Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser in verzet sub 1]
2.[eiser in verzet sub 2]
Maatschap Klaver 3
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
De beoordeling
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een huurzaak waarbij een van de gedaagden, [eiser in verzet sub 1], in verzet is gekomen tegen een eerder verstekvonnis. De zaak betreft een huurachterstand en de ontruiming van een woning. De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand vaststaat en dat de woning inmiddels ontruimd is. [eiser in verzet sub 1] betwist echter dat hij partij is bij de huurovereenkomst. De kantonrechter concludeert dat [eiser in verzet sub 1] contractueel medehuurder is en zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst moet nakomen. Het argument dat hij als katvanger zou zijn gebruikt, wordt verworpen, omdat dit niet is aangetoond. Het verstekvonnis wordt vernietigd omdat de beslissing op ondergeschikte punten afwijkt van het eerdere vonnis. De kantonrechter oordeelt dat de maatschap Klaver 3 procesbevoegdheid heeft en dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is gesloten. De vordering van Klaver 3 tot ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van de huurachterstand wordt gedeeltelijk toegewezen, met inachtneming van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van medehuurders en de geldigheid van digitale handtekeningen in huurovereenkomsten.