Uitspraak
De tegenvordering van de huurster tot betaling van een schadevergoeding wordt afgewezen, omdat zij verdere schade niet heeft onderbouwd. De kantonrechter is niet bevoegd om de gevorderde verklaring voor recht dat de huurster op grond van de Wet betaalbare huur een lagere huurprijs moet betalen, in behandeling te nemen. Een verzoek tot huurprijsverlaging moet bij de huurcommissie worden ingediend.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 47,49 bedraagt. Omdat [gedaagde] nalatig is gebleven met betaling binnen de termijn van de kosteloze aanmaning, maakt [eiser] ook aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 375,74 inclusief btw.
4.De beoordeling
terme de grâcewordt ook voldoende recht gedaan aan de belangen van de minderjarige kinderen van [gedaagde] en het nalaten van de vroegsignalering door [eiser] . Ontruiming van de woning is voor de minderjarige immers uiterst onwenselijk, maar door de achterstand alsnog te betalen, kan [gedaagde] die ontruiming voorkomen. Voor het geval dat [gedaagde] niet binnen de gestelde termijn aan haar betalingsverplichtingen voldoet, zal de kantonrechter de tussen partijen geldende huurovereenkomst ontbinden en ook de gevorderde ontruiming van het gehuurde toewijzen. Gelet op de ingrijpende gevolgen voor [gedaagde] zal in dat geval de ontbinding worden uitsproken per 1 oktober 2025.
terme de grâce, moet op deze vordering worden beslist.