Op 3 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting JB & JR, een gecertificeerde instelling, om [de minderjarige] uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de procedure op 3 juli 2025 gevoerd, waarbij de moeder van [de minderjarige] en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en de zorgen over haar welzijn en ontwikkeling in overweging genomen.
De feiten tonen aan dat [de minderjarige] sinds 2 september 2021 onder toezicht staat en dat de situatie thuis met haar moeder onhoudbaar is geworden. Er zijn zorgen over zelfbeschadiging en alcoholmisbruik, en [de minderjarige] heeft geen dagbesteding of inkomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om [de minderjarige] uit huis te plaatsen om haar de juiste zorg en begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot 2 september 2025 en verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De kinderrechter hoopt dat er op korte termijn een passende plek voor [de minderjarige] gevonden wordt, zodat zij kan werken aan haar ontwikkeling en de relatie met haar moeder kan verbeteren. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam.