ECLI:NL:RBNHO:2025:9207

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
11662077
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na annulering vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, nadat hun vlucht EZY7832 van Luton naar Amsterdam op 1 juni 2023 was geannuleerd. De passagiers, vertegenwoordigd door ProBe-ASP B.V. onder de naam Aviclaim, vroegen compensatie van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk vertragingen door de luchtverkeersleiding die leidden tot een schending van de avondklok op Schiphol. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering niet te wijten was aan zijn schuld en dat hij alle redelijke maatregelen had genomen om de gevolgen te beperken. De rechter wees het verzoek van de passagiers af en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten. De beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11662077 \ CV FORM 25-2547
Uitspraakdatum: 6 augustus 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1], wonende te [plaats 1]

2. [verzoeker 2], wonende te [plaats 2]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
EasyJet Europe Airline GmbH
gevestigd te Wenen (Oostenrijk)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas (BK Legal)

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 18 april 2025;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 20 juni 2025.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 1 juni 2023 moest vervoeren van Luton Airport (Verenigd Koninkrijk) naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht EZY7832 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 739,61, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 110,94 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren hun verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier. [1] Daarnaast verzoeken zij de vervoerder te veroordelen tot betaling van de door passagier sub 2 extra gemaakte kosten voor een hotelovernachting en de kosten voor vervoer tussen de luchthaven en accommodatie (€ 239,61).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Daarom moet de vervoerder in beginsel compenseren. Dit is anders als hij kan aantonen dat de annulering van de vlucht het gevolg is geweest van (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. [2]
4.3.
De vervoerder stelt in dit verband dat de vlucht onderdeel was van de rotatievlucht Amsterdam – Luton – Amsterdam (vluchtnummers EZY7831 en EZY7832). Deze vluchten zijn volgens de vervoerder met hetzelfde toestel uitgevoerd. Het toestel heeft voorafgaand aan de rotatievlucht een rotatievlucht Amsterdam – Napels – Amsterdam (vluchtnummers EZY4233 en EZY4234) uitgevoerd. Vlucht EZY4233 is met een vertraging van 42 minuten te Napels gearriveerd omdat het toestel een latere vertrektijd kreeg opgelegd door de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkt door op vlucht EZY4234. Ook deze vlucht kreeg beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. Vlucht EZY4234 is uiteindelijk uitgevoerd met een vertraging van 51 minuten. Deze vertraging werkt door op de rotatievlucht in kwestie.
4.4.
Voor vlucht EZY7831 gold, vanwege de opgelopen vertraging tijdens de voorgaande vluchten, een geplande vertrektijd van 18:44 UTC. Als gevolg hiervan zou het nachtregime te Amsterdam worden geschonden als de vlucht zou worden uitgevoerd. Amsterdam hanteert namelijk een avondklok van 21:00 UTC. Daarom is de (rotatie)vlucht in kwestie geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.5.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Hij heeft voldoende onderbouwd dat de voorgaande vluchten vertraagd werden uitgevoerd door opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding. Daarnaast heeft hij voldoende onderbouwd dat deze opgelopen vertraging ertoe heeft geleid dat de vlucht niet meer uitgevoerd kon worden omdat deze de avondklok op Schiphol zou schenden. Als een vlucht een beperking krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dit geldt ook voor de avondklok te Amsterdam. Deze omstandigheden zijn niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en deze heeft daar ook geen invloed op. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het beroep op (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden slaagt.
4.6.
Bovendien oordeelt de kantonrechter dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de gevolgen van de buitengewone omstandigheden zo beperkt mogelijk te houden. Hij heeft de passagiers namelijk omgeboekt op de eerst beschikbare alternatieve vlucht(en). Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen. De passagiers hebben in dit verband ook niets anders aangevoerd. De door de passagiers verzochte compensatie (en de daarover verzochte wettelijke rente) zal daarom worden afgewezen.
4.7.
Voor wat betreft de extra gemaakte kosten, ter waarde van, in totaal, €239,61, wordt als volgt overwogen. De vervoerder voert aan dat hij deze kosten al direct na opgave en tegen de op dat moment geldende wisselkoers heeft voldaan. Ter onderbouwing heeft hij een schermafbeelding van een intern systeem overgelegd. Derhalve zal dit deel van het verzoek eveneens worden afgewezen.
4.8.
De passagiers worden, gelet op het doel en het karakter van de EPGV-procedure, niet meer in de gelegenheid gesteld om op het verweer van de vervoerder te reageren.
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De verzochte rente wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.