ECLI:NL:RBNHO:2025:9380
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting en kostencorrectie in verband met diefstal uit de kas
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst over een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2018. De inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbare winst van € 85.000, waarbij ook belastingrente in rekening was gebracht. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de handhaving van deze aanslag na bezwaar. Tijdens de zitting op 30 juli 2025 is eiseres niet verschenen, ondanks dat de uitnodiging tijdig was verzonden. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting doorgang laten vinden.
De zaak draait om de vraag of de inspecteur de aanslag naar het juiste bedrag heeft vastgesteld, met name in verband met diefstal uit de kas. Eiseres stelt dat de inspecteur ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de diefstal, die pas later aan het licht kwam door een boekenonderzoek. De inspecteur heeft echter betoogd dat eiseres niet overtuigend heeft aangetoond dat de door hem vastgestelde belastbare winst onjuist is. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de diefstal en dat de inspecteur terecht geen kostenaftrek heeft toegestaan voor de gestolen omzet.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.