Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.De uitgangspunten
“Betreft bijwonen zittingGoedemiddag, het bijwonen van een zitting us een grondrechten. (…) Ik ontvang graag de uinodiging van de zitting (…).”
3.Het verzoek
Daarnaast heeft verzoeker twijfels over de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de rechter. De handelwijze van de rechtbank is in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 14 van het Internationaal Verdrag in zake Burgerrechten en Politieke Rechten.
Verzoeker heeft in de hoofdzaak nog geen gronden ingediend. Als in de hoofdzaak uitspraak wordt gedaan, zou dat getuigen van vooringenomenheid en in strijd zijn met de beginselen van een eerlijke en zorgvuldige procesgang, aldus verzoeker.
4.De beoordeling
Dat verzoeker op 23 februari 2025 een eerste wrakingsverzoek heeft ingediend, doet aan het voorgaande niet af. Verzoeker heeft dit wrakingsverzoek op 5 maart 2025 ingetrokken en vervolgens een periode van bijna vier maanden laten verstrijken voordat hij een nieuw wrakingsverzoek heeft ingediend.