Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
met bijlagen 1 tot en met 8;
26 juni 2025. Hiervan zijn aantekeningen gemaakt. Tijdens deze behandeling zijn via videobellen gehoord:
2.Waar gaat het over?
- [minderjarige 2], geboren op [datum];
- [minderjarige 3], geboren op [datum].
3.De beoordeling
27 mei 2020 voor wijziging in aanmerking komt. Er wordt namelijk geen uitvoering meer gegeven aan de afspraak over de gezamenlijke rekening en dat willen de ouders ook niet meer. Zij willen dat de rechtbank nu een door de vader aan de moeder te betalen kinderalimentatie vaststelt. De rechtbank zal daarom tot wijziging van die afspraak in het ouderschapsplan en zoals opgenomen in de beschikking van 27 mei 2020 overgaan en de hoogte van de kinderalimentatie voor [minderjarige 1] vaststellen.
€ 880. Het toepassen van de wettelijke indexering is volgens de vader daarom in strijd met de redelijkheid en billijkheid. De vader vindt dat bij de tabel van 2024 moet worden aangesloten en moet worden gerekend met een behoefte van € 880 in 2024.
11 september 2024 € 735 per maand en vanaf die datum (2 x 735 =) € 1.470 per maand. Ook met twee kinderen houden zij nog gezamenlijk een draagkracht over van € 1.018 per maand (2.488 – 1.470).