Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
Gelet op het deskundigenrapport moet worden geconcludeerd dat [eisers] nakoming heeft gevorderd van verplichtingen die niet bestonden, te weten voor een bedrag van meer dan € 220.000,-. Niet Botman Bouw, maar [eisers] was in verzuim door het niet stellen van zekerheid voor de verschuldigde termijnen. Botman Bouw heeft daarom bevoegdelijk de aanneemovereenkomst beëindigd. In dat geval geldt dat er afgerekend moet worden volgens paragraaf 14 lid 10 van de UAV 2012, welke algemene voorwaarden op de aanneemovereenkomst tussen partijen van toepassing zijn verklaard. Dit betekent dat op de resterende aanneemsom van € 21.300,- (termijnen 8 en 9) de posten T t/m BB uit het deskundigenrapport als besparingen (voor een bedrag van € 2.850,- exclusief btw) in mindering strekken. [eisers] heeft dus geen vordering op Botman Bouw, maar Botman Bouw heeft een vordering op [eisers] ter grootte van € 21.300,- (inclusief btw) minus de besparing van € 2.850,- = € 18.450,- (inclusief btw), te vermeerderen met rente. Hierbij geldt dat de mededeling van [eisers] dat hij zich beroept op vervangende schadevergoeding in plaats van correcte nakoming aangemerkt moet worden als een opzegging van de overeenkomst in de zin van artikel 7:764 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtsgevolgen daarvan zijn gelijk aan de beëindiging van de overeenkomst door Botman Bouw. De vordering van [eisers] moet dan ook worden afgewezen, met veroordeling van [eisers] in de kosten van de procedure en het deskundigenonderzoek, omdat [eisers] in overwegende mate in het ongelijk is gesteld, aldus Botman Bouw.
G (kelder), L, M en N (dak) en T, U, W, X, Y en BB (gevels) terecht zijn. Dit zijn dus gebreken die in rechte zijn komen vast te staan en daarmee tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen van Botman Bouw onder de aanneemovereenkomst. Voor de overige klachten kan [eisers] Botman Bouw niet aanspreken.
- [eisers] heeft in oktober 2021 bij Botman Bouw geklaagd over de uitvoering van het pannendak en over water in de pompput van de kelder.
- Op 4 november 2021 heeft [eisers] een ‘gebrekenlijst’ toegestuurd naar Botman Bouw waarop gebreken staan die ook de deskundige vaststelt (gebreken L/M/N/W/Y).
- Bij brief van 16 november 2021 heeft [eisers] Botman Bouw gesommeerd de gebreken binnen veertien dagen te herstellen.
- Op 2 december 2021 heeft [eisers] nogmaals een termijn van veertien dagen gegeven.
- Na ontvangst van het rapport van Winder heeft [eisers] per e-mail van 9 februari 2022 Botman Bouw gesommeerd om de in dit rapport genoemde (aanvullende) gebreken, zoals de door de deskundige vastgestelde gebreken G en X, binnen drie weken op te lossen.
- Bij brief van 23 juni 2022 heeft de advocaat van [eisers] Botman Bouw een laatste hersteltermijn gegeven tot 1 oktober 2022. Daarbij heeft hij meegedeeld dat bij niet-nakoming alle kosten van door een derde te verrichten herstelwerk voor rekening van Botman Bouw komen en dat deze mededeling op voorhand is te beschouwen als een omzettingsverklaring in de zin van artikel 6:87 lid 1 BW.
6) beschadiging plat dak door werkzaamheden van Botman Bouw.
De vordering tot betaling van € 21.300,- ligt dan ook voor toewijzing gereed.