ECLI:NL:RBNHO:2025:8066
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen tegen belastingaanslagen en ongegrondverklaring van schadevergoedingseis
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 1 juli 2025, zijn twee beroepen van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat deze zijn ingediend voordat de verweerder, de Belastingdienst, uitspraak op bezwaar had gedaan. Het betreft de zaken met de nummers HAA 23/78 en HAA 23/6882, waarin de rechtbank oordeelt dat de beroepen te vroeg zijn ingediend, aangezien er nog geen uitspraak op het bezwaar was gedaan. In de derde zaak, HAA 24/4849, verklaart de rechtbank het beroep ongegrond. De rechtbank concludeert dat de Belastingdienst de aanslag inkomstenbelasting 2022 correct heeft vastgesteld en dat eiser geen inhoudelijke bezwaren heeft aangevoerd. Eiser heeft in deze procedures ook een schadevergoeding van € 310.000 geëist, maar de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen door de Belastingdienst en wijst de schadevergoeding af. De rechtbank merkt op dat het werkelijke probleem van eiser voortkomt uit langdurige frustratie over zijn faillissement in 1998, wat niet in de rechtszaal kan worden opgelost. De rechtbank suggereert dat dit probleem mogelijk kan worden aangepakt door gesprekken met betrokken instanties en een onafhankelijke mediator.