In deze zaak hebben de passagiers compensatie gevorderd van de vervoerder, Delta Air Lines, Inc., vanwege een schemawijziging die resulteerde in een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming. De passagiers stelden dat zij niet tijdig op de hoogte waren gesteld van de wijziging, terwijl de vervoerder claimde dat dit meer dan twee weken van tevoren was medegedeeld. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de passagiers tijdig waren geïnformeerd. Hierdoor werd de vordering van de passagiers toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter benadrukte dat de bewijslast bij de vervoerder lag en dat deze niet was geslaagd in zijn bewijsvoering. De uitspraak werd gedaan op 23 juli 2025, waarbij de kantonrechter de vervoerder veroordeelde tot betaling van een totaalbedrag van € 1.417,80 aan de passagiers, vermeerderd met rente en proceskosten.