ECLI:NL:RBNHO:2025:9530

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
18 augustus 2025
Zaaknummer
AWB - 24 _ 6182
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete bij geschorst kenteken op parkeerterrein

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. De eiser, houder van een bestelauto met een geschorst kenteken, ontving een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 608 en een verzuimboete van € 304. De eiser betwistte de naheffingsaanslag en de verzuimboete, stellende dat het voertuig op particulier terrein stond geparkeerd en derhalve niet op de openbare weg. De rechtbank oordeelde echter dat het parkeerterrein feitelijk openstond voor openbaar rijverkeer, ondanks dat het terrein niet fysiek was afgesloten. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat het voertuig op een openbare weg stond geparkeerd terwijl het kenteken geschorst was. De rechtbank achtte de verzuimboete passend en geboden, en verwierp het beroep van de eiser als ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/6182

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2025 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser

en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser over het tijdvak 12 februari 2023 tot en met 11 februari 2024 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd, ten bedrage van € 608 en bij beschikking een verzuimboete van € 304.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de verzuimboete gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2025 te Haarlem.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 1] en
mr. [naam 2] . Eiser is, zonder bericht aan de rechtbank, niet verschenen. Eiser heeft zijn beroepschrift digitaal ingediend en de griffier van de rechtbank heeft daarom op 21 mei 2025 in het digitaal dossier van eiser de uitnodiging voor de zitting geplaatst. Op hetzelfde moment is hiervan een kennisgeving aan eiser gezonden naar het door eiser voor dit doel opgegeven e-mailadres. Omdat de uitnodiging voor de zitting daarmee op de juiste wijze aan eiser is bekendgemaakt heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting doorgang laten vinden.

Overwegingen

Feiten
1. Eiser is houder van het kenteken van de bestelauto met het kenteken [[...]] (hierna: het voertuig). De geldigheid van het kenteken was van 2 september 2022 tot 3 mei 2024 geschorst.
2. Op 5 januari 2024 stond het voertuig geparkeerd aan de [straat] te [woonplaats] , ter hoogte van nummer [#] . Omdat het kenteken van de auto op die datum geschorst was heeft verweerder eiser de onderhavige naheffingsaanslag met verzuimboete opgelegd.
Geschil3. In geschil is of de naheffingsaanslag de verzuimboete terecht zijn opgelegd. Meer specifiek is in geschil of de parkeerplek waar de auto ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag stond geparkeerd is aan merken als openbare weg.
4. Eiser stelt zich op het standpunt dat het voertuig ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag niet op de openbare weg stond geparkeerd omdat de parkeerplekken behoren bij de gehuurde units. Het gehele terrein heeft de uitstraling van privéterrein en is niet openbaar toegankelijk. Omdat het terrein toegankelijk moet zijn voor bestemmingsverkeer is het, aldus nog steeds eiser, niet fysiek afgesloten.
5. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslag en de boetebeschikking.
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht zijn opgelegd omdat het voertuig ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag op de openbare weg stond geparkeerd, terwijl het kenteken was geschorst. Volgens verweerder behoort de parkeerplek tot de openbare weg omdat de parkeerplek feitelijk openstaat voor het openbaar rijverkeer, zoals bedoeld in artikel 5 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet Mrb).
7. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Beoordeling van het geschil
8. Bij de beoordeling van de vraag of het parkeerterrein kan worden aangemerkt als openbare weg stelt de rechtbank voorop dat niet doorslaggevend is of het terrein particulier terrein is. Voor de beantwoording van de vraag of een particulier terrein als een voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande weg als bedoeld in artikel 5 van de Wet moet worden aangemerkt, is beslissend of het terrein feitelijk voor het openbaar rijverkeer openstaat; daarvoor zijn van belang de feitelijke omstandigheden, zoals of door de rechthebbende(n) wordt geduld dat het algemene rijverkeer gebruik maakt van het terrein (HR 11 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4801).
9. Naar verweerder heeft verklaard en de rechtbank aannemelijk acht behoort het desbetreffende terrein met de parkeerplaatsen bij een bedrijfsverzamelgebouw. Uit de stukken komt naar voren dat het parkeerterrein niet fysiek is afgesloten door middel van een hek of slagbomen en er ook geen borden staan die gebruik door onbevoegden verbieden. Gesteld nog gebleken is voorts dat anderen dan bezoekers van de bedrijven op het terrein op enigerlei andere wijze de toegang wordt belemmerd of ontzegd. Evenmin is vast komen te staan dat anderen dan de huurders van de bedrijfsruimten toestemming nodig hebben om gebruik te mogen maken van de parkeerplaatsen op het terrein. Op basis van de naar voren gebrachte feitelijke omstandigheden kan de rechtbank niet anders concluderen dan dat het parkeerterrein voor openbaar rijverkeer openstaat. De enkele stelling van eiser dat het gehele terrein de uitstraling heeft van privéterrein, acht de rechtbank onvoldoende voor een ander oordeel. Naar het oordeel van de rechtbank behoort de parkeerplek waar het voertuig stond daarom tot de openbare weg in de zin van artikel 5 van de Wet Mrb. Toen het voertuig daar stond was het kenteken geschorst. Er is dus met het voertuig gebruik gemaakt van de openbare weg, terwijl het kenteken was geschorst. De naheffingsaanslag is daarom terecht opgelegd.
10. Een verzuimboete kan vervallen of worden verminderd als sprake is van afwezigheid van alle schuld (hierna: avas) of van een wanverhouding tussen de boete en het beboete feit. De bewijslast daarvoor ligt bij eiser. Feiten en omstandigheden die zouden moeten leiden tot het oordeel dat sprake is van avas zijn gesteld noch gebleken. Eiser heeft aangevoerd dat de naheffingsaanslag en de boete op een voor hem ongunstig moment zijn gekomen. Voor zover eiser hiermee bedoelt dat hij in moeilijke financiële omstandigheden verkeert, is dit onvoldoende onderbouwd. Evenmin is sprake van een wanverhouding tussen de boete en het verzuim. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook geen reden tot matiging van de boete. De rechtbank acht de boete passend en geboden.
11. Gelet op het vorenstaande dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
12. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A. Fase, rechter, in aanwezigheid van
H. van Lingen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2025.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift per post verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer).
U kunt digitaal beroep instellen via www.rechtspraak.nl. Daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Hoger beroep instellen kan ook door verzending van een brief aan het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
het hogerberoepschrift moet, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend zijn. Verder moet het ten minste het volgende vermelden:
de naam en het adres van de indiener;
de datum van verzending;
een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
e redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep).