ECLI:NL:RBNHO:2025:9283

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
11403387 \ CV EXPL 24-8029
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging in luchtvaartzaak met betrekking tot annulering van vlucht HV6505

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is een incident tot voeging aan de orde. De eiseres, AirHelp Germany GmbH, heeft een vordering ingesteld tegen de commanditaire vennootschap Transavia Airlines C.V. in verband met de annulering van vlucht HV6505 van Amsterdam naar Amman op 21 april 2024. AirHelp vordert een schadevergoeding van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij annulering van vluchten. De vervoerder, Transavia, heeft in het incident verzocht om samenvoeging van deze procedure met vier andere procedures die betrekking hebben op identieke geschilpunten en vluchten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van verknochtheid tussen de zaken, omdat de vorderingen niet voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. De vordering tot voeging is afgewezen, en de vervoerder is in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor het nemen van conclusie van antwoord op 3 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11296338 \ CV EXPL 24-6214
Uitspraakdatum: 6 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident
gevestigd te Berlijn, Duitsland
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.gevestigd te Schiphol
gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. G.I. Niesert (LVH Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot samenvoeging [1] ;
- het antwoord in incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis in incident bepaald.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van een bedrag van € 400,00, te vermeerderen met rente en kosten. AirHelp legt aan de vordering ten grondslag dat [betrokkene] (hierna: de passagier) een overeenkomst heeft gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 21 april 2024 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Amman, Jordanië, met vlucht HV6505 (hierna: de vlucht). De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd. De passagier heeft haar vermeende vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp.
2.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Zij stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht de compensatie moet voldoen van € 400,00. [2]

3.De vordering in het incident

3.1.
De vervoerder vordert - samengevat - in het incident dat de kantonrechter de procedure samenvoegt met vier andere procedures. [3]
3.2.
De vervoerder legt aan de vordering - voor zover relevant - ten grondslag dat de procedures zijn verknocht omdat de feitelijke en juridische geschilpunten geheel identiek zijn. De vorderingen zien op dezelfde vluchten, namelijk vlucht HV6505 van Amsterdam naar Amman (de vlucht in kwestie) en vlucht HV6506 van Amman naar Amsterdam, beide op 21 april 2024. Ook zijn de vorderingen gebaseerd op identieke gronden en wordt AirHelp bijgestaan door dezelfde gemachtigde, aldus de vervoerder.
3.3.
AirHelp refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voeging kan gevorderd worden in geval voor dezelfde rechter tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn, of voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn. [4]
4.2.
In de zaken waarvoor voeging is gevorderd en onderhavige zaak is geen sprake van verknochtheid of hetzelfde onderwerp omdat de vorderingen niet voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. Deze zaak heeft immers betrekking op de vlucht in kwestie en niet op vlucht HV6506 van Amman naar Amsterdam, zoals de andere door de vervoerder genoemde zaken. Wellicht heeft de annulering van de beide vluchten met elkaar te maken, maar dit is onvoldoende om op dit moment tot verknochtheid van deze zaak met de andere zaken te concluderen en zodoende tot voeging te besluiten. Daarom zal de vordering tot voeging in deze zaak worden afgewezen.
4.3.
De vervoerder zal in het incident in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de proceskosten van het incident.

5.De beslissingDe kantonrechter:in het incident

5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de AirHelp tot en met vandaag worden begroot op nihil;
in de hoofdzaak:
5.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 3 september 2025voor het nemen van conclusie van antwoord;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.In de zin van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
2.Artikel 7 van de Verordening.
3.Op grond van artikel 222 Rv.
4.Artikel 222 Rv.