ECLI:NL:RBNHO:2025:9114

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 augustus 2025
Publicatiedatum
8 augustus 2025
Zaaknummer
C/15/356281 / HA ZA 24-492
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over koop en levering van containers met groenten en fruit, vordering tot betaling van openstaande bedragen en verrekening

In deze zaak vordert Pure Foods, een Egyptische onderneming, betaling van openstaande bedragen van Cebru Beheer B.V. voor de levering van 193 containers met groenten en fruit. De totale vordering bedraagt € 344.075,30, maar Cebru betwist dit bedrag en stelt dat er diverse verrekenposten zijn die de vordering verlagen. De rechtbank heeft de vordering van Pure Foods tot een bedrag van € 163.408,05 toegewezen, waarbij de vorderingen tegen de bestuurder van Cebru zijn afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De rechtbank oordeelt dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door het Weens Koopverdrag, met Nederlands recht aanvullend van toepassing. De rechtbank heeft vastgesteld dat Cebru tekort is geschoten in haar betalingsverplichtingen en dat de vordering van Pure Foods voor een deel toewijsbaar is. De rechtbank heeft ook de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/356281 / HA ZA 24-492
Vonnis van 13 augustus 2025
in de zaak van
[eiser]handelend onder de naam
PURE FOODS FOR EXPORT & IMPORT COMPANY,
te Damanhour Al Behira (Egypte),
eisende partij,
hierna te noemen: Pure Foods,
advocaat: mr. E. El-Sharkawi,
tegen

1.CEBRU BEHEER B.V.,

te Zuid-Scharwoude, gemeente Dijk en Waard,
hierna te noemen: Cebru,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Cebru c.s.,
advocaat: mr. H. van Lingen.
De zaak in het kort
Het gaat in deze zaak om de koop en levering van containers met groenten en fruit door Pure Foods aan Cebru. Pure Foods vordert betaling van een openstaand (totaal)bedrag van € 344.075,30. Cebru vindt dat de vordering tegen haar te hoog is. Volgens Cebru moeten er diverse bedragen verrekend worden. De rechtbank wijst de vordering van Pure Foods tot een bedrag van € 163.408,05 toe. De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] , die door Pure Foods in privé aansprakelijk wordt gehouden voor de betaling, wijst de rechtbank af bij gebreke van enige onderbouwing daarvan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 15 augustus 2024 met producties 1-10;
- de conclusie van antwoord met producties 1-23;
- het tussenvonnis van 13 november 2024, waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen;
- het bericht van 25 maart 2025 van de zijde van Cebru c.s. met producties 24-25;
- het bericht van 28 maart 2025 van de zijde van Pure Foods met producties 11-12;
- het bericht van 31 maart 2025 van de zijde van Pure Foods met producties 13-16.
1.2.
Op 10 april 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Op de zitting is namens Pure Foods [eiser] verschenen, bijgestaan door een tolk in de Arabische taal en door mr. E. El-Sharkawi. Verder is [gedaagde sub 2] verschenen, voor zichzelf en namens Cebru, bijgestaan door mr. H. van Lingen.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mr. Van Lingen heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn geworden van de processtukken. Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de rol van 4 juni 2025 voor het nemen van een akte door beide partijen op twee punten (betalingen én afrekening accountsale maat 100 sinaasappelen).
1.4.
Op de rol van 4 juni 2025 hebben partijen een akte uitlating na comparitie genomen. Daarbij zijn van de zijde van Cebru c.s. producties 26-30 in het geding gebracht. Pure Foods heeft daarvan (eerder) kennis genomen en in zijn akte van 4 juni 2025 de in de dagvaarding gevorderde hoofdsom verminderd met een bedrag van € 20.232,- (afrekening accountsale maat 100 sinaasappelen). Pure Foods heeft op de rol van 4 juni 2025 ook een aanvullend stuk overgelegd (overzicht transacties van Cebru naar Pure Foods ter aantoning van het verschil tussen de overgemaakte bedragen en de ontvangen bedragen).
1.5.
Op de rol van 2 juli 2025 hebben Cebru c.s. daarop bij akte gereageerd. Pure Foods heeft voor zijn reactie op de akte van Cebru c.s. van 4 juni 2025 verwezen naar zijn eigen akte van 4 juni 2025.
1.6.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Pure Foods is een Egyptische onderneming die groenten en fruit vanuit Egypte exporteert naar Europese landen, waaronder Nederland.
2.2.
Cebru houdt zich bezig met het importeren en verhandelen van groenten en fruit. [gedaagde sub 2] is bestuurder en enig aandeelhouder van Cebru.
2.3.
In de periode 2022 tot en met december 2023 heeft Pure Foods 193 containers met sinaasappelen, citroenen, zoete aardappelen en uien aan Cebru verkocht en geleverd op basis van mondelinge afspraken en afspraken per e-mail.
2.4.
In de praktijk betaalde Cebru een deel van de facturen vóór levering na ontvangst van de door Pure Foods opgestuurde documenten en het andere deel ná levering van de containers in Rotterdam.
2.5.
Tussen Pure Foods en Cebru is veelvuldig gecorrespondeerd over openstaande facturen. Ook is er overleg geweest over creditering.
2.6.
Bij e-mail van 29 mei 2024 heeft de advocaat van Pure Foods Cebru gesommeerd om binnen veertien dagen een openstaand bedrag van € 364.307,30 te betalen. De advocaat van Cebru heeft om een toelichting gevraagd. Daarop heeft de advocaat van Pure Foods gereageerd. De advocaat van Cebru heeft vervolgens inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vordering van Pure Foods.
2.7.
Bij e-mail van 25 maart 2025 heeft de advocaat van Cebru aan de advocaat van Pure Foods bericht dat Cebru de buitengerechtelijke ontbinding inroept (gedeeltelijk) ten aanzien van de overeenkomsten/leveringen die genoemd staan in het overzicht dat als productie 11 is gevoegd bij de conclusie van antwoord én ten aanzien van de door partijen gesloten overeenkomst waarop invoice nummer 109 van het jaar 2022 betrekking heeft.

3.Het geschil

3.1.
Pure Foods vordert na vermindering van eis - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Cebru en [gedaagde sub 2] hoofdelijk veroordeelt om aan Pure Foods te betalen I) een bedrag van € 344.075,30 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding, II) een bedrag van € 5.681,00 aan verschuldigde wettelijke handelsrente (vanaf 1 juni 2024 tot de dag van dagvaarding), III) een bedrag van € 4.351,00 aan buitengerechtelijke kosten en IV) de (na)kosten van dit geding.
3.2.
Pure Foods baseert zijn vorderingen tegen Cebru op de koopovereenkomsten die hij met Cebru in de periode 2022 tot en met december 2023 heeft gesloten. Pure Foods stelt dat hij de door Cebru gekochte containers met goederen heeft geleverd en dat Cebru alle containers heeft geaccepteerd en weer heeft verhandeld aan derden. Volgens Pure Foods is Cebru tekortgeschoten in de nakoming van haar betalingsverplichting. Pure Foods meent dat hij op grond van de koopovereenkomsten nog € 344.075,30 opeisbaar van Cebru te vorderen heeft. De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] grondt Pure Foods op bestuurdersaansprakelijkheid.
3.3.
Cebru c.s. voeren verweer. Cebru c.s. concluderen tot volledige afwijzing van de vorderingen tegen [gedaagde sub 2] , omdat voor de privéaansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] geen afdoende onderbouwing is gegeven. Over de vorderingen tegen Cebru voeren Cebru c.s. aan dat de eindafrekening van Pure Foods, resulterend in een openstaand bedrag van € 364.307,30, onjuist is. Er zijn volgens Cebru c.s. meerdere verrekenposten die tot vermindering van de vordering van Pure Foods moeten leiden.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Deze zaak heeft een internationaal karakter. Partijen zijn eensgezind dat de rechtsverhouding tussen hen wordt beheerst door het Weens Koopverdrag, dat Nederlands recht in aanvullende zin van toepassing is en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt.
De vorderingen tegen [gedaagde sub 2]
4.2.
Over de vorderingen tegen [gedaagde sub 2] kan de rechtbank kort zijn. Pure Foods stelt dat er, gelet op het verleden van [gedaagde sub 2] , sprake is van gerede vrees dat [gedaagde sub 2] gelden van Cebru verduistert dan wel dat er sprake is van wanbeleid, waardoor de vordering van Pure Foods in rook zal opgaan. Pure Foods houdt [gedaagde sub 2] hiervoor in privé aansprakelijk. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Pure Foods die gestelde privéaansprakelijkheid van [gedaagde sub 2] onvoldoende onderbouwd. Voor zover de vorderingen van Pure Foods tegen [gedaagde sub 2] zijn ingesteld, liggen deze dus voor afwijzing gereed.
De vorderingen tegen Cebru
4.3.
Pure Foods stelt dat hij in de periode 2022 tot en met december 2023 193 containers (uien, zoete aardappelen, sinaasappels en citroenen) aan Cebru heeft verkocht en geleverd. Een groot deel van deze leveringen heeft Cebru betaald. Pure Foods heeft in de dagvaarding een openstaand bedrag van € 364.307,30 van Cebru gevorderd. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
Totaal gefactureerd bedrag: € 2.006.963,90
Gecrediteerd bedrag: - € 33.474,47
Betaald/ontvangen bedrag: - € 1.629.414,13
Prijsverschil per container:
+ € 20.232,00
Openstaand bedrag: € 364.307,30
4.4.
Pure Foods heeft naar aanleiding van de - na de mondelinge behandeling genomen - akte met producties 26-27 van Cebru zijn vordering verminderd met € 20.232,00 (verschil in prijs van de sinaasappels maat 100). Dit leidt tot een gevorderde hoofdsom van € 344.075,30.
4.5.
Cebru heeft de verschuldigdheid van het gevorderde bestreden. Cebru voert aan dat er meerdere verrekenposten zijn waarmee de vordering moet worden verminderd. Volgens Cebru resteert slechts een vordering van € 26.418,15.
4.6.
De door Cebru aangevoerde verrekenposten zijn de navolgende:
(afspraak met betrekking tot) creditering van € 183.383,85
minderopbrengst ondeugdelijke kwaliteit zoete aardappelen € 56.541,00
te hoge marktprijs in rekening gebracht € 28.800,00
teveel betaald op invoice nummer 109 € 20.859,00
totaal betaalde bedrag door Cebru is hoger € 28.073,21
De rechtbank zal deze posten hierna achtereenvolgens bespreken.
(Afspraak met betrekking tot) creditering van € 183.383,85
4.7.
Cebru voert aan dat er naar aanleiding van door haar aangegeven klachten over leveringen een afspraak is gemaakt met Pure Foods over creditering van € 183.383,85. Op verzoek van Pure Foods zou dat bedrag in twee termijnen van € 91.691,92 gecrediteerd worden. Cebru wijst in dit verband op het door haar overgelegde Pure Food Credit Overview, waarin onder meer per container de klachten op een rij zijn gezet. Op basis van dit overzicht hebben partijen overleg gehad en zijn er (telefonische) afspraken over creditering gemaakt. Dat blijkt volgens Cebru uit haar e-mail van 28 oktober 2023 aan Pure Foods en de e-mail van 31 oktober 2023 van Pure Foods waarin wordt gesproken over
“agreed tot make the amount of credit notes fifty fifty”.Ter uitvoering daarvan is door Pure Foods een creditnota van € 91.691,92 gestuurd. De tweede 50% moet nog worden uitgevoerd. In de eindafrekening van Pure Foods moet daarom een bedrag van € 183.383,85 worden meegenomen, aldus Cebru.
4.8.
Pure Foods betwist dat hij akkoord is gegaan met creditering van € 183.383,85. Volgens Pure Foods is tijdens gesprekken met Cebru afgesproken dat Pure Foods 50% van € 183.383,85 zou crediteren onder de voorwaarde dat de restante vordering binnen twee weken door Cebru betaald zou worden. Daarom is in het kader van de gemaakte afspraken ook een pro form creditfactuur opgesteld. Omdat betaling door Cebru echter uitbleef, volgde geen volledige creditnota waarmee de creditering daadwerkelijk is uitgevoerd. De pro forma creditfactuur is ingetrokken, aldus Pure Foods.
4.9.
De rechtbank stelt voorop dat Cebru een voor haar bevrijdend verweer voert waarvan zij ingevolge de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de bewijslast draagt. Dit houdt in dat Cebru haar standpunt dat tussen partijen een afspraak over creditering is gemaakt met concrete feiten en stukken dient te staven.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat Cebru voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld en onderbouwd waaruit volgt dat een afspraak over creditering van een bedrag van € 91.691,92 is gemaakt. Van belang daarbij is dat vaststaat dat partijen hebben gesproken over creditering aan de hand van het door Cebru opgestelde Pure Food Credit Overview. Dat overzicht met containernummers en bijbehorende klachten resulteert in een totaal ‘credit ammount’ van € 183.383,85. Vervolgens heeft Pure Foods per e-mail aan [gedaagde sub 2] bevestigd
“to make the amount of credit notes fifty fifty; it will be 91,691.92 €”.Dat is de helft van het op het ‘overview’ vermelde bedrag van € 183.383,85. De daarna door Pure Foods verzonden creditfactuur van € 91.691,92 spoort daarmee. Dat het om een pro forma creditfactuur in het kader van een voorwaardelijke afspraak gaat, zoals Pure Foods stelt, blijkt nergens uit en wordt ook betwist door Cebru. Pure Foods wijst nog op een als productie 7 overgelegde e-mail van 3 januari 2024, maar die e-mail bevat niet meer dan de uitleg van Pure Foods over hoe de tussen partijen gemaakte afspraak in zijn optiek luidt. Daarin kan geen onderbouwing worden gevonden voor zijn stelling dat de creditering voorwaardelijk was. Pure Foods heeft verder zijn stelling dat de creditnota is ingetrokken, niet onderbouwd. Daarom moet het er naar het oordeel van de rechtbank voor worden gehouden dat er een afspraak tot creditering van € 91.691,92 is. Dat bedrag komt voor verrekening in aanmerking.
4.11.
Dat geldt niet voor de tweede 50%. Cebru heeft tegenover de betwisting door Pure Foods onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat partijen hebben afgesproken dat door Pure Foods nog eens € 91.691,92 gecrediteerd zou worden. In de overgelegde correspondentie tussen partijen is hierover niets concreets te vinden. Het enkele feit dat in de e-mail van 31 oktober 2023 van Pure Foods wordt gesproken over ‘credit notes’ (meervoud) is daartoe onvoldoende. Die ‘credit notes’ kunnen ook verwijzen naar de verschillende verrekenposten uit de Credit Overview van Cebru. Pure Foods heeft verder geen tweede creditnota van € 91.691,92 aan Cebru gestuurd. Bij gebrek aan een voldoende onderbouwing van de zijde van Cebru is een afspraak als hiervoor bedoeld dan ook niet komen vast te staan.
4.12.
Subsidiair voert Cebru aan dat een bedrag van € 91.691,92 verrekenbaar is als schade wegens tekortkomingen aan de kant van Pure Foods. In dit kader verwijst Cebru naar de door haar overgelegde producties 3 tot en met 10 die de administratie bevatten met betrekking tot diverse containers uit de Credit Overview. Een nadere toelichting, specificatie en/of onderbouwing van die gestelde verrekenposten ontbreekt echter. Daarmee kan niet worden vastgesteld of Cebru een verrekenpost ter hoogte van € 91.691,92 wegens wanprestatie van Pure Foods toekomt.
Cebru heeft aangeboden ten aanzien van alle leveringen op de Credit Overview de onderbouwende stukken in het geding te brengen. Uit de beoordeling van de rechtbank hiervoor blijkt dat Cebru onvoldoende heeft voldaan aan de stelplicht. Daarom komt de rechtbank niet toe aan bewijslevering.
Minderopbrengst ondeugdelijke kwaliteit zoete aardappelen (€ 56.541,00)
4.13.
Cebru voert aan dat Pure Foods toerekenbaar is tekortgeschoten door zoete aardappelen te leveren die ondeugdelijk van kwaliteit waren. Dat blijkt volgens Cebru uit de door haar overgelegde controlerapporten van expertisebureau HDG. Cebru heeft Pure Foods destijds telkens per container concreet geïnformeerd. In alle gevallen ging het erom dat er geen klasse 1 was geleverd, zoals wel was overeengekomen en op de verpakking stond vermeld. Hoewel de gebrekkigheid aan Pure Foods is bericht, is daarop door Pure Foods niet gereageerd met een onderbouwing waarom de door Cebru gestelde verwijten niet terecht waren. Volgens Cebru heeft zij er dus vanuit mogen gaan dat die kwaliteitsopmerkingen geaccepteerd werden. Er is sprake van een minderopbrengst van € 56.541,00 en dus van schade als gevolg waarvan Cebru recht heeft op een creditering.
4.14.
Pure Foods betwist dat Cebru zich kan beroepen op verrekening. Pure Foods voert aan dat hij nooit klachten of claims van Cebru heeft erkend noch geaccepteerd. Cebru had het recht de leveringen af te wijzen. Dat heeft zij niet gedaan. Cebru heeft de aardappelen geaccepteerd, verkocht en pas later geklaagd om de prijs te beïnvloeden, aldus Pure Foods.
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep op verrekening slaagt. Ter onderbouwing van de gestelde ondeugdelijke kwaliteit heeft Cebru als productie 11 een Credit overview van 10 januari 2024 - een overzicht met containernummers en klachten - in het geding gebracht, en als producties 12-18 de betreffende controlerapporten van HDG per container. Daarnaast heeft Cebru e-mailverkeer overgelegd waarin zij aan Pure Foods melding maakt van haar klachten.
Pure Foods heeft de inhoud van de controlerapporten van HDG onweersproken gelaten en de aan hem gerichte verwijten slechts in algemene termen betwist. Dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende in het licht van de onderbouwde klachten van Cebru over de gebrekkige kwaliteit van de betreffende partijen zoete aardappelen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat deze geleverde zaken niet beantwoorden aan de koopovereenkomsten, zodat sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 35 van het Weens Koopverdrag.
De stelling van Pure Foods dat voor verrekening geen plaats is omdat Cebru de producten heeft doorverkocht volgt de rechtbank niet. Terecht heeft Cebru zich op het standpunt gesteld dat zij uit het oogpunt van schadebeperking daartoe genoodzaakt was. Gesteld noch gebleken is bovendien dat Pure Foods actie heeft ondernomen om de containers weer terug te nemen.
Omdat de met de leveringen gemoeide minderopbrengst van € 56.541,- niet is weersproken, komt dit bedrag geheel voor verrekening in aanmerking.
Te hoge marktprijs in rekening gebracht (€ 28.800,00)
4.16.
Cebru voert aan dat partijen waren overeengekomen dat de marktprijs zou worden aangehouden, welke prijs per week zou worden bepaald. Die prijs heeft Pure Foods niet gehanteerd, blijkens het feit dat dezelfde producten tegelijkertijd aan andere partijen voor lagere prijzen werden verkocht. Doordat van de zijde van Pure Foods niet de juiste marktprijs in rekening is gebracht, is er op acht invoices teveel betaald. Er moet een verrekening plaatsvinden van (8 x € 3.600 =) € 28.800,-, aldus Cebru.
4.17.
Pure Foods heeft in de processtukken noch ter zitting op dit verweer gereageerd. Bij gebrek aan een betwisting gaat de rechtbank daarom uit van de juistheid van de stelling van Cebru dat er door Pure Foods een te hoge marktprijs in rekening is gebracht. Het bedrag van € 28.800,- komt voor verrekening in aanmerking.
Teveel betaald op invoice nummer 109 (€ 20.859,00)
4.18.
Cebru voert aan dat zij vanwege factuur/invoice nummer 109 (van 2022) - levering van twee containers met zoete aardappelen - nog een bedrag van € 20.859,00 te verrekenen heeft. Met factuur/invoice nummer 109 is aan Cebru een bedrag van € 28.953,00 gefactureerd. Vanwege kwaliteitsproblemen is er per saldo slechts een opbrengst van € 1.460,00 voor de ene container en € 2.369,00 voor de andere container geweest, zodat er voor € 25.124,- moet worden gecrediteerd. Door Cebru is er op de factuur totaal € 24.688,- betaald. Er is dus een bedrag van (€ 24.688 -/- 3.829=) € 20.859,00 teveel betaald, aldus Cebru.
4.19.
De rechtbank overweegt dat Cebru ter onderbouwing van deze verrekenpost in de conclusie van antwoord heeft volstaan met een verwijzing naar een door haar aan Pure Foods per mail gestuurde afrekening van 29 september 2022. Daarin is vermeld dat een bedrag van € 25.124,60 moet worden gecrediteerd. Daarmee heeft Cebru naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de betwisting door Pure Foods, onvoldoende onderbouwd dat zij een bedrag van € 20.859,00 teveel heeft betaald aan Pure Foods. Ter zitting heeft Cebru nog gewezen op de door haar ingeroepen buitengerechtelijke ontbinding van 25 maart 2025 ten aanzien van invoice nummer 109. Daaraan gaat de rechtbank evenwel voorbij bij gebrek aan een concrete, onderbouwde toelichting op de gestelde tekortkoming. Deze post komt dan ook niet voor verrekening in aanmerking.
Totaal betaalde bedrag door Cebru is hoger (€ 28.073,21)
4.20.
Cebru voert in de conclusie van antwoord aan dat het totaal door haar betaalde bedrag € 28.073,21 meer is dan waarvan Pure Foods uitgaat. Cebru stelt dat door haar een totaalbedrag van € 1.657.487,34 is betaald, terwijl in de eindafrekening van Pure Foods een bedrag van € 1.629.414,13 wordt aangehouden. Cebru verwijst in dit kader naar een afschrift van haar betaalrekening bij ING over de periode 16 januari 2023 t/m 18 april 2024 waarop zeven overschrijvingen naar Pure Foods zijn vermeld.
4.21.
Naar aanleiding van de betwisting door Pure Foods van de ontvangst van het (totaal) bedrag van € 28.073,21 hebben partijen ter zitting afgesproken om aan de hand van hun boekhouding alle betalingen en ontvangsten na te gaan. De rechtbank heeft partijen die gelegenheid gegeven.
4.22.
Bij haar akte uitlating na comparitie heeft Cebru een totaaloverzicht overgelegd van bankafschrijvingen van betalingen door Cebru aan Pure Foods: de eerste betaling is van 7 juni 2022 en de laatste van 10 juni 2024. Daarnaast heeft Cebru een Excel-overzicht overgelegd waarin die bankbetalingen terugkomen en gekoppeld zijn aan het invoice-nummer van de invoices/facturen van Pure Foods.
4.23.
Daaruit blijkt dat Cebru wat betreft de invoices met nummers 126 (16 januari 2023) tot en met 573 (18 april 2024), waar het in de dagvaarding over gaat, een totaalbedrag van € 1.633.048,46 aan Pure Foods heeft betaald. Volgens Pure Foods heeft Cebru voor die betreffende invoices een totaalbedrag van € 1.629.414,13 betaald (productie 3 bij dagvaarding: overzicht van gefactureerde en openstaande bedragen).
Gelet op de door Cebru overgelegde bankafschrijvingen van haar betalingen gaat de rechtbank uit van de juistheid van het door Cebru gestelde bedrag van € 1.633.048,46. Dit betekent dat een bedrag van € 3.634,33 voor verrekening in aanmerking komt. Voor een hoger bedrag bestaat onvoldoende onderbouwing.
4.24.
Partijen gaan in hun aktes ook nog in op bankbetalingen van Cebru aan Pure Foods voor invoices in de periode vóór 16 januari 2023 en ná 18 april 2024, alsmede op de vraag voor wiens rekening de transactiekosten komen. Dat valt echter buiten het geschilpunt dat partijen eerder aan de rechtbank hebben voorgelegd en waarover zij zich van de rechtbank nog nader mochten uitlaten, zoals besproken ter zitting. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de stellingen van partijen op deze punten.
Slotsom
4.25.
Dit alles leidt tot de slotsom dat het gevorderde in hoofdsom toewijsbaar is tot een bedrag van € 163.408,05 (€ 344.075,30 - € 91.691,92 - € 56.541,00 - € 28.800,00 - € 3.634,33).
Wettelijke handelsrente
4.26.
Vast staat dat Cebru de facturen waar het om gaat niet tijdig heeft betaald en dat Cebru op dit punt geen zelfstandig verweer heeft gevoerd. Dit brengt met zich dat Cebru gehouden is de wettelijke handelsrente te vergoeden over het na verrekening resterende bedrag. De rechtbank zal voor de ingangsdatum aansluiten bij de dag der dagvaarding (15 augustus 2024). De gestelde eerdere ingangsdatum (1 juni 2024) is door Cebru betwist en door Pure Foods onvoldoende toegelicht.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.27.
Pure Foods vordert een bedrag van € 4.351,- aan buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Pure Foods heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Pure Foods heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden tot het in het Besluit bepaalde tarief. Berekend over het (totaal) toe te wijzen bedrag van € 163.408,05 bedraagt dat tarief € 2.409,08. Daarom zal een bedrag van € 2.409,08 worden toegewezen.
Proceskosten
4.28.
Omdat beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zal de rechtbank de proceskosten in die zin compenseren dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Pure Foods jegens [gedaagde sub 2] af,
5.2.
veroordeelt Cebru om aan Pure Foods te betalen een bedrag van € 163.408,05, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW met ingang van 15 augustus 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Cebru om aan Pure Foods te betalen een bedrag van € 2.409,08 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.4.
verklaart de beslissingen onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en door mr. J.H. Gisolf, rolrechter, in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2025.
ST/MF