In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 augustus 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijk geweld gepleegd op 8 april 2023 te Velsen-Noord. De verdachte werd ervan beschuldigd betrokken te zijn bij een gewelddadige confrontatie waarbij hij een persoon, aangeduid als [het slachtoffer], zou hebben aangereden met een bestelbus en vervolgens zou hebben geschopt, geslagen en gekrabd. De officier van justitie vorderde een taakstraf van 140 uren, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte geen geweld had gepleegd en geen substantiële bijdrage had geleverd aan de vechtpartij. Tijdens de zitting op 24 juli 2025 werd het bewijs besproken, waaronder getuigenverklaringen en videobeelden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen geweldshandelingen had gepleegd en dat zijn aanwezigheid en de-escalerende acties onvoldoende waren om hem te veroordelen. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.