ECLI:NL:RBNHO:2025:8137

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
25/3132
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor evenement tijdens Pride-maand en de rechtmatigheid daarvan

Op 17 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak over de evenementenvergunning voor het Pride Homomonument, dat gepland stond voor 18 en 19 juli 2025. Verzoeker, een inwoner van Amsterdam, was het niet eens met de verleende vergunning en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter beoordeelde of het verzoek om schorsing van de vergunning gegrond was, waarbij hij de belangen van verzoeker afwoog tegen die van de vergunninghouder, Stichting Homomonument. De burgemeester had de vergunning verleend, maar verzoeker stelde dat deze in strijd was met het gemeentelijk geluidsbeleid, dat een eindtijd van 23:00 uur voorschrijft voor evenementen met dancemuziek. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester inderdaad van zijn beleid was afgeweken door een eindtijd van 24:00 uur toe te staan, maar oordeelde dat de belangen van de vergunninghouder zwaarder wogen dan die van verzoeker. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en bleef de vergunning geldig. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij de verlening van evenementenvergunningen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 25/3132

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 juli 2025 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit Amsterdam, verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam, de burgemeester

(gemachtigden: mr. S. Roelofsen en mr. M. Mulder).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Stichting Homomonumentuit Amsterdam, vergunninghouder.

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de aan vergunninghouder verleende evenementenvergunning voor het tweedaagse evenement Pride Homomonument dat is geagendeerd op vrijdag 18 juli 2025 en zaterdag 19 juli 2025. Verzoeker is het niet eens met de voor dit evenement verleende vergunning. Hij verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Deze vraag beantwoordt hij aan de hand van de gronden van verzoeker. Daarnaast zal de voorzieningenrechter de belangen bij het treffen van een voorlopige voorziening afwegen tegen de belangen bij het in stand laten van de verleende vergunning.
2. De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter waarom hij het verzoek afwijst en welke gevolgen dit heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Procesverloop

3.1
Vergunninghouder heeft een aanvraag ingediend, die het college op 4 mei 2025 heeft ontvangen, voor 18 en 19 juli 2025 (van 16:00 tot 23:59 uur) voor het evenement Pride Homomonument op de Westermarkt te Amsterdam ter hoogte van nummer 64. Het gaat om een evenement met naar verwachting maximaal 1500 bezoekers. Deze aanvraag is gepubliceerd op 20 mei 2025 in het Gemeenteblad van de gemeente Amsterdam. In de publicatie is opgenomen dat het aangevraagde evenement een festival is tijdens Pride, waarbij kan worden gedanst, mensen elkaar kunnen ontmoeten, en waar een drankje kan worden gedronken en een hapje kan worden gegeten.
3.2
Verzoeker heeft naar aanleiding van deze publicatie op 11 juni 2025 een zienswijze ingediend.
3.3
Op 4 juli 2024 heeft het college vervolgens de gevraagde evenementenvergunning verleend. In deze vergunning is, voor zover van belang, bepaald dat de geluidsnorm van
85 dB(C) niet mag worden overschreden. Daarbij is voorts bepaald dat na 24:00 uur geen geluidsversterkende apparatuur meer mag worden gebruikt en geen versterkte muziek mag worden gespeeld.
4.1
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning en de voorzieningenrechter van Amsterdam op 10 juli 2025 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
4.2
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 11 juli 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank Amsterdam heeft besloten het verzoek ter verdere behandeling door te zenden naar deze rechtbank, omdat de rechtbank Amsterdam deelnemer is aan de botenparade van Pride Amsterdam.
4.3
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigden van het verweerder en namens vergunninghouder zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] .

Inhoud verzoek

5. Het verzoek richt zich, zo heeft verzoeker ter zitting bevestigd, niet tegen de vergunningverlening op zich, maar alleen voor zover daarmee toestemming is verleend om ook tussen 23:00 en 24:00 uur versterkte dancemuziek tot maximaal 85 dB(C) ten gehore te brengen. Verzoeker vraagt daarom om schorsing van de vergunning voor zover de vergunning ziet op de eindtijd van 24.00 uur. Verzoeker stelt dat de balans zoek is en de burgemeester zich dient te houden aan de regels die zijn opgenomen in de beleidsregel ‘Geluidsbeleid voor evenementen in Amsterdam’ (de Beleidsregel). Een evenement als vergund is op deze locatie wel toegestaan, maar alleen tot 23:00 uur en niet tot 24:00 uur. De in de beleidsregel opgenomen uitzondering tot 24:00 uur geldt niet voor evenementen als vergund waarbij dancemuziek ten gehore wordt gebracht. De burgemeester is, door toch een vergunning daarvoor te verlenen, van zijn eigen beleid afgeweken. Dat mag in beginsel niet en is in dit geval ook onvoldoende gemotiveerd, aldus verzoeker.

Toetsingskader

6. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de burgemeester een ruime mate van beleidsruimte toekomt als het gaat om verlening van een evenementenvergunning [1] . Die beleidsruimte is door de burgemeester, onder meer, ingevuld door de Beleidsregel, de Locatieprofielen voor Evenementenlocaties 2021 en door het ‘Beleidskader Pride 2025 en verder’ (het Beleidskader).
7. In de Beleidsregel wordt, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
1.3
Doel en reikwijdte
Het doel van het geluidbeleid voor evenementen is:
 De geluidbelasting van muziekevenementen voor omwonenden te beperken, onnodige en overmatige hinder voorkomen;
 Eenduidige normen en (meet- en reken)regels te verschaffen voor alle betrokken partijen;
 Maatwerk te kunnen leveren voor evenementenlocaties;
2.6
Begin- en eindtijden muziekgeluid
Muziekgeluid tijdens evenementen is toegestaan vanaf 11.00 uur tot uiterlijk 23.00 uur. Op dagen dat een weekenddag of een nationaal vastgestelde vrije dag volgt, kan de eindtijd tot maximaal 24.00 uur verlengd worden. Bij meerdaagse evenementen op dezelfde locatie moet er tussen de eindtijd van de ene dag en de begintijd een volgende minimaal 12 uren zitten.
Een verzoek voor een eindtijd tot 24.00 uur wordt van geval tot geval beoordeeld, waarbij het belang van het woon- en leefmilieu zwaar wordt meegewogen. Daarin spelen de duur en de aard van de belasting een grote rol. Evenementen met een dance-achtig muziekprofiel worden op voorhand uitgesloten van de ruimere eindtijd vanwege de continue aard en de mate van de belasting
8. In het ‘Beleidskader Pride 2025 en verder’ ( het Beleidskader) wordt, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
c. Beheersbaarheid
De grote risicovolle buitenevenementen vinden in het slotweekend plaats. De aantrekkingskracht van deze evenementen heeft een grote impact op bepaalde gebieden, met name op de binnenstad. Daar zit een risico in dat het evenement ten onder gaat aan het eigen succes.
We stellen daarom de volgende eisen aan de organiserende partijen. Dit geldt niet alleen voor de organisator van het slotweekend, maar voor alle organiserende partijen van de Pride-maand:
 Er geldt een eindtijd van 00.00 uur voor alle evenementen op vrijdag en zaterdag. Dat is inclusief een eventuele uitlooptijd.
Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) luidt als volgt:
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
9. In artikel 4:84 van de Awb is bepaald dat een bestuursorgaan handelt overeenkomstig zijn beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Zoals de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State heeft geoordeeld, kunnen omstandigheden die bij het opstellen van een beleidsregel zijn verdisconteerd, dan wel moeten worden geacht te zijn verdisconteerd, niet alleen al daarom buiten beschouwing worden gelaten. Het bestuursorgaan moet aan de hand van alle omstandigheden van het geval nagaan of zich bijzondere omstandigheden voordoen in de zin van artikel 4:84 van de Awb die maken dat het handelen in overeenstemming met de beleidsregel gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de Beleidsregel te dienen doelen. [2]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Rechtmatigheid van de vergunning
10.1
In het verweerschrift en ter zitting heeft de burgemeester gesteld dat in het bestreden besluit ten onrechte de suggestie is gewekt dat van het beleid is afgeweken. Dat is niet het geval. Het gaat hier niet om een evenement met een dance-achtig muziekprofiel als bedoeld in paragraaf 2.6 van de Beleidsregels, maar om een regulier muziekprofiel. Het beleid staat daarom vergunning tot 24.00 uur gewoon toe.
10.2
De voorzieningenrechter volgt de burgemeester hierin niet. Uit de beantwoording van de zienswijze, als opgenomen in de vergunning, blijkt duidelijk en onmiskenbaar dat de burgemeester er bij de vergunningverlening van is uitgegaan dat het vergunde evenement een dance-achtig muziekprofiel heeft. De voorzieningenrechter gaat er bij de beoordeling van het verzoek daarom van uit dat de vergunning ziet op een evenement met een dance-achtig muziekprofiel in de zin van de Beleidsregels. De stelling dat niet alleen muziek met een dance-achtig muziekprofiel ten gehore zal worde gebracht, maar ook andere muziek met een ander muziekprofiel, doet hier niet aan af. De voorzieningenrechter beoordeelt immers wat is vergund en niet wat de feitelijke invulling van het evenement is.
10.3
Nu een evenement is vergund met een dance-achtig muziekprofiel en een eindtijd van 24:00 uur, terwijl het beleid dit slechts tot 23:00 uur toestaat, staat voor de voorzieningenrechter vast dat de burgemeester door deze vergunning te verlenen is afgeweken van zijn beleid.
11.1
Dan dient vervolgens de vraag te worden beantwoord of de burgemeester ten faveure van de vergunninghouder terecht van haar beleid is afgeweken, met toepassing van artikel 4:84 van de Awb, wegens bijzondere omstandigheden.
11.2
Uit de vergunning van 4 juli 2025 volgt dat de burgemeester, in reactie op de zienswijze van verzoeker, het aanvaardbaar vindt om een uitzondering toe te staan en een eindtijd van 24:00 te hanteren. Het evenement heeft namelijk een hoge maatschappelijk waarde.
11.3
Niet blijkt, en daarover is ook niets overwogen door de burgemeester in de vergunning, dat de gevolgen van het verlenen van een vergunning tot 23:00 uur in plaats van 24:00 uur, voor de vergunninghouder ernstig zijn, in die zin dat deze onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te beschermen doelen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrecht kan het argument van de ‘uniekheid’ van het evenement, op zichzelf beschouwd, niet worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die afwijking van het beleid zou kunnen rechtvaardigen. Temeer niet, nu de burgemeester de eindtijd van 24:00 uur in het Beleidskader slechts heeft willen toestaan voor de grote risicovolle buitenevenementen in het slotweekend.
11.4
De vergunningverlening mist daarom de daarvoor vereiste grondslag. De voorzieningenrechter is van voorlopig oordeel dat de weging van alle hiervoor genoemde feiten en bijzondere omstandigheden tezamen maakt dat burgemeester niet heeft kunnen oordelen dat afgifte van de vergunning conform de Beleidsregel onevenredig zou zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen. De vergunning kan op dit punt daarom naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in bezwaar geen stand houden.
Belangenafweging
12.1
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de verleende vergunning onrechtmatig. Dit betekent dat er ruimte bestaat om de belangen die verzoeker heeft bij schorsing van de vergunning af te wegen tegen de belangen die de vergunninghouder heeft bij het kunnen organiseren van het evenement tot 24:00 uur.
12.2
De belangen van verzoeker bestaan uit, in hoofdzaak, de aantasting van zijn het woon- en leefklimaat van hemzelf en de andere omwonenden.
12.3
Hiertegenover staat het belang van vergunninghouder. Zoals vergunninghouder ter zitting heeft toegelicht zal bij het beperken van de eindtijd van het evenement (dat morgen al begint) de programmering van artiesten en de inzet van vrijwilligers nu nog moeten aanpassen. Bovendien zal beperking van de duur van het evenement tot 23:00 uur leiden tot schade, te schatten op ongeveer € 10.000,00.
12.4
Omdat het geschil in feite slechts gaat om een zeer beperkte tijdsduur per dag (één uur), waarin het woon- en leefklimaat van verzoeker meer wordt aangetast dan het beleid toestaat, laat de voorzieningenrechter het belang van vergunninghouder bij het ongewijzigd kunnen laten plaatsvinden van het evenement zwaarder wegen dan het belang van verzoeker bij het beperken van de aantasting van het woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter heeft hierbij nog in aanmerking genomen dat het evenement weliswaar een dance-achtig muziekprofiel heeft en ook als zodanig is vergund, maar dat tijdens het evenement, zoals ter zitting door vergunninghouder is toegelicht, feitelijk niet continue dancemuziek ten gehore zal worden gebracht. De muziek wordt afgewisseld met (dans)activiteiten en muziek die minder overlast veroorzaken. Ook neemt de voorzieningenrechter hierbij in aanmerking dat het evenement om 16:00 uur begint en daardoor in tijdsduur is beperkt ten opzichte van wat het beleid van de burgemeester maximaal toestaat (van 11:00 uur tot 23:00 uur).
12.5
Omdat de voorzieningenrechter de belangen van de vergunninghouder bij het behoud van 24:00 uur zwaarder weegt dan de belangen van verzoeker, zal de voorzieningenrechter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afwijzen.

Conclusie en gevolgen

13. De vergunning is verleend in afwijking van het beleid van verweerder, maar de voorzieningenrechter ziet hierin, gelet op de betrokken belangen, onvoldoende aanleiding om de verleende vergunning te schorsen. Het verzoek daartoe wijst de voorzieningenrechter daarom af. Dit betekent dat 24:00 uur als eindtijd voor het vergunde evenement blijft gelden.
14. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Degen, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.ABRvS van 8 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV3184.
2.ABRvS van 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840.