In deze zaak hebben de passagiers, verzoekers in deze procedure, een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder Air France voor een vlucht van Vietnam naar Amsterdam op 22 oktober 2023. De passagiers hebben een verzoek ingediend tot compensatie vanwege een vertraging van de vlucht KL2231. De vervoerder heeft echter betwist dat er sprake was van een vertraging die recht geeft op compensatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat passagier sub 2, die minderjarig is, niet zelfstandig in rechte kan optreden en heeft deze passagier niet-ontvankelijk verklaard. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de passagiers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claim dat zij hun overstap hebben gemist door de vertraging. De vervoerder heeft aangetoond dat de passagiers zonder vertraging in Amsterdam zijn aangekomen. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beschikking is gegeven door kantonrechter S.N. Schipper en is uitvoerbaar bij voorraad.