Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter te Alkmaar op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en huurders van een horecagelegenheid. De verhuurder, aangeduid als [eiser], vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand. De huurders, aangeduid als [gedaagden], erkenden de huurachterstand, maar voerden verweer op basis van hun financiële situatie en de staat van het gehuurde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand van € 21.169,05 voor de maanden november 2024 tot en met juli 2025 niet werd betwist door de gedaagden. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst moest worden ontbonden en dat de gedaagden het gehuurde binnen veertien dagen moesten ontruimen. Tevens werd een bedrag van € 22.587,58 aan huurachterstand, contractuele boetes en buitengerechtelijke kosten toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen en de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders bij het niet nakomen van betalingsverplichtingen en de gevolgen daarvan voor de huurovereenkomst.