In deze zaak is de naheffingsaanslag parkeerbelasting in geschil. Eiser, wonende te [woonplaats], beroept zich op overmacht omdat de parkeerbelasting niet kon worden voldaan als gevolg van een bijtincident waarbij zijn hond betrokken raakte. De rechtbank Noord-Holland heeft op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer HAA 25/1055. De heffingsambtenaar van de gemeente Zandvoort had op 18 december 2024 een naheffingsaanslag opgelegd van € 77,70, bestaande uit € 1,00 parkeerbelasting en € 76,70 kosten naheffing. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat zijn vrouw door het bijtincident niet in staat was om voor 10:00 uur, het aanvangsmoment voor betaald parkeren, de parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, maar dat er sprake was van een acute noodsituatie die de heffing van parkeerbelasting in dit geval niet rechtvaardigt. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag en verklaart het beroep gegrond. Eiser krijgt het door hem betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.