Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 11 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van het COA.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in kort geding de ontruiming van een moeder en haar vier maanden oude baby uit een asielzoekerscentrum in Den Helder. Het COA stelt dat de moeder niet langer onder de categorieën valt die recht geven op verstrekkingen volgens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005). De voorzieningenrechter oordeelt dat de ontruiming kan plaatsvinden, maar geeft de moeder een termijn van drie maanden om een alternatieve verblijfplaats te vinden. De rechter overweegt dat er geen acute noodsituatie voor het kind zal ontstaan bij een ontruiming op deze termijn, en dat de moeder zich kan wenden tot verschillende hulpinstanties voor ondersteuning. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de ontruiming ook kan plaatsvinden als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten worden toegewezen aan het COA, aangezien de moeder in het ongelijk is gesteld.