Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
Proceskosten
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, is op 23 juli 2025 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak van Boothville B.V. tegen een niet verschenen gedaagde. De eisende partij, Boothville B.V., vertegenwoordigd door de advocaten mr. J.N.C. de Kluijver, mr. A.L. Verzijl en mr. B.E. Revelman de Vries, heeft in een tussenvonnis van 28 mei 2025 de gelegenheid gekregen om zich uit te laten over de oneerlijkheid van een beding in de algemene voorwaarden. Dit beding, artikel 14.4, betreft de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis reeds een oordeel geveld over de oneerlijkheid van dit beding en de eisende partij heeft zich in haar akte gerefereerd aan dit oordeel.
De kantonrechter heeft vervolgens artikel 14.4 van de algemene voorwaarden vernietigd voor zover het betrekking heeft op de buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft vastgesteld dat een bedrag van € 195,60 aan hoofdsom toewijsbaar is, terwijl de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 480,99, inclusief dagvaarding en griffierecht. De kantonrechter heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de overige vorderingen afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.