ECLI:NL:RBNHO:2025:9284

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
11296272 \ CV EXPL 24-6209
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging in luchtvaartzaak met betrekking tot annulering van vlucht HV6506

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is een incident tot voeging aan de orde. De eiseres, AirHelp Germany GmbH, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Transavia Airlines C.V., met betrekking tot de annulering van vlucht HV6506 op 21 april 2024. AirHelp vordert een schadevergoeding van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor passagiers bij annuleringen. De vervoerder, Transavia, heeft in het incident verzocht om samenvoeging van deze procedure met vier andere procedures die betrekking hebben op vergelijkbare geschillen over dezelfde vluchten. De kantonrechter heeft overwogen dat de vorderingen in de andere zaken verknocht zijn aan de onderhavige zaak, met uitzondering van de zaak die betrekking heeft op vlucht HV6505, die over een ander feitencomplex gaat. De kantonrechter heeft de vordering tot voeging toegewezen, maar heeft geoordeeld dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor het nemen van conclusie van antwoord op 3 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11296272 \ CV EXPL 6209
Uitspraakdatum: 6 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident
gevestigd te Berlijn, Duitsland
hierna te noemen AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.gevestigd te Schiphol
gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. G.I. Niesert (LVH Advocaten)

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot samenvoeging [1] ;
- het antwoord in incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis in incident bepaald.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
AirHelp vordert in de hoofdzaak dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van een bedrag van € 400,00, te vermeerderen met rente en kosten. AirHelp legt aan de vordering ten grondslag dat [betrokkene] (hierna: de passagier) een overeenkomst heeft gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hem op 21 april 2024 vervoeren van Amman, Jordanië, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht HV6506 (hierna: de vlucht). De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd. De passagier heeft zijn eventuele vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp.
2.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Zij stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht de compensatie moet voldoen van € 400,00. [2]

3.De vordering in het incident

3.1.
De vervoerder vordert - samengevat - in het incident dat de kantonrechter de procedure samenvoegt met vier andere procedures. [3]
3.2.
De vervoerder legt aan de vordering - voor zover relevant - ten grondslag dat de procedures zijn verknocht omdat de feitelijke en juridische geschilpunten geheel identiek zijn. De vorderingen zien op dezelfde vluchten, namelijk vlucht HV6505 van Amsterdam naar Amman en vlucht HV6506 van Amman naar Amsterdam (de vlucht in kwestie), beide op 21 april 2024. Ook zijn de vorderingen gebaseerd op identieke gronden en wordt AirHelp bijgestaan door dezelfde gemachtigde, aldus de vervoerder.
3.3.
AirHelp refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voeging kan gevorderd worden, in geval voor dezelfde rechter tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn, of voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn. [4]
4.2.
In de zaken waarvoor voeging is gevorderd is sprake van verknochtheid omdat de vorderingen voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. Dit geldt voor alle zaken behoudens de zaak die betrekking heeft op vlucht HV6505 van Amsterdam naar Amman (met zaaknummer/rolnummer 11296338 \ CV EXPL 24-6214). Deze gaat immers over een ander feitencomplex. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de vordering in het incident in de andere zaken moet worden toegewezen, nu de doelmatigheid daarmee is gediend.
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
5.1.
voegt de hoofdzaak met de bij deze rechtbank aanhangige zaken met;
  • zaaknummer/rolnummer: 11325025 \ CV EXPL 24-6769;
  • zaaknummer/rolnummer: 11325005 \ CV EXPL 24-6768;
  • zaaknummer/rolnummer: 11323615 \ CV EXPL 24-6708;
5.2.
compenseert de proceskosten in het incident in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
5.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 3 september 2025voor het nemen van conclusie van antwoord;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.In de zin van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
2.Artikel 7 van de Verordening.
3.Op grond van artikel 222 Rv.
4.Artikel 222 Rv.