ECLI:NL:RBNHO:2025:9533

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
18 augustus 2025
Zaaknummer
AWB - 24 _ 6765
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Naheffingsaanslagen parkeerbelasting en de verantwoordelijkheid van de automobilist

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil over vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan eiser zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd omdat de parkeervergunning van eiser was gekoppeld aan een verkeerd kenteken. Verweerder heeft drie van de vier naheffingsaanslagen vernietigd, maar de rechtbank overweegt dat de automobilist zelf verantwoordelijk is voor de betaling van de verschuldigde parkeerbelasting. Strikt genomen zijn de naheffingsaanslagen terecht opgelegd, maar bij meerdere naheffingsaanslagen die voortkomen uit één voortdurende gedraging kan er een wanverhouding ontstaan tussen de gedraging en het totale nageheven bedrag plus de kosten. Door drie van de vier naheffingsaanslagen te vernietigen, heeft verweerder deze wanverhouding in voldoende mate hersteld. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard. De uitspraak op bezwaar van verweerder van 17 juni 2024 is gehandhaafd. Eiser had een parkeervergunning voor houders van strandhuisjes, maar deze was niet gekoppeld aan het juiste kenteken op de momenten dat de naheffingsaanslagen zijn opgelegd. De rechtbank concludeert dat de verantwoordelijkheid voor het correct koppelen van de vergunning bij de automobilist ligt. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/6765
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2025 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser

en

het hoofd Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 17 juni 2024 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 juli 2025. Eiser was daar, bijgestaan door haar schoonzoon [naam 1] . Verweerder liet zich vertegenwoordigen door [naam 2] .

Beslissing

De rechtbank:
₋ verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Op 27 april 2024, op 29 april 2024, op 2 mei 2024, en op 5 mei 2024 stond de auto van eiser geparkeerd op een parkeerplaats op de Boulevard [X] te [plaats] alwaar tegen betaling kan worden geparkeerd. Ter zake van dit parkeren heeft verweerder de naheffingsaanslagen opgelegd. Deze naheffingsaanslagen zijn bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd, en eiser heeft daartegen beroep ingesteld. Voorafgaande aan de zitting heeft verweerder in drie van die zaken de naheffingsaanslag vernietigd waarna eiser het beroep heeft ingetrokken. Uiteindelijk is nog één (de eerst opgelegde) naheffingsaanslag in geschil.
2. Eiser beschikt over een parkeervergunning voor houders van strandhuisjes á € 180. Op 27 en 29 april en op 2 en 5 mei 2024 stond haar auto met kenteken [#] geparkeerd op een betaald parkeren-plek vlakbij haar strandhuisje. Op die momenten was haar parkeervergunning niet gekoppeld met het kenteken van haar auto, maar met het kenteken van de moeder van haar schoonzoon. Volgens verweerder is dan in feite zonder vergunning geparkeerd, en daarom zijn de naheffingsaanslagen opgelegd.
3. De rechtbank overweegt dat een automobilist zelf verantwoordelijk is voor de betaling van de verschuldigde parkeerbelasting. Wanneer een automobilist beschikt over een parkeervergunning die niet is gekoppeld aan het juiste kenteken, zoals in dit geval, is voor dat kenteken de verschuldigde parkeerbelasting niet voldaan. Strikt genomen zijn de naheffingsaanslagen dus terecht opgelegd. Dat neemt niet weg dat bij meerdere naheffingsaanslagen die het gevolg zijn van één voortdurende gedraging, er een wanverhouding kan ontstaan tussen die gedraging (het onjuiste kenteken koppelen aan de vergunning) en het totale nageheven bedrag plus de kosten. Door drie van de vier naheffingsaanslagen te vernietigen heeft verweerder die wanverhouding evenwel in voldoende mate hersteld. Dat bij de schoonzoon van eiser in een vergelijkbaar geval (ook) drie aanslagen door verweerder zijn vernietigd, verandert daaraan niets. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Snitker, rechter, in aanwezigheid van
H. van Lingen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
griffier rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift per post verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer).
U kunt digitaal beroep instellen via www.rechtspraak.nl. Daar klikt u op “Formulieren en inloggen”. Hoger beroep instellen kan ook door verzending van een brief aan het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
bij het hogerberoepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
het hogerberoepschrift moet, indien het op papier wordt ingediend, ondertekend zijn. Verder moet het ten minste het volgende vermelden:
de naam en het adres van de indiener;
de datum van verzending;
een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
e redenen waarom u het niet eens bent met de uitspraak (de gronden van het hoger beroep).