ECLI:NL:RBNHO:2025:8047

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
AWB - 23 _ 1811
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douanerechtelijke indeling van afrasteringsband en afrasteringsdraad in de Gecombineerde Nomenclatuur

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 juli 2025 uitspraak gedaan over de indeling van afrasteringsband en afrasteringsdraad in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). Eiseres, vertegenwoordigd door gemachtigde C. van Oosten, heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van de inspecteur van de Douane, die de indeling van de producten onder GN-post 7326 2000 had vastgesteld. Eiseres betoogde dat de producten, bestaande uit kunststof geweven banden met metalen draden, onder andere indelingsposten moesten vallen, zoals GN-post 7217 of 7223, omdat de metalen draden het wezenlijke karakter van de producten bepalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de producten uit verschillende stoffen zijn samengesteld en dat de metalen draden essentieel zijn voor het functioneren van de producten als elektrische geleiders. De rechtbank oordeelde dat de indeling onder GN-post 7326 2000 correct was, omdat de producten eindproducten zijn en niet voldoen aan de criteria voor indeling onder de andere voorgestelde posten. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en een vergoeding van immateriële schade toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 23/1811 t/m HAA 23/1816

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 3 juli 2025 in de zaken tussen

[eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] ( [land] ), eiseres

(gemachtigde: C. van Oosten),
en

de inspecteur van de Douane, verweerder.

Inleiding

Dit beroep gaat over de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) van afrasteringsband ( [afrasteringsband] ) dan wel afrasteringsdraad ( [afrasteringsdraad 1] en [afrasteringsdraad 2] ) met de volgende handelsbenaming:
Artikelnummer [# 1] – [naam artikel 1]
Artikelnummer [# 2] – [naam artikel 2]
Artikelnummer [# 3] – [naam artikel 3]
Artikelnummer [# 4] – [naam artikel 4]
Artikelnummer [# 5] – [naam artikel 5]
Artikelnummer [# 6] – [naam artikel 5]
Op 5 april 2022 heeft verweerder aan eiseres beschikkingen inzake een bindende tariefinlichting (hierna: BTI) met kenmerken NL BTI [kenmerknummer 1] t/m NL BTI [kenmerknummer 2] afgegeven.
Verweerder heeft bij zes afzonderlijke uitspraken op bezwaar van 19 december 2022 de daartegen gemaakte bezwaren van eiseres ongegrond verklaard en de BTI’s gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen in één geschrift beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaken geregistreerd onder de volgende zaaknummers:
HAA 23/1811: inzake de BTI voor afrasteringsband met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 1] ;
HAA 23/1812: inzake de BTI voor afrasteringsband met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 3] ;
HAA 23/1813: inzake de BTI voor afrasteringsdraad met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 4] ;
HAA 23/1814: inzake de BTI voor afrasteringsdraad met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 5] ;
HAA 23/1815: inzake de BTI voor afrasteringsdraad met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 6] ;
HAA 23/1816: inzake de BTI voor afrasteringsdraad met kenmerk NL BTI [kenmerknummer 2] .
Verweerder heeft ten aanzien van elke zaak een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft bij brieven van 7 mei 2025, ontvangen door de rechtbank op 13 mei 2025, nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 mei 2025.
Eiseres is verschenen, vertegenwoordigd door [naam 1] , manager director, bijgestaan door gemachtigde C. van Oosten. Namens verweerder zijn verschenen [naam 2] en
mr. [naam 3] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres heeft op 23 november 2021 zes BTI-aanvragen ingediend voor afrasteringsband/draad. In de aanvragen worden de producten als volgt omschreven:
NL BTI [kenmerknummer 1] : Artikelnummer [# 1] – [naam artikel 1]
“Afrasteringsband voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit witte en rode polyethyleenvezels die tot een dunne band met de breedte van 20 millimeter zijn geweven. De band, met een totaallengte van 200 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleidemateriaal voor de elektrische stroom zijn in de band 5 stuks verzinkte ijzeren ( [merk 1] ) draden aangebracht met een doorsnede van 0,3 mm. De breekbelasting van de banden bedraagt 120 kilogram en elektrische weerstand van de draden bedraag 0,374 D/rin
De banden worden uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen aangebracht en vormen daarmee het begrazingshekwerk. De in de banden aanwezige draden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
NL BTI [kenmerknummer 3] : Artikelnummer [# 2] – [naam artikel 2]
“Afrasteringsband voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit een drager van witte polyetheendraden (de rechtbank begrijpt: polyethyleendraden) die tot een band met een breedte van 20 mm zijn geweven. De band, met een totaallengte van 200 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleide materiaal voor de elektrische stroom zijn in de band 4 stuks roestvrijstalen ( [merk 2] ) draden aangebracht met een doorsnede van 0,16 mm. De breukbelasting van de banden bedraagt 90 kilogram en elektrische weerstand van de draden bedraag 10,470/m
De banden worden meerdere malen uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen vormen daarmee het begrazingshekwerk. De banden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
NL BTI [kenmerknummer 4] : Artikelnummer [# 3] – [naam artikel 3]
“Afrasteringsdraad voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit rode en witte polyethyleenvezels die tot een dunne draad zijn geweven (diameter ongeveer 6 millimeter). De draad, met een totaallengte van 200 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleidemateriaal voor de elektrische stroom zijn in de draad 6 stuks verzinkte ijzerdraden ( [merk 1] ) aangebracht met een doorsnede van 0,30 mm. De breukbelasting van de banden bedraagt 400 kilogrom en elektrische weerstand van de draden bedraag 0,311 Dim
De draden worden uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen aangebracht en vormen daarmee het begrazingshekwerk. De draden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
NL BTI [kenmerknummer 5] : Artikelnummer [# 4] – [naam artikel 4]
“Afrasteringsdraad voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit rode en witte polyethyleenvezels die tot een dunne draad zijn geweven. De draad, met een totaallengte van 300 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleidemateriaal voor de elektrische stroom zijn in de draad 3 stuks verzinkte ijzerdraden ( [merk 1] ) aangebracht met een doorsnede van 0,30 mm. De breekbelasting van de banden bedraagt 100 kilogrom en elektrische weerstand van de draden bedraag 0,623 n/m
De draden worden uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen aangebracht en vormen daarmee het begrazingshekwerk. De draden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
NL BTI [kenmerknummer 6] : Artikelnummer [# 5] – [naam artikel 5]
“Afrasteringsdraad voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit witte polyethyleenvezels die tot een draad met een doorsnede van 6 millimeter zijn geweven. De draad, met een totaallengte van 200 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof Hens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleidemateriaal voor de elektrische stroom zijn in de draad 6 stuks roestvrijstalen ( [merk 2] ) draden aangebracht met een doorsnede van 0,20 mm. De breekbelasting van de banden bedraagt 350 kilogram en elektrische weerstand van de draden bedraag 3,87 dim
De draden worden uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen aangebracht en vormen daarmee het begrazingshekwerk. De draden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
NL BTI [kenmerknummer 2] : Artikelnummer [# 6] – [naam artikel 5]
“Afrasteringsdraad voor een elektrische begrazingshekwerk, bestaande uit witte polyethyleenvezels die tot een draad met een doorsnede van 6 millimeter zijn geweven. De draad, met een totaallengte van 200 meter, is opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op boven- en onderkant en is als zodanig gereed voor de verkoop in het klein aan de eindgebruiker.
Als geleidemateriaal voor de elektrische stroom zijn in de draad 6 stuks roestvrijstalen ( [merk 2] ) draden aangebracht met een doorsnede van 0,20 mm. De breekbelasting van de banden bedraagt 350 kilogram en elektrische weerstand van de draden bedraag 3,87 O/m
De draden worden uitgerekt en aangebracht op regelmatige afstanden tussen de hekpalen aangebracht en vormen daarmee het begrazingshekwerk. De draden worden aangesloten op een geaard elektrisch stroomapparaat en dienen als zodanig als elektrische geleider.”
2. Eiseres heeft in haar aanvragen met kenmerken NL BTI [kenmerknummer 3] , NL BTI [kenmerknummer 6] en NL BTI [kenmerknummer 2] verzocht om indeling van de producten onder GN- postonderverdeling 7223 0019 00. Daarbij hoort een tarief van 0%.
In de aanvragen met kenmerken NL BTI [kenmerknummer 1] , NL BTI [kenmerknummer 4] en NL BTI [kenmerknummer 5] staat het vakje “Goederencode” niets vermeld. Naar de rechtbank begrijpt heeft eiseres in deze aanvragen verzocht om indeling van de producten onder GN-postonderverdeling 7217 3049 00. Daarbij hoort een tarief van 0%.
3. Op 5 april 2022 heeft verweerder aan eiseres BTI’s met kenmerken NL BTI [kenmerknummer 1] t/m NL BTI [kenmerknummer 2] afgegeven. De producten zijn daarin als volgt omschreven:
NL BTI [kenmerknummer 1] : Artikelnummer [# 1] – [naam artikel 1]
“Zogenoemd afrasteringsband met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit een weefsel van polyethyleen waarin zich 5 in de lengte liggende draden van verzinkt ijzer bevinden ( [merk 1] );
- breedte van het weefsel (band) bedraag 20 mm, lengte ongeveer 200 meter en de doorsnede van de ijzerdraden bedraagt 0,3 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 0,374 Ω/m;
- de breukbelasting van het band bedraagt 120 kilogram.
Het afrasteringsband wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
NL BTI [kenmerknummer 3] : Artikelnummer [# 2] – [naam artikel 2]
“Zogenoemd afrasteringsband met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit een weefsel van polyethyleen waarin zich 4 in de lengte liggende draden van roestvrijstaal bevinden ( [merk 2] );
- breedte van het weefsel (band) bedraag 20 mm, lengte ongeveer 200 meter en de doorsnede van de ijzerdraden bedraagt 0,16 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 10,47 Ω/m;
- de breukbelasting van het band bedraagt 90 kilogram.
Het afrasteringsband wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
NL BTI [kenmerknummer 4] : Artikelnummer [# 3] – [naam artikel 3]
“Zogenoemd afrasteringsdraad met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit 4 bundeltjes polyethyleen vezels, ineengedraaid, waarin zich in totaal 6 draden van verzinkt ijzer bevinden ( [merk 1] );
- lengte ongeveer 200 meter;
- doorsnede van de ijzerdraden 0,3 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 0,311 Ω/m;
- de breukbelasting van het draad bedraagt 400 kilogram.
Het afrasteringsdraad wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
NL BTI [kenmerknummer 5] : Artikelnummer [# 4] – [naam artikel 4]
“Zogenoemd afrasteringsdraad met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit 3 bundeltjes polyethyleen vezels, ineengedraaid, waarin zich in totaal 3 draden van verzinkt ijzer bevinden ( [merk 1] );
- lengte ongeveer 300 meter;
- doorsnede van de ijzerdraden 0,3 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 0,623 Ω/m;
- de breukbelasting van het draad bedraagt 100 kilogram.
Het afrasteringsdraad wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
NL BTI [kenmerknummer 6] : Artikelnummer [# 5] – [naam artikel 5]
“Zogenoemd afrasteringsdraad met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit 3 bundeltjes polyethyleen vezels, ineengedraaid, waarin zich in totaal 3 draden van roestvrijstaal bevinden ( [merk 2] );
- lengte ongeveer 250 meter;
- doorsnede van de ijzerdraden 0,16 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 3,87 Ω/m;
- de breukbelasting van het draad bedraagt 75 kilogram.
Het afrasteringsdraad wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
NL BTI [kenmerknummer 2] : Artikelnummer [# 6] – [naam artikel 5]
“Zogenoemd afrasteringsdraad met – volgens opgave – onder andere de volgende kenmerken:
- voor aansluiting op een geaard elektrisch voedingsapparaat;
- wordt op regelmatige afstanden aan palen bevestigd, als schrikdraad voor een weide-/begrazingshekwerk;
- de metalen geleider zorgt bij aanraking voor een elektrische schok;
- samengesteld uit 3 bundeltjes polyethyleen vezels, ineengedraaid, waarin zich in totaal 6 draden van roestvrijstaal bevinden ( [merk 2] );
- lengte ongeveer 200 meter;
- doorsnede van de ijzerdraden 0,2 mm;
- de elektrische weerstand van de draden bedraagt 3,87 Ω/m;
- de breukbelasting van het draad bedraagt 350 kilogram.
Het afrasteringsdraad wordt aangeboden voor de verkoop in het klein, opgerold op een kartonnen klos met kunststof flens op de boven- en onderkant.”
4. De producten zijn met behulp van indelingsregels 1, 3b en 6 ingedeeld onder GN-postonderverdeling 7326 2000, als andere werken van ijzer of van staal (werken van ijzer- of staaldraad). Het wezenlijke karakter wordt volgens verweerder toegekend aan het ijzer- of staaldraad omdat dit zorgt voor de stroomschokken (het schrikeffect). Bij de indeling behoort een tarief van 2,7%.

Geschil5. In geschil is of verweerder de producten terecht heeft ingedeeld in GN-postonderverdeling 7326 2000.

6. Eiseres stelt dat de producten samengestelde producten zijn en bestaan uit kunststof geweven banden, gemaakt van polyethyleen en polypropyleen, waarin een of meerdere staaldraden of roestvrije staaldraden zijn verwerkt. Daardoor moeten zowel de tariefpost voor polyethyleen- of propyleenbanden (GN-post 5607) als de tariefposten voor staaldraad en roestvrij staaldraad (GN-posten 7217 en 7223) in aanmerking worden genomen. Op grond van indelingsregel 3b dient het wezenlijke karakter te worden toegekend aan de elektrisch geleidende metalen draden, ook al bevatten de producten, in termen van hoeveelheid of gewicht, meer kunststof. De afrasteringsbanden dienen te worden ingedeeld onder GN-post 7217 of 7223, afhankelijk van de soort van de aanwezige metaaldraden. Dit standpunt heeft verweerder ook in meerdere uitspraken op bezwaar ingenomen. Ook zijn er BTI’s afgegeven door de Ierse en Duitse douaneadministraties voor identieke/soortgelijke elektrische afrasteringsproducten, waarin deze producten zijn ingedeeld onder GN-posten 7217 en 7223. Indeling onder 7326 2000 is niet correct omdat GN-post 7326 een restpost is en GN-post 7217 dan wel 7223 een specifiekere post is. Eiseres wijst ter onderbouwing van haar standpunt naar de conclusie van de 258e vergadering van het Comité douanewetboek, afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur. De conclusie van de 237e vergadering van het Comité, waar verweerder naar verwijst, is daarmee in strijd.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de BTI’s. zij verzoekt verder om vergoeding van de proceskosten en het griffierecht en vergoeding van immateriële schade wegens termijnoverschrijding.
7. Verweerder stelt dat de producten met indelingsregels, 1, 3b en 6 moeten worden ingedeeld onder GN-post 7326. Het gaat om producten die zijn samengesteld uit een weefsel van polyethyleen waarin zich meerdere draden van verzinkt ijzer of roestvrij staal bevinden. Op basis van indelingsregel 3b bepalen de draden van verzinkt ijzer/roestvrij staal het wezenlijke karakter van het samengestelde product, omdat dit zorgt voor de stroomschokken (het schrikeffect). De producten bestaan niet uit 1 draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal, maar uit meerdere draden en zijn daarom geen producten in primaire vorm. Het zijn ook geen halffabricaten, maar eindproducten. De producten zijn samengesteld uit meerdere draden, waardoor indeling in hoofdstuk 72, gezien de opbouw van de GN, niet mogelijk is. Omdat de producten bestaan uit meerdere draden hebben de producten het karakter van een werk van draden verkregen en dienen de producten daarom op grond van hun objectieve kenmerken en eigenschappen ingedeeld te worden onder GN-post 7326. Verweerder vindt hiervoor steun in de toelichting op GN-post 7217 en de toelichting op GN-post 7326.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.
Relevante regelgeving
8. GN-post 7217 luidde ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover van belang, als volgt:
7217 Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal:
7217 10 – niet bekleed, ook indien gepolijst:
(…)
7217 20 – verzinkt:
(…)
7217 30 – bekleed met andere onedele metalen:
– – bevattende minder dan 0,25 gewichtspercent koolstof:
7217 30 41 – – – verkoperd
7217 30 49 – – – ander
9. GN-post 7223 luidde ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover van belang, als volgt:
7223 00 Draad van roestvrij staal:
– bevattende 2,5 of meer gewichtspercenten nikkel:
7223 00 11 – – bevattende 28 of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten
nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten
chroom
7223 00 19 – – ander
10. De toelichting van de Internationale Douaneraad (hierna: GS-toelichting) op hoofdstuk 72 van het GS luidt in de authentieke Engelse taalversie – voor zover van belang – als volgt:
“This Chapter covers the ferrous metals, i.e., pig iron, spiegeleisen, ferro‑alloys and other primary materials (sub‑Chapter I), as well as certain products of the iron and steel industry (ingots and other primary forms, semi‑finished products and the principal products derived directly therefrom) of iron or non‑alloy steel (sub‑Chapter II), of stainless steel (sub‑Chapter III) and of other alloy steel (sub‑Chapter IV).
Further worked articles, such as castings, forgings, etc., and sheet piling, welded angles, shapes and sections, railway or tramway track construction material and tubes are classified in Chapter 73 or, in certain cases, in other Chapters.”
11. GN-post 7312 luidde ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover van belang, als volgt:
7312 Kabels, strengen, lengen en dergelijke artikelen, van ijzer of van staal, niet
geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit.
7312 10 – kabels en strengen
7312 10 20 – – van roestvrij staal
12. De GS-toelichting op GS-post 73.12 luidt in de authentieke Engelse taalversie – voor zover van belang – als volgt:
“The heading covers stranded wire (or wire strand) obtained by closely twisting together two or more single wires, and cables and ropes of all sizes which are in turn formed by twisting such strands together. Provided they remain essentially articles of iron or steel wire, ropes and cables may be laid on textile cores (hemp, jute, etc.) or covered with textiles, plastics, etc.
Ropes and cables are generally round in cross‑section, but the heading also includes bands, usually of rectangular (including square) section, formed by plaiting single or stranded wires.
The heading includes such ropes, cables, bands, etc., whether or not they are cut to length, or fitted with hooks, spring hooks, swivels, rings, thimbles, clips, sockets, etc. (provided that they do not thereby assume the character of articles of other headings), or made up into single or multiple slings, strops, etc.
These goods are used for hoisting (with cranes, winches, pulleys, lifts, etc.) in mining, quarrying, shipping, etc.; for hauling or towing; as hawsers; as transmission belting; as rigging or guying for masts, pylons, etc.; as fencing strand; as stone sawing strand (usually three‑ply stranded wire of special steel), etc.
The heading does not include :
( a) Barbed wire, and loosely twisted, non‑barbed, double fencing wire (“torsades”) (heading 73.13).”
13. GN-post 7313 luidde ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover van belang, als volgt:
7313 00 00 Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal, bestaande uit getorste
draden of uit strippen, al dan niet voorzien van punten, stekels of tanden,
van ijzer of van staal
14. De GS-toelichting op GS-post 73.13 luidt in de authentieke Engelse taalversie – voor zover van belang – als volgt:
“This heading covers the following types of fencing or enclosure hoop and wire (wire as defined in Chapter Note 2) :
(1) Barbed wire consisting of iron or steel wires twisted together rather loosely, with barbs or sometimes small sharp pieces of strip metal at frequent intervals.
(2) Narrow flat hoop or wire toothed at intervals and used as an alternative to barbed wire.
(3) Twisted hoop or single flat wire. This ribbon fencing wire is often used under the name of “torsades”. It consists of narrow hoop, strip or flat wire which may be lightly twisted. These goods fall in the heading whether or not they are barbed.
(4) Loosely twisted wire consisting of two wires of iron or steel and clearly suitable for fencing uses. This is also known as “torsades”.
The heading also includes “dannerts” and similar barbed wire entanglements, sometimes already mounted on wooden or metal poles, used for military purposes, for fencing, etc.
The hoop and wire used are generally galvanised or otherwise coated (e.g., covered with plastics).
The heading excludes closely twisted stranded wire or cable, also sometimes used for fencing (heading 73.12).”
15. GN-post 7326 luidde ten tijde van de afgifte van de BTI, voor zover van belang, als volgt:
7326 Andere werken van ijzer of van staal:
– gesmeed of gestampt, doch niet verder bewerkt:
7326 11 00 – – kogels en dergelijke artikelen voor breekmachines
7326 19 – – andere:
7326 19 10 – – – gesmeed
7326 19 90 – – – andere
7326 20 00 – werken van ijzer- of staaldraad
16. De GS-toelichting op GS-post 73.26 luidt in de authentieke Engelse taalversie – voor zover van belang – als volgt:
“This heading covers all iron or steel articles obtained by forging or punching, by cutting or stamping or by other processes such as folding, assembling, welding, turning, milling or perforating other than articles included in the preceding headings of this Chapter or covered by Note 1 to Section XV or included in Chapter 82 or 83 or more specifically covered elsewhere in the Nomenclature.
The heading includes :
(…)
(2) Articles of wire, such as snares, traps, mouse‑traps, eelpots and the like; wire ties for fodder, etc.; tyre tringles; duplex or twin wire for making textile loom healds and formed by soldering together two single wires; nose‑rings for animals; mattress hooks, butchers’ hooks, tile hangers, etc.; waste paper baskets.
(…)”

Beoordeling door de rechtbank

Indeling in de GN
17. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof van Justitie), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer Hof van Justitie 26 april 2017, C-51/16, Stryker EMEA Supply Chain Services BV, ECLI:EU:C:2017:298, punten 39 en 45).
18. De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting mede aan de hand van de ter zitting getoonde producten vast dat deze de volgende objectieve kenmerken en eigenschappen hebben.
De producten met de naam “ [afrasteringsband] ” bestaan uit een weefsel van polyethyleen met daarin 4 of 5 in de lengte liggende draden van verzinkt ijzer dan wel roestvrij staal (afrasteringsband). De producten met de naam “ [afrasteringsdraad 1] en [afrasteringsdraad 2] ” bestaan uit 3 of 4 bundeltjes polyethyleen vezels, ineengedraaid, waarin zich in totaal 3 of 6 draden van roestvrij staal dan wel verzinkt ijzer bevinden (afrasteringsdraad).
De banden/draden worden op regelmatige afstand aan hekpalen bevestigd en vormen daardoor een weidehekwerk. De banden/draden worden vervolgens aangesloten op een geaard elektrisch voedingsapparaat en dienen daardoor als elektrische geleiders. De metalen geleiders zorgen bij aanraking voor een elektrische schok.
Voor het overige verwijst de rechtbank naar de omschrijving van de producten in de afgegeven BTI’s, weergegeven onder punt 3.
19. Gelet op de genoemde objectieve kenmerken en eigenschappen van de producten, is de rechtbank met partijen van oordeel dat de producten zijn samengesteld uit verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen. De producten bestaan immers enerzijds uit polyethyleen en anderzijds uit draden van verzinkt ijzer of roestvrij staal. Wat betreft de massa van de producten bestaan deze voor het grootste gedeelte uit polyethyleen vezels. Deze vezels vormen een belangrijk onderdeel van het eindproduct omdat daardoor de draden zichtbaar zijn, het product makkelijker kan worden vastgemaakt aan de hekpalen en omdat het invloed heeft op de trekbelasting.
Ook de draden van verzinkt ijzer/roestvrij staal vormen een belangrijk onderdeel van het eindproduct, omdat deze zorgen voor het schrikeffect voor de dieren, als de draden worden aangesloten op een geaard elektrisch voedingsapparaat. Er bestaat geen tariefpost in de GN die voornoemde samengestelde producten omschrijft, zodat de producten niet met indelingsregel 1 ingedeeld kunnen worden.
20. Omdat de producten bestaan uit enerzijds polyethyleen en anderzijds uit draden van verzinkt ijzer of roestvrij staal, zijn de producten met toepassing van indelingsregel 2b vatbaar voor indeling onder twee posten. Ten eerste zijn de producten vatbaar voor indeling onder GN-post 5607 “Bindgaren, touw en kabel, al dan niet gevlochten, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof van polyethyleen of van polypropyleen”.
Ten tweede zijn de producten vatbaar voor indeling onder GN-post 7326 “andere werken van ijzer of van staal”. Wat betreft de laatste post oordeelt de rechtbank als volgt.
21. Anders dan eiseres stelt, zijn de producten niet vatbaar voor indeling onder GN-post 7217 “Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal” of onder GN-post 7223 “Draad van roestvrij staal”. Uit de GS-toelichting op hoofdstuk 72 van het GS volgt namelijk dat hoofdstuk 72 het volgende omvat: Ferrometalen, dat wil zeggen ruw gietijzer, spiegelijzer, ferrolegeringen en andere basisproducten (onderdeel I), alsmede producten van de ijzer- en staalmetallurgie (ingots en andere primaire vormen, halffabricaten en de belangrijkste, rechtstreeks daaruit verkregen producten) van ijzer of niet-gelegeerd staal (onderdeel II), van roestvrij staal (onderdeel III) en van ander gelegeerd staal (onderdeel IV).
De onderhavige producten bevatten niet één enkele draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal, maar meerdere parallel liggende draden en zijn daarom geen producten in primaire vorm of halffabricaten, maar eindproducten. Hierdoor is indeling in hoofdstuk 72, gezien de opbouw van de GN, niet mogelijk.
22. De producten zijn evenmin vatbaar voor indeling onder GN-post 7312 “Kabels, strengen, lengen en dergelijke artikelen, van ijzer of van staal, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit” of onder GN-post 7313 “Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal, bestaande uit getorste draden of uit strippen, al dan niet voorzien van punten, stekels of tanden, van ijzer of van staal”. Uit de GS-toelichting op GS-post 73.12 volgt dat deze post kabels omvat van alle afmetingen, verkregen door sterk ineendraaien van twee of meer parallel gelegen ijzer- of staaldraden of van twee of meer aldus verkregen strengen. Uit de bewoordingen van GN-post 7313 volgt dat het daar bedoelde prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal moet bestaan uit getorste draden. Hiermee wordt bedoeld dat de draden in elkaar zijn gewikkeld. De rechtbank is van oordeel dat de producten met de naam “ [afrasteringsband] ” reeds niet voldoen aan de omschrijving van deze GN-posten, omdat de ijzer- of staaldraden in deze producten niet ineengedraaid zijn, als kabels of getorste draden, maar in de banden parallel aan elkaar blijven liggen. De overige producten voldoen ook niet aan de omschrijvingen omdat het niet gaat om ijzer- of staaldraden die met elkaar ineengedraaid zijn, maar in het draad zijn gewikkeld of verwerkt samen met het polyethyleen.
23. Omdat geen indeling mogelijk is onder voornoemde posten, komen de producten in aanmerking voor indeling onder de restpost 7326 “Andere werken van ijzer of van staal”. Doordat meerdere ijzer- of staaldraden zijn verwerkt in het materiaal van polyethyleen (al dan niet gedraaid), is sprake van een werk van ijzer of van staal. Dat er niet een bewerking aan de draad zelf heeft plaatsgevonden, zoals eiseres stelt, maakt het voorgaande niet anders. Dat de producten niet vergelijkbaar zouden zijn met de voorbeelden die in de GS-toelichting op GS-post 73.26 worden genoemd, kan eiseres niet baten. GN-post 7326 is immers een restpost zodat ook andere producten dan de in de toelichting genoemde goederen, onder deze post kunnen vallen.
24. Naar het oordeel van de rechtbank is toepassing van indelingsregel 3a niet mogelijk, omdat GN-post 5607 noch GN-post 7326 betrekking heeft op het gehele product. Daarom moet het product worden ingedeeld op basis van indelingsregels 2b en 3b. Op grond van indelingsregel 3b dient het product te worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan het zijn wezenlijke karakter ontleent, indien dat kan worden bepaald.
25. De GS-toelichting geeft richtlijnen op indelingsregel 3b. De goederen kunnen hun wezenlijk karakter met name ontlenen aan de stof waaruit zij bestaan, aan de artikelen waaruit zij zijn samengesteld, aan de omvang, de hoeveelheid, het gewicht en de waarde daarvan, ofwel aan de belangrijkheid van de samenstellende stoffen ten opzichte van het gebruik dat van de goederen zal worden gemaakt (arrest van het Europese Hof van Justitie van 20 juni 1996, zaak C-121/95 – VOBIS Microcomputer, r.o. 21).
26. Partijen stellen zich op het standpunt dat de producten, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen, hun wezenlijke karakter ontlenen aan de draden van verzinkt ijzer/roestvrij staal omdat dit zorgt voor de stroomschokken en het schrikeffect voor de dieren. De rechtbank volgt partijen in dit standpunt. De producten zijn bedoeld om te worden gebruikt in een elektrisch afrasteringssysteem. Hoewel in de producten de kunststof de overhand heeft wat betreft massa, en ook van belang is omdat daardoor de draden zichtbaar worden, het product makkelijker kan worden vastgemaakt aan de hekpalen en omdat het invloed heeft op de trekbelasting, weegt het belang van de metalen draden voor het gebruik van de producten zwaarder dan het belang van de polyethyleen, omdat zonder de metalen draden de producten niet als elektrisch hekwerk kunnen worden gebruikt. Het polyethyleen kan, in tegenstelling tot de metalen draden, wel worden vervangen door ander materiaal.
27. Gelet op het voorgaande dienen de producten naar het oordeel van de rechtbank met toepassing van algemene indelingsregels 3b en 6 ingedeeld te worden onder GN-post 7326, meer specifiek onder GN-onderverdeling 7326 2000 als “werken van ijzer- of staaldraad”.
Advies van het Comité douanewetboek
28. Tijdens de 258e vergadering van het Comité douanewetboek, de afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur (hierna: het Comité), heeft het Comité een advies gegeven over de tariefindeling van een product beschreven als “draad voor het vastbinden van planten” (TAXUD/71725/2024). Volgens de notulen van de vergadering bestaat het product uit een 100 meter lange, met kunststof beklede draad (afmeting dwarsdoorsnede: minder dan 16 mm) van staal (geen roestvrij staal), die in een geëtiketteerde plastic doos is gewikkeld en opgeborgen. De doos is uitgerust met een mesachtige snijder van aluminiumplaat, welke dient om de draad op de gewenste lengte af te snijden. Het artikel wordt gebruikt als binddraad of klimdraad voor planten. Het Comité heeft geadviseerd om dit product (het draad in combinatie met een mes) met toepassing van indelingsregel 1, 3b en 6 onder GN-post 7217 in te delen. Eiseres heeft een product met deze kenmerken getoond ter zitting.
29. De rechtbank is van oordeel dat voornoemd advies niet van toepassing is op de producten in geschil, omdat het in dit advies gaat om een met kunststof beklede draad, terwijl het bij de producten in geschil gaat om meerdere draden (niet met kunststof bekleed). Er is daarom sprake van een ander product. Indeling van een enkele draad komt voor indeling onder GN-post 7217 in aanmerking. De rechtbank acht, anders dan eiseres stelt, het advies van de 237e vergadering van het Comité niet in strijd met het advies van de 258e vergadering van het Comité, omdat het bij het daarin omschreven product niet gaat om een enkele draad, maar om meerdere draden. Het beroep van eiseres op dit punt kan daarom niet slagen.
De Duitse en de Ierse BTI
30. De verwijzing van eiseres naar de Duitse BTI die aan een derde is verstrekt met referentie DEBTI40045/19-1 leidt niet tot het door haar beoogde resultaat. Hoewel alleen de houder van een BTI een beroep kan doen op de toepassing ervan (vergelijk het arrest van het Hof van Justitie van 15 september 2005, C-495/03, ECLI:EU:C:2005:552, Intermodal Transports B.V., punt 27) kunnen partijen een BTI die aan een derde is verstrekt als bewijs aanvoeren om hun standpunt te onderbouwen (vgl. Hof van Justitie 7 april 2011, C-153/10, ECLI:EU:C:2011:224, Sony Supply Chain Solutions (Europe) B.V, punt 43).
31. De rechtbank is van oordeel dat het product van de Duitse BTI wezenlijk anders is dan de producten die in geschil zijn. Het product van de Duitse BTI betreft namelijk een staaldraad van ongelegeerd, gegalvaniseerd staal met een diameter van 2,5 mm, bekleed met een geleidend mengsel van koolstofvezel en kunststof. Er is sprake van andere kenmerken en eigenschappen dan de producten die in geschil zijn. De Duitse BTI is dan ook niet relevant voor een oordeel over de tariefindeling van de onderhavige producten.
32. Eiseres onderbouwt haar standpunt verder met een verwijzing naar een Ierse BTI met referentie [# 7] . Nu vast staat dat deze is ingetrokken, kan een beroep daarop reeds daarom niet slagen.
Préjudiciële vragen
33. De rechtbank ziet, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geen aanleiding om préjudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie.

Conclusie en gevolgen

34. Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
Vergoeding van immateriële schade
35. Eiseres heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. De berechting van deze zaken is aangevangen met de ontvangst van de bezwaarschriften door verweerder op 4 mei 2022 en is geëindigd met de uitspraak van de rechtbank op 3 juli 2025. De duur van de redelijke termijn in eerste aanleg (de bezwaarfase inbegrepen) is twee jaar. Er zijn geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan de termijn zou moeten worden verlengd. De redelijke termijn van twee jaar is daarom overschreden met afgerond 14 maanden. Daarmee correspondeert een vergoeding van immateriële schade van € 1.500 (€ 500 per half jaar). De rechtbank merkt de zaken aan als samenhangend, zodat per fase van de procedure voor de zaken gezamenlijk slechts eenmaal het tarief van € 500 per half jaar wordt gehanteerd [1] .
36. Van de 14 maanden overschrijding zijn (afgerond) 2 maanden aan de bezwaarfase toe te rekenen en (afgerond) 12 maanden aan de beroepsfase. Van het bedrag van € 1.500 dient verweerder derhalve (2/14 x € 1.500 =) € 214,29 en de Staat (de Minister van Justitie en Veiligheid) (12/14 x € 1.500 =) € 1.285,71 te betalen.
Proceskosten
37. De proceskosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 226,75 (1 punt voor het indienen van het verzoek om immateriële schade – alle zes zaken hangen samen – met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 0,25, nu de proceskostenvergoeding uitsluitend wordt toegekend vanwege de vergoeding van door eiseres geleden immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn [2] ). De vergoeding van dit bedrag zal deels moeten plaatsvinden door verweerder en deels door de Minister van Justitie en Veiligheid, waarbij om redenen van eenvoud en uitvoerbaarheid dient te worden uitgegaan van een verdeling waarbij ieder van hen de helft betaalt [3] .
Griffierecht
38. Nu de rechtbank het beroep op zichzelf beschouwd ongegrond acht, maar wel een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn toekent, geldt op grond van nieuwe jurisprudentie van de Hoge Raad dat het griffierecht niet aan eiseres behoeft te worden vergoed [4] . Het verzoek om vergoeding van immateriële schade is gedaan ter zitting op 22 mei 2025. Dit is na de datum van het arrest van de Hoge Raad op 31 mei 2024. Daarom bestaat ook op grond van het door de Hoge Raad gecreëerde overgangsrecht [5] geen recht op vergoeding van het griffierecht.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen ongegrond;
  • veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiseres van € 1.285,71;
  • veroordeelt verweerder tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan eiseres van € 214,29; en
  • veroordeelt verweerder en de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de
proceskosten van eiseres, ieder tot een bedrag van € 113,38.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.H. Lauryssen, voorzitter, mr. W.M.C. Schipper en
mr. E.M.R. Vennekens, leden, in aanwezigheid van E.P. van der Zalm, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2025.
griffier voorzitter

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de douanekamer van het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.