Uitspraak
2.) [gedaagde 2]te Zaandam
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de incidentele conclusie tot voeging;
- de conclusie van antwoord;
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter geoordeeld over een vordering van eiseres, H.O.D.N. [eenmanszaak], tegen gedaagden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te Zaandam. Eiseres vorderde betaling van onbetaalde facturen voor werkzaamheden die zij in opdracht van gedaagden heeft verricht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres recht heeft op betaling van de gevorderde facturen, omdat gedaagden niet hebben onderbouwd dat de werkzaamheden niet zijn verricht of niet deugdelijk zijn uitgevoerd. De vordering van eiseres wordt toegewezen, waarbij gedaagde 1 wordt veroordeeld tot betaling van € 10.695,43 en gedaagde 2 tot betaling van € 697,14, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
Daarnaast heeft de kantonrechter de tegenvordering van gedaagden afgewezen. Gedaagden stelden dat de overeenkomst tot stand was gekomen op basis van dwaling, omdat zij niet op de hoogte waren van de capaciteiten van eiseres. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van dwaling, aangezien gedaagden wisten wat eiseres kon en dat de werkzaamheden niet specifiek als accountantswerkzaamheden waren afgesproken. Ook de stelling dat eiseres haar zorgplicht had geschonden, werd verworpen, omdat gedaagden niet voldoende bewijs hebben geleverd voor hun claims. De proceskosten werden toegewezen aan eiseres, terwijl de tegenvordering van gedaagden op nihil werd begroot.