ECLI:NL:RBNHO:2025:8811

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
25/3139
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening terrasverbod tijdens Amsterdam Pride

Op 30 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een besloten vennootschap eigenaar van een café in Amsterdam, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Amsterdam. Dit besluit verbood verzoekster om haar terras uit te zetten op 2 augustus 2025, tijdens de botenparade van het evenement Pride Amsterdam. De burgemeester had dit besluit genomen op basis van artikel 3.20 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, waarbij de burgemeester de bevoegdheid heeft om terrassen tijdelijk te laten verwijderen in het belang van crowd-management en openbare orde.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van verzoekster afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het belang van verzoekster om haar terras op te zetten niet opwoog tegen het belang van de burgemeester om een eenduidig beleid te voeren ter waarborging van de openbare orde tijdens het evenement. De rechtbank nam daarbij in overweging dat de politie had geadviseerd om alle terrassen langs de kade of op brugvleugels te verwijderen om het publiek vrij zicht te geven op de boten. De burgemeester had bovendien toegelicht dat vergelijkbare maatregelen waren opgelegd aan andere terrasvergunninghouders langs de route van de botenparade.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester voldoende aanleiding had om het terrasverbod op te leggen en dat verzoekster haar terras op de genoemde datum niet mocht opzetten. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 25/3139
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 juli 2025 in de zaak tussende besloten vennootschap
[verzoekster] B.V., uit [plaats] , verzoekster
gemachtigde: mr. J. Jaab,
en

de burgemeester van de gemeente Amsterdam

gemachtigde: S. Roelofsen, ambtenaar ten stadhuize.

Inleiding en procesverloop

Verzoekster is eigenaar van café [verzoekster] , gevestigd aan de [adres] in [plaats] . Zij is in het bezit van een exploitatievergunning inclusief terrasvergunning. De terrasvergunning ziet onder meer op een terras van 16,5 m² op de zogenaamde “brugvleugel” (de opgang vanaf de [locatie 1] ) aan de overzijde van het wegdek van de [locatie 2] naast het café. Dat terras is een zevental meters verwijderd van de brugleuning en van het water in de gracht.
Met het bestreden besluit van 16 juni 2025 heeft de burgemeester besloten dat verzoekster haar terras aan de overzijde op de brugvleugel niet mag uitzetten op zaterdag 2 augustus 2025, in verband met de botenparade als onderdeel van het evenement Pride Amsterdam
.Het terras aan de gevel van het café mag wel worden uitgezet.
Verzoekster heeft hiertegen op 22 juni 2025 bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] , bestuurder van verzoekster, bijgestaan door de gemachtigde. De gemachtigde van de burgemeester heeft ook deelgenomen.
Na afloop van de behandeling van de zaak heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing van de voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Gronden van de beslissing

1. De burgemeester heeft haar besluit genomen op grond van artikel 3.20 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV). In dit artikel staat dat wanneer naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan verwijdering van een terras noodzakelijk is, de exploitant of de leidinggevende onmiddellijk of binnen de daartoe gestelde termijn voor verwijdering zorgt.
2. Op 12 juni 2025 heeft de politie een advies uitgebracht. De politie adviseert alle terrassen langs de kade of op brugvleugels te verwijderen, zodat het publiek vrij zicht heeft op de boten.
3. Op 17 juli 2025 heeft de politie nog een aanvullend advies uitgebracht. Daarin staat als aanvullende toelichting dat de terrassen langs de route van de botenparade een aanzienlijke belemmering vormen voor crowd-management en dat zij de risico’s voor de openbare orde vergroten.
4. Ter zitting heeft de burgemeester toegelicht dat eenzelfde maatregel, anders dan verzoekster veronderstelde, ook is opgelegd aan een 26-tal andere terrasvergunninghouders met terrassen gelegen aan de waterkant van de botenparaderoute.
4. In artikel 3.20 APV is aan de burgemeester een ruime bevoegdheid gegeven om terrassen tijdelijk te laten verwijderen. Die beslissing is in de APV niet aan enige beperking gebonden. Bedacht moet worden dat een terrasvergunning een bijzondere toestemming behelst om van de openbare weg een bijzonder gebruik te maken, die blijkens de APV niet onbeperkt is.
5. De beide adviezen van de politie geven de burgemeester voldoende aanleiding om de geadviseerde maatregel tot verwijdering van alle terrassen aan de botenparaderoute te nemen. In de omstandigheid dat het terras van verzoekster niet direct aan het water grenst, hoefde de burgemeester naar voorlopig oordeel geen aanleiding te zien van het besluit ten aanzien van verzoekster af te zien. Dat verzoekster haar terras in voorgaande jaren niet hoefde te verwijderen, is evenmin grond gelegen voor het oordeel dat de burgemeester daar nu van zou moeten afzien.
6. Het belang van verzoekster om haar terras op te zetten en zo een jaarlijks terugkerende vaste groep gasten een plek op dat terras langs het water te bieden, weegt onvoldoende op tegen het belang van de burgemeester om uit het oogpunt van crowd-management en openbare orde een eenduidig beleid te voeren op basis waarvan alle terrassen direct langs de route op zaterdag 2 augustus 2025 verwijderd moeten worden.

Conclusie en gevolgen

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat verzoekster haar terras zaterdag 2 augustus 2025 niet mag opzetten. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.L. Pruntel, griffier en uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.