ECLI:NL:RBNHO:2025:965

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
10487191 \ CV EXPL 23-2751
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor passagiers van geannuleerde vlucht door luchtvaartmaatschappij

In deze zaak hebben passagiers compensatie gevorderd van de luchtvaartmaatschappij EasyJet Airline Company Limited vanwege een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Berlijn op 5 augustus 2022. De luchtvaartmaatschappij stelde dat de annulering noodzakelijk was door vertragingen van voorgaande vluchten, waardoor de vlucht de nachtsluiting van de luchthavens zou schenden. De passagiers betwistten dit en voerden aan dat het mogelijk was om een 'night slot' aan te vragen, wat de vlucht alsnog had kunnen laten plaatsvinden. De kantonrechter oordeelde dat de luchtvaartmaatschappij onvoldoende had aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter wees de vordering van de passagiers toe, inclusief compensatie van € 1.000,00 per persoon, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden de proceskosten en nakosten toegewezen aan de luchtvaartmaatschappij. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd voor de gemaakte kosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10487191 \ CV EXPL 23-2751
Uitspraakdatum: 8 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]2. [eiser 2]beiden wonende te [plaats 1]

3. [eiser 3]

4. [eiser 4]beiden wonende te [plaats 2], Duitsland
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EasyJet Airline Company Limited
gevestigd te London Luton Airport, Verenigd Koninkrijk
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J. Kumar
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder compensatie gevorderd vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder stelt dat de vlucht geannuleerd moest worden omdat de voorafgaande vluchten zo veel vertraging hadden opgelopen dat de vlucht in kwestie de nachtsluiting van zowel de luchthaven van vertrek als die van aankomst zou schenden. De passagiers hebben daar tegenin gebracht dat het mogelijk was om een ‘night slot’ voor de vlucht aan te vragen, waarmee deze, ondanks de nachtsluitingen, alsnog uitgevoerd kon worden. Omdat de vervoerder dat onvoldoende heeft weersproken, slaagt zijn verweer niet en wordt de vordering van de passagiers toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 5 augustus 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Berlijn Airport, Duitsland, met vlucht U24568 dan wel EZY4568 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag van de betaling;
- € 181,50, althans een in redelijke justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Ook verzoeken de passagiers de kantonrechter om een certificaat van dit vonnis af te geven. [1]
3.3.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per persoon. [2]
3.4.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [3]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om deze te voorkomen.
4.3.
Volgens de vervoerder moest de vlucht geannuleerd worden omdat de voorafgaande vluchten zodanige vertraging hadden opgelopen dat de vlucht in kwestie de nachtsluiting van zowel de luchthaven van Amsterdam als de luchthaven van Berlijn zou schenden.
4.4.
Volgens de vervoerder was de vlucht in kwestie onderdeel van de rotatievlucht Berlijn – Nice – Berlijn – Amsterdam – Berlijn (vluchtnummers EZY4545, EZY4546, EZY4567 en EZY4568). Vlucht EZY4545 van Berlijn werd met 22 minuten vertraging uitgevoerd vanwege beperkingen van de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkte door op vlucht EZY4546 van Nice naar Berlijn. Vervolgens kreeg ook vlucht EZY4546 beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding. Hierdoor is vlucht EZY4546 met 1 uur en 16 minuten vertraging aangekomen.
4.5.
Door de opgelopen vertraging zou de geplande vertrektijd van de vlucht in kwestie uitkomen op 21:58 uur UTC en de aankomsttijd op 23:31 uur UTC. Op de luchthaven van Amsterdam geldt een nachtsluiting die om 21:00 uur UTC in gaat. Ook op de luchthaven van Berlijn geldt een nachtsluiting. Deze gaat om 21:30 uur UTC in. Daarom was het niet meer mogelijk om de vlucht in kwestie uit te voeren en heeft de vervoerder vlucht EZY4567 van Berlijn naar Amsterdam en de vlucht in kwestie geannuleerd. Ter onderbouwing heeft de vervoerder onder meer vluchtrapporten van de betrokken vluchten overgelegd.
4.6.
De passagiers betwisten dit. Zij voeren onder meer aan dat het wel degelijk mogelijk is om op de luchthavens van Amsterdam en Berlijn op te stijgen en te landen na het ingaan van de nachtsluiting. Een luchtvaartmaatschappij kan daarvoor gebruikmaken van zogenaamde ‘night slots’. Zij verwijzen hierbij naar schermafbeeldingen waaruit blijkt dat ook na het ingaan van de nachtsluiting nog op de beide luchthavens vluchten werden uitgevoerd.
4.7.
De vervoerder heeft daar tegenin gebracht dat de nachtsluiting van Schiphol streng is en dat er maar een beperkt aantal ‘night slots’ beschikbaar zijn. Er zijn gevallen waarin dit is toegestaan, maar er moet dan sprake zijn van een reden van overmacht zoals bedoeld in de regels van de ILT. Daarom is het ingewikkeld om een ‘night slot’ te verkrijgen. De vluchten in de schermafbeeldingen van de passagiers hebben waarschijnlijk wel een ‘night slot’ verkregen, aldus de vervoerder.
4.8.
Het verweer van de vervoerder slaagt niet. De kantonrechter overweegt als volgt. Volgens vaste rechtspraak is een buitengewone omstandigheid een omstandigheid die niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van een luchtvaartmaatschappij en waar deze geen daadwerkelijke invloed op kan uitoefenen. [4] Weliswaar heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat de voorgaande vluchten vertraagd werden uitgevoerd door beperkingen van de luchtverkeersleiding, maar hij heeft onvoldoende toegelicht waarom het noodzakelijk was om vlucht EZY4567 en vlucht in kwestie daarna te annuleren. In de conclusie van dupliek heeft hij immers erkend dat het onder omstandigheden mogelijk is om een ‘night slot’ aan te vragen en daarmee ook na het ingaan van de nachtsluiting vluchten uit te voeren.
4.9.
De enkele stelling dat het in zijn algemeenheid moeilijk is om een dergelijk night slot aan te vragen of dat het aantal beschikbare night slots beperkt is, maakt dat in dit geval niet anders. De vervoerder heeft namelijk in het geheel niet gesteld of toegelicht of en in hoeverre hij de mogelijkheid van het aanvragen van een ‘night slot’ voor deze vlucht wel heeft onderzocht en dat dit niet mogelijk was of dat deze aanvraag is geweigerd. Dit had, gelet op de gemotiveerde betwisting door de passagiers, wel op zijn weg gelegen. Daarom kan niet worden geoordeeld dat de vervoerder geen invloed had op de annulering van de vlucht en is deze niet het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
4.10.
Omdat de vervoerder geen andere verweren heeft gevoerd, zullen de door de passagiers gevorderde compensatie en de daarover gevorderde wettelijke rente worden toegewezen.
4.11.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vervoerder heeft deze vordering gemotiveerd betwist. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom moet de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, toetsen aan het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten (en de daarover gevorderde rente) moet daarom worden afgewezen.
4.12.
De vervoerder zal grotendeels in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.
4.13.
De gevorderde afgifte van het certificaat wordt bij gebrek aan belang afgewezen. [5] Een dergelijk certificaat is bedoeld voor de tenuitvoerlegging van beslissingen in een lidstaat en de vervoerder is niet in een lidstaat gevestigd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 augustus 2022 tot aan de dag van de betaling van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 129,14;
griffierecht € 214,00;
salaris gemachtigde € 337,00;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 67,50 aan nakosten, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten zullen maken;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zoals bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-Verordening 1215/2012 (hierna: de Brussel I bis-Verordening).
2.Artikel 7 van de Verordening.
3.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.
5.In de zin van artikel 53 van de Brussel I bis-Verordening.