In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is een incident tot voeging aan de orde. De eiseres, AirHelp Germany GmbH, heeft een vordering ingesteld tegen de commanditaire vennootschap Transavia Airlines C.V. in verband met de annulering van vlucht HV6505 van Amsterdam naar Amman op 21 april 2024. AirHelp vordert een schadevergoeding van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij annulering van vluchten. De vervoerder, Transavia, heeft in het incident verzocht om samenvoeging van deze procedure met vier andere procedures die betrekking hebben op identieke geschilpunten en vluchten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van verknochtheid tussen de zaken, omdat de vorderingen niet voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. De vordering tot voeging is afgewezen, en de vervoerder is in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor het nemen van conclusie van antwoord op 3 september 2025.