatwick op 9 december 2022 was meer dan drie uur vertraagd. De vervoerder, British Airways, voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de de-icing van meerdere toestellen en beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende maatregelen heeft genomen en dat de vertraging inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Hierdoor werd de vordering van AirHelp afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet kon worden verweten dat hij niet had kunnen anticiperen op de de-icing procedure, en dat de omstandigheden rondom de vertraging niet als normaal konden worden beschouwd. De kosten van de procedure werden toegewezen aan AirHelp, die in het ongelijk werd gesteld.