In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen AirHelp Germany GmbH en Ryanair DAC. AirHelp, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, heeft compensatie van € 250,00 geëist van Ryanair wegens een vertraagde vlucht van Zadar naar Milaan, die onderdeel uitmaakte van een reis naar Amsterdam. De passagier had de tickets geboekt via Kiwi.com, waarbij twee losse tickets zijn aangekocht. Ryanair, vertegenwoordigd door mr. J.J. Croon, heeft verweer gevoerd en betoogd dat de vordering niet ontvankelijk is omdat het recht op compensatie een hoogstpersoonlijk karakter heeft en niet overdraagbaar is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen en heeft de stelling van Ryanair verworpen. De rechter oordeelde dat de overdraagbaarheid van een vordering op grond van de Verordening (EG) nr. 261/2004 niet is uitgesloten. Vervolgens is de vraag aan de orde gekomen of er sprake is van 'rechtstreeks aansluitende vluchten'. De kantonrechter heeft geoordeeld dat dit niet het geval is, omdat de passagier twee losse tickets had gekocht en de vluchten niet door een reisbureau zijn samengevoegd. Hierdoor is het verzoek van AirHelp afgewezen en is AirHelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De beslissing van de kantonrechter is dat AirHelp de proceskosten moet vergoeden, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.