ECLI:NL:RBNHO:2025:963

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
10476761 \ CV EXPL 23-2630
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor passagiers bij vertraagde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers compensatie gevorderd van de vervoerder, Transavia Airlines C.V., vanwege een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie volgens de Verordening (EG) nr. 261/2004. Echter, de vervoerder kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden die niet konden worden voorkomen, waardoor de vorderingen van de passagiers zijn afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te minimaliseren en dat de passagiers onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun claims te onderbouwen. De vorderingen werden afgewezen en de passagiers werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10476761 \ CV EXPL 23-2630
Uitspraakdatum: 18 december 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]

2. [eiser 2]wonende te [plaats 2]

3. [eiser 3]

4. [eiser 4]beiden wonende te [plaats 3]

5. [eiser 5]

6. [eiser 6]

beiden wonende te [plaats 4]
7. [eiser 7]8. [eiser 8]9. [eiser 9]allen wonende te [plaats 5]
10. [eiser 10]11. [eiser 11]beiden wonende te [plaats 6]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. L. Kloot (LVH Advocaten)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder compensatie gevorderd vanwege een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen van de luchtverkeersleiding. Het verweer van de vervoerder slaagt en de vorderingen van de passagiers worden afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 24 juni 2022 vervoeren van Chania, Griekenland naar Amsterdam, met vlucht HV5888 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 4.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag van de gehele voldoening;
- € 683,65, althans een in redelijke justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Ook verzoeken de passagiers de kantonrechter een certificaat af te geven zoals bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-Verordening 1215/2012 (hierna: Brussel I bis-Verordening).
3.3.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,00 per persoon (artikel 7 van de Verordening).
3.4.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de vertraging van de vlucht gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder betwist dat de passagiers sub 1, sub 4, sub 6 en sub 10 Yource B.V. hebben gemachtigd om namens hen in de procedure op te treden. Hij voert daartoe aan dat zij geen machtiging aan Yource B.V. hebben overgelegd. Bij conclusie van repliek hebben de passagiers echter deze machtigingen overgelegd. Daarom zal de kantonrechter aan dit verweer voorbij gaan.
4.3.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.4.
Volgens de vervoerder was de vlucht in kwestie onderdeel van de rotatievlucht Amsterdam – Chania, Griekenland – Amsterdam (vluchtnummers HV5887 en HV5888). Voorafgaand aan deze rotatievlucht moest het toestel ook vlucht CND522 uitvoeren. Vlucht CND522 werd met een half uur vertraging uitgevoerd vanwege beperkingen van de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkte door op vlucht HV5887. Ook vlucht HV5887 kreeg te maken met een groot aantal beperkingen door de luchtverkeersleiding. De oorzaak van deze beperkingen was een capaciteitsreductie vanwege slechte weersomstandigheden op de luchthaven. Hierdoor heeft vlucht HV5887 een vertraging opgelopen van 4 uur en 41 minuten. Ook de vlucht in kwestie kreeg te maken met beperkingen van de luchtverkeersleiding vanwege het weer. Uiteindelijk is de vlucht met 5 uur en 3 minuten vertraging uitgevoerd, aldus de vervoerder.
4.5.
De passagiers betwisten dit. Volgens hen is het toestel waarmee de hiervoor genoemde vluchten uitgevoerd zouden worden een toestel van Corendon. Dit toestel moest de vervoerder inhuren omdat de hij problemen had in de operatie. Dit blijkt ook uit het door de vervoerder overgelegde interne rapport. Hierin staat dat een aantal vluchten op de dag van de vlucht in kwestie zijn geannuleerd vanwege een tekort aan personeel. Volgens de passagiers betekent dit dat vlucht CND522 direct vertraging opliep, die doorwerkte op de vlucht in kwestie.
4.6.
De kantonrechter oordeelt dat in het midden kan blijven in hoeverre het half uur vertraging van vlucht CND522 het gevolg was van buitengewone omstandigheden, gelet op het volgende. De vervoerder heeft met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop voldoende onderbouwd dat vlucht HV5887 in ieder geval nog eens 4 uur en 11 minuten vertraging heeft opgelopen door beperkingen van de luchtverkeersleiding. De passagiers hebben daartegenover onvoldoende toegelicht dat deze vertraging het gevolg zou zijn geweest van problemen in de operatie van de vervoerder. Ook het enkele gegeven dat de vlucht in kwestie uitgevoerd werd met een toestel van Corendon, leidt niet tot deze conclusie. Als een vlucht een beperking krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden gevolgd. Een dergelijke beperking is niet inherent aan de normale bedrijfsvoering van de vervoerder en hij heeft daar ook geen invloed op. Daarom was de vertraging van vlucht HV5887 in ieder geval voor de duur van 4 uur en 11 minuten het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.7.
Verder heeft de vervoerder ook voldoende toegelicht dat deze vertraging doorwerkt op de vlucht in kwestie. Daarom behoeven de overige vertragingsoorzaken geen bespreking meer. Ook als immers vast zou komen te staan dat dit geen buitengewone omstandigheden waren, resteert na aftrek van de vertraging als gevolg van de beperkingen van de luchtverkeersleiding een vertraging van minder dan drie uur. [1] Daarmee staat vast dat de langdurige vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
4.8.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om (de vertraging als gevolg van) de buitengewone omstandigheden te voorkomen. De vervoerder stelt in dit verband dat hij geen invloed kan uitoefenen op de beperkingen van de luchtverkeersleiding. Ook stelt hij dat hij tussen de vluchten in zo veel mogelijk vertraging heeft proberen in te lopen. De passagiers betwisten dit. Zij voeren aan dat er minder vertraging zou hebben plaatsgevonden als vlucht HV5587 tijdig was vertrokken.
4.9.
Het betoog van de passagiers slaagt niet. Zoals hiervoor besproken, heeft het verlate vertrek van vlucht HV5587 maar tot 30 minuten van de in totaal 5 uur en 3 minuten vertraging geleid (afgezien van de oorzaak daarvan). Als de vervoerder al invloed zou hebben gehad op de vertraging van vlucht HV5587 zou dit dus alsnog tot een langdurige vertraging van de passagiers op de eindbestemming hebben geleid. Voor het overige hebben de passagiers niets aangevoerd. Niet valt in te zien wat er onder de gegeven omstandigheden meer of anders kon worden verwacht. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen genomen. Dit betekent dat de vorderingen van de passagiers zullen worden afgewezen.
4.10.
De passagiers zullen in het ongelijk worden gesteld. Daarom zullen zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 678,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 135,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van dit vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie HvJEU 4 mei 2017, C-315/15, ECLI:EU:C:2017:342.