Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde1 in verzet] ,
2.
[gedaagde2 in verzet],
1.De procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 21 oktober 2024;
- het verstekvonnis van 18 december 2024 (met zaaknummer C/15/358607 / HA ZA 24-608, hierna: het verstekvonnis);
- de verzetdagvaarding van 13 januari 2025 (aan te merken als de conclusie van antwoord);
- het tussenvonnis van 26 februari 2025
- de mondelinge behandeling van 28 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
op 9 februari 2024 koper voor de financiering van de onroerende zaak voor een bedrag van € 567.000, zegge VIJFHONDERD ZEVENENZESTIGDUIZEND EURO geen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen, zulks tegen normaal geldende rentepercentage en voorwaarden bij een erkende geldverstrekkende instelling;