Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 52 producties
- de incidentele conclusie tot voeging van KLM met 1 productie
- de conclusie van antwoord van DGEC met 23 producties
- de mondelinge behandeling van 2 juli 2025, waarbij de advocaten gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen en waarvan voor het overige door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
4.AANBEVELINGEN
- Zonnecollectoren toe te passen welke zo weinig mogelijk zonlicht reflecteren.
- De reflectie van de zonnecollectoren waar mogelijk te beperken (…)
- De zonnecollectoren zodanig te plaatsen dat zonlicht niet in de richting van het luchtverkeer en de verkeerstoren wordt weerkaatst.
- Na de installatie van de zonnecollectoren de invloed op de operatie van het vliegverkeer en de verkeersleiding te monitoren.
- Voor de plaatsing in gesprek te gaan met de exploitant van de nabijgelegen luchthaven.
- Bij de installatie van een grote hoeveelheid zonnepanelen te beginnen met een proefopstelling en de effecten op het luchtverkeer en de verkeersleiding te monitoren.
3.Reflecties en verblinding
yellow glaretoegestaan op elk naderingspad vanaf 2 mijl2 voor de baandrempel;
glarevan enige soort toegestaan voor verkeerstorens op waarnemingshoogte.
- Wanneer light textured glass wordt toegepast zullen significante reflecties optreden (yellow glare) op de eindnadering van de Polderbaan. Dit wordt veroorzaakt door zowel de noordoostelijk als de zuidwestelijk georiënteerde panelen en geldt voor alle velden met uitzondering van veld D. Ter illustratie toont Figuur 3-2 voor veld B de mate van reflectie als functie van de periode in het jaar en de tijd van de dag. Hieruit is op te maken dat de blootstelling (duur en frequentie) significant is. Hiermee wordt dus niet voldaan aan het eerste criterium van de FAA. Dit zal niet toelaatbaar zijn. De verkeerstorens worden in dit geval niet blootgesteld aan enige mate van reflectie. Aan het tweede criterium wordt dus wel voldaan.
- Wanneer deeply textured glass wordt toegepast dan is er geen sprake meer van yellow glare op een eindnadering. Ter vergelijking is de mate van reflectie voor dit type panelen eveneens weergegeven in Figuur 3-2. In de eindnadering naar de Polderbaan wordt de vlieger hoogstens blootgesteld aan beperkte reflecties (green glare). In dit geval wordt dus voldaan aan het eerste criterium van de FAA. Er ontstaat dan echter wel enige schittering op de verkeerstoren te Schiphol-Centrum (een neveneffect van de grotere verstrooiing bij deeply textured glass). Dit wordt uitsluitend veroorzaakt door reflecties van de zuidwestelijk georiënteerde panelen in veld A. De mate van reflectie is echter beperkt (green glare). Zoals te zien in Figuur 3-3 is ook de blootstelling beperkt (circa 12 min op jaarbasis).
- Het zonnepark zal geen reflecties veroorzaken op de verkeerstorens. Hiermee wordt voldaan aan de FAA-criteria zoals deze sinds 2021 van kracht zijn.
- Het zonnepark zal geen reflecties veroorzaken op de eindnadering van de Zwanenburgbaan (baan 18C).
- Het zonnepark kan wel reflecties veroorzaken op de eindnadering van de Polderbaan (baan 18R). Verwacht wordt dat in 1,5% tot 3,0% van alle landingen op Schiphol in de dagperiode de vlieger zal worden blootgesteld aan yellow glare. Volgens het FAA-beleid is dit niet ontoelaatbaar.
- Geen yellow glare toegestaan op elk eindnaderingspad vanaf 2 mijl3 voor de baandrempel;
- Geen glare van enige soort toegestaan voor verkeerstorens op waarnemingshoogte.
- Het zonnepark zal geen reflecties veroorzaken op de verkeerstorens. Hiermee voldoet zonnepark De Groene Energie Corridor dus aan de FAA-criteria zoals deze sinds 2021 van kracht zijn (geen glare op de verkeerstoren).
- Het zonnepark zal geen reflecties veroorzaken op de eindnadering van de Zwanenburgbaan (baan 18C).
- Het zonnepark kan wel reflecties veroorzaken op de eindnadering van de Polderbaan (baan 18R). Dit wordt veroorzaakt door zowel de noordoostelijk als de zuidwestelijk georiënteerde panelen en geldt voor alle velden met uitzondering van veld D. Figuur 3-2 toont dat yellow glare zich kan voordoen in het najaar en in de winter (vanaf medio september tot medio maart) en voornamelijk in de ochtend en voormiddag (tussen 09:15 en 13:30 lokale wintertijd). Volgens het voormalige FAA-beleid was dit in strijd met het eerste criterium (geen yellow glare op een eindnadering) en dus niet toelaatbaar. Het huidige FAA-beleid stelt echter geen eisen meer aan de mate van hinder voor de eindnadering. Op basis van voortschrijdend inzicht en praktijkervaringen met bestaande zonneparken, wordt dit door de FAA dus niet meer als ontoelaatbaar gezien. Naar verwachting zal de hinder voor de vlieger vergelijkbaar zijn met die van reflecties veroorzaakt door andere reflecterende oppervlakken (zoals wateroppervlakken, gebouwen met glazen gevels en autoruiten van geparkeerde auto’s) waaraan een vlieger kan worden blootgesteld. (…)
- Beperkt zicht op het eerste deel van de landingsbaan, wat de situationele bewustwording van de piloot vermindert;
- Door verblinding een tijdelijk onvermogen om instrumenten af te lezen, wat kan leiden tot het missen van cruciale vluchtgegevens;
- Afleiding van essentiële taken in een kritische fase van de landing, zoals het overslaan van de checklist vóór de landing;
- Als gevolg van de bovenstaande vertraging van essentiële taken, zoals het op tijd uitklappen van het landingsgestel.
be an increase in hard landings from 1 per year, to between 1,10 and 1,26 per year. The risk associated with a
loss of control on approach resulting in 2-30 fatalities will increase from 1 every 150 years to 1 every 119 to 136 years(or from 0,66 times per 100 year to 0,74-0,84 times per 100 year). The uncertainty depends on the way glare from the different solar park fields coincides during times of the day.
7.Appendix
de voorzieningenrechter: vertegenwoordigers van DGEC]geven aan dat Zonneveld A zo goed als klaar is. Zonneveld B zit op ongeveer 80 procent. De oplevering is eind maart gepland.
- i) de oorspronkelijke FAA-normen uit 2013 (FAA 2013)
- ii) een voorstel van ILT-EHAM, en
- iii) een nieuw door NLR geïntroduceerd ‘prudentiecriterium’
- Er zijn drie mogelijke criteria bekeken (FAA 2013, ILT-EHAM en Prudentie)
- Verschillende vragen en observaties bij het ILT voorstel moeten nog besproken worden.
- Wanneer besluiten daadwerkelijk op basis van een gedeeld en doorgrond inzicht in de risico’s voor de operatie moeten worden genomen, zijn nader overleg en nadere analyses nodig, met meerdere stakeholders.
- Wanneer het uitgangspunt is dat meldingen zoals afgelopen winter niet acceptabel zijn, dan dient het Prudentie criterium te worden aangehouden. (Een criterium obv ILT voorstel kan mogelijk ook voldoen, maar vraagt nadere uitwerking).
- Anders dan onder de FAA 2013 criteria zijn er geen oplossingen waarbij kan worden volstaan met gedeeltelijke verwijdering van het park.
- Redenen voor intrekking is recente kennis
- In NL speelt oriëntatie van de zonneparken een grotere rol dan in het buitenland (vaak geen eisen aan inpassing in het landschap)
- i) uiterlijk dinsdag 27 mei 2025 om 10:00 uur te bevestigen dat DGEC de onrechtmatige situatie voor 1 augustus 2025 zal beëindigen; en
- ii) uiterlijk maandag 2 juni 2025 om 17:00 uur een gedetailleerd, realistisch en effectief plan van aanpak inclusief tijdspad aan Schiphol te overleggen, waaruit duidelijk blijkt hoe DGEC de onrechtmatige situatie tijdig zal beëindigen; en
- iii) er uiterlijk vrijdag 1 augustus 2025 om 08:00 uur daadwerkelijk voor te zorgen dat de onrechtmatige situatie is beëindigd.
3.Het geschil
- a) 1 augustus 2025, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum, ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 042° op velden A, B en C; en
- b) 1 September 2025, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum, ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 042° op veld D; en
- c) 1 oktober 2025, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum, ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 222° op velden A, B en D; en
- d) 1 november 2025, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum, ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 222° op veld C;
- i) Schiphol zelf, omdat de capaciteit van de Luchthaven om vliegverkeer te verwerken wordt beperkt door de sluiting van banen. Alternatieve banen kunnen niet (altijd) alle vluchten opvangen. Daarnaast kan de Luchthaven door de sluiting niet voldoen aan de regels over geluidshinder van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel Schiphol ("NNHS"). Ook leidt een verminderde baancapaciteit voor Schiphol tot een verlies aan inkomsten door misgelopen havengelden en bestedingen van reizigers.
- ii) luchtvaartmaatschappijen en reizigers, omdat als gevolg van beperkingen van de capaciteit van de Luchthaven potentieel honderden vluchten moeten worden geannuleerd en vluchten langdurig worden vertraagd. Dit alles veroorzaakt schade die kan oplopen tot vele tientallen en zelfs honderden miljoenen euro's.
- iii) de luchtverkeersleiding, omdat de luchtvaartoperatie complexer wordt doordat het aantal baancombinatiewisselingen toeneemt en er vaker sprake zal zijn van kruisend vliegverkeer. Dat verzwaart de werklast voor de luchtverkeersleiders.
- iv) omwonenden, omdat geen gebruik kan worden gemaakt van de banen die per saldo de minste geluidshinder opleveren en de geluidshinder dus toeneemt. Uitgangspunt is dat banen worden ingezet volgens de regels van het NNHS, waarvan het preferent baangebruik onderdeel is. Daarin is de Polderbaan als preferente baan aangewezen. Deze regels zijn er zodat de vliegbewegingen zo min mogelijk geluidshinder toebrengen aan omwonenden.
- i) DGEC houdt zich niet aan het voorschrift in de aan haar verleende omgevingsvergunning om deeply textured glass zonnepanelen te plaatsen die geen schitteringen veroorzaken en handelt daarmee in strijd met een wettelijke plicht
- ii) DGEC veroorzaakt onrechtmatige hinder;
- iii) DGEC handelt in strijd met wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk is doordat zij ernstige veiligheidsrisico's voor het vliegverkeer veroorzaakt, en daartegen geen maatregelen neemt.
4.De beoordeling
Omgevingsvergunning
in most cases, the glint and glare from solar energy systems on final approach is similar to glint and glare pilots routinely experience from waterbodies, glassfaçade buildings, parking lots, and similar features.” (zie 2.12). Dit sluit niet uit dat er situaties zijn waarbij de schittering heviger is dan wat piloten gewend zijn. Uit het verslag van het overleg van de Stuurgroep van 23 april 2025 (zie 2.28) blijkt bovendien dat het NLR door voortschrijdend inzicht inmiddels bedenkingen heeft bij aanpassing van de FAA-norm. De nieuwe FAA norm verandert ook niets aan het feit dat schitteringen van het Zonnepark in bepaalde maanden van het jaar “yellow glare” veroorzaken. Uit de 29 meldingen van piloten die tussen eind augustus 2024 en begin maart 2025 zijn binnengekomen bij het Analysebureau Luchtvaart (ABL) en meldingen die door piloten zijn gedaan aan de verkeerstoren (LVNL) blijkt dat piloten ernstige hinder ondervinden van schitteringen van het Zonnepark. Zij hebben melding gemaakt van onder meer (bijna) verblinding, beperkt zicht, oogpijn, onmogelijkheid om naar buiten te kijken voor meerdere seconden. Sommige piloten hebben beschreven dat het hierdoor tijdelijk onmogelijk was om de instrumenten in de cockpit af te lezen, om de landingsbaan te zien en om te focussen op de landing. Ook is melding gemaakt van afleiding en vertraging in het uitvoeren van voor de landing noodzakelijke acties. Dat de meldingen slechts in samengevatte vorm blijken uit het een bijlage bij het door ISMS opgestelde JRA-rapport en de originele meldingen met de naam van de melder (om privacyredenen) niet beschikbaar zijn en ook het tijdstip van de melding niet is vermeld, is voor de voorzieningenrechter geen reden om aan de betrouwbaarheid van deze meldingen te twijfelen. Dat het gaat om subjectieve waarnemingen van de piloten betekent evenmin dat de meldingen niet serieus genomen hoeven worden. In tegendeel, het gaat juist om de gevolgen die de schitteringen hebben op piloten en uit de meldingen en ook de verklaring van een piloot van KLM ter zitting komt naar voren dat de schitteringen van het Zonnepark veel heftiger zijn dan wat zij gewend zijn. Als piloten bij de eindnadering (ernstige) hinder ondervinden van schitteringen van het Zonnepark, raakt dat de vliegveiligheid. De gevolgen van de schitteringen die de piloten melden komen ook overeen met bevindingen van ISMS in het JRA-rapport waarin – onder verwijzing naar diverse onderzoeken – wordt opgemerkt de schitteringen kunnen leiden tot (a) visuele beperking, (b) afleiding en (c) toename van werkdruk tijdens een kritische fase in het landingsproces.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
- a) 1 september 2025 ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 042°; en
- b) 15 oktober 2025 ten aanzien van de panelen met een oriëntatie van 222°,