ECLI:NL:RBNHO:2025:8738

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
11336678 \ CV EXPL 24-7000
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door passagier na vertraging van vlucht en de beoordeling van de eindbestemming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen AirHelp Germany GmbH, eiseres, en Delta Air Lines Inc., gedaagde. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding van € 600,00 door AirHelp, die de vordering van een passagier heeft overgenomen. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Vancouver via Seattle, maar arriveerde met een vertraging van 4 uur en 23 minuten in Seattle. AirHelp vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij vertragingen van meer dan drie uur.

De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de passagier zijn aansluitende vlucht naar Vancouver, ondanks de vertraging, had gehaald. De kantonrechter oordeelde dat de vertraging op de eindbestemming, Vancouver, relevant was en dat de passagier daar met een vertraging van 55 minuten was aangekomen. Aangezien de passagier zijn aansluitende vlucht had gehaald, werd de vordering van AirHelp afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan AirHelp, omdat zij ongelijk kreeg in de procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de proceskosten direct moeten worden betaald, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11336678 \ CV EXPL 24-7000
Uitspraakdatum: 2 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbHgevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Delta Air Lines Inc.gevestigd te Atlanta (Verenigde Staten)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hem op 16 juni 2024 vervoeren van Amsterdam via Seattle (Verenigde Staten) naar Vancouver (Canada), met vluchten DL143 en DL3733.
2.2.
De passagier is met een vertraging van 4 uur en 23 minuten in Seattle aangekomen.
2.3.
De passagier heeft zijn eventuele vorderingsrecht aan Airhelp overgedragen.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd. De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 600,- (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft de vertraging op de eindbestemming betwist. Volgens de vervoerder heeft de passagier zijn aansluitende vlucht naar Vancouver, ondanks de vertraging, gehaald. Ter onderbouwing hiervan heeft de vervoerder verwezen naar het ‘Passenger Name Record’. Airhelp heeft niet (althans onvoldoende gemotiveerd) betwist dat de passagier met vlucht DL3733 naar Vancouver is vervoerd en aldaar met een vertraging van 55 minuten is aangekomen. Aangezien het om de vertraging van de passagier op de
eindbestemming(in dit geval Vancouver) gaat, en dus niet om de vertraging op de tussenbestemming (in dit geval Seattle), zal de vordering van Airhelp worden afgewezen.
4.3.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt Airhelp ook veroordeeld tot betaling van nasalaris en de explootkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter