ECLI:NL:RBNHO:2025:9090

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11306683 \ CV EXPL 24-6489
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na annulering van vlucht door vervoerder

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, eiseres, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, gedaagde, wegens schadevergoeding na de annulering van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Londen op 4 oktober 2023, die door de vervoerder werd geannuleerd. AirHelp, die de vordering van de passagier had overgenomen, vorderde een schadevergoeding van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de vordering en voerde aan dat de aanmaning van de passagier niet correct was verzonden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom van de vordering, waardoor deze werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde echter dat AirHelp niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de ontvangst van de aanmaning door de vervoerder, omdat deze was verzonden naar een 'no reply' e-mailadres. Hierdoor had AirHelp de vervoerder niet in de gelegenheid gesteld om het geschil minnelijks op te lossen.

De kantonrechter besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Uiteindelijk werd de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 250,00 aan AirHelp, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht, en werd het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 6 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11306683 \ CV EXPL 24-6489
Uitspraakdatum: 6 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbHgevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 4 oktober 2023 vervoeren van Amsterdam naar Londen City (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA8496.
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft haar eventuele vorderingsrecht aan Airhelp overgedragen.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft verder geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom, zodat deze zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is eveneens toewijsbaar.
4.3.
Resteert de vraag of de vervoerder rauwelijks is gedagvaard. Hoewel de vervoeder wél een aanmaning heeft ontvangen met betrekking tot de claim van de reisgenoot, is niet gebleken dat de vermeende aanmaning van de passagier de vervoerder eveneens heeft bereikt. Airhelp heeft de claim van de reisgenoot ingediend via het daarvoor bestemde webformulier, terwijl zij in de zaak van de passagier gebruik heeft gemaakt van een ‘no reply’ e-mailadres van de vervoerder. Airhelp kon er daarom niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de vervoerder de aanmaning had ontvangen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Airhelp door haar werkwijze en proceshouding, waarbij zij op geen enkele wijze heeft getracht om eerst op een minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid heeft gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte te kunnen afdoen.
4.4.
De kantonrechter ziet daarom aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan Airhelp van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter