RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
parketnummer 17/885430-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 januari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 8 januari 2013.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid een zich op de rijbaan van het Kleinzand bevindende auto is gepasseerd door (deels) met de door hem, verdachte, bestuurde auto over het trottoir te rijden en/of/vervolgens
- tegen zich op dat trottoir bevindende (fiets van die) [slachtoffer 1] - die kort daarvoor van de rijbaan op het trottoir was gesprongen - is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 1] is ingereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Art. 287 jo. art. 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid een zich op de rijbaan van het Kleinzand bevindende auto is gepasseerd door (deels) met de door hem, verdachte, bestuurde auto over het trottoir te rijden en/of/vervolgens
- tegen zich op dat trottoir bevindende (fiets van die) [slachtoffer 1] - die kort daarvoor van de rijbaan op het trottoir was gesprongen - is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 1] is ingereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Art. 302 jo. art. 45 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van
en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân,
als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, het Kleinzand,
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid een zich op de rijbaan van het Kleinzand bevindende auto is gepasseerd door (deels) met de door hem, verdachte, bestuurde auto over het trottoir te rijden en/of/vervolgens
- tegen zich op dat trottoir bevindende (fiets van) [slachtoffer 1] - die kort daarvoor van de rijbaan op het trottoir was gesprongen - is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 1] is ingereden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(Art. 5 Wegenverkeerswet 1994)
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
2.
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid de kruising met de Jousterkade is opgereden en rechtsaf is gegaan op de Jousterkade in de richting van de Bothniakade,
- zulks terwijl die [slachtoffer 2], die zich bevond op een fiets rijdende op de Jousterkade, rijdende vanuit de richting van de Oosterdijk en gaande in de richting van de Oppenhuizerweg, de kruising de Jousterkade/het Kleinzand was opgereden,
- waarbij verdachte (vervolgens) met zijn auto tegen de achterzijde van de door die [slachtoffer 2] bestuurde fiets is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 2] is ingereden, (mede) tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Art. 287 jo. art. 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid de kruising met de Jousterkade is opgereden en rechtsaf is gegaan op de Jousterkade in de richting van de Bothniakade,
- zulks terwijl die [slachtoffer 2], die zich bevond op een fiets rijdende op de Jousterkade, rijdende vanuit de richting van de Oosterdijk en gaande in de richting van de Oppenhuizerweg, de kruising de Jousterkade/het Kleinzand was opgereden,
- waarbij verdachte (vervolgens) met zijn auto tegen de achterzijde van de door die [slachtoffer 2] bestuurde fiets is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 2] is ingereden, (mede) tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Art. 302 jo. art. 45 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van
en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, het Kleinzand en/of de Jousterkade,
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en/of/vervolgens
- met onverminderde snelheid de kruising met de Jousterkade is opgereden en rechtsaf is gegaan op de Jousterkade in de richting van de Bothniakade,
- zulks terwijl [slachtoffer 2], die zich bevond op een fiets rijdende op de Jousterkade, rijdende vanuit de richting van de Oosterdijk en gaande in de richting van de Oppenhuizerweg, de kruising de Jousterkade/het Kleinzand was opgereden,
- waarbij verdachte (vervolgens) met zijn auto tegen de achterzijde van de door die [slachtoffer 2] bestuurde fiets is aangereden, in ieder geval op die [slachtoffer 2] is ingereden, (mede) tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen, waarbij letsel aan die [slachtoffer 2] is ontstaan en/of schade aan de fiets van die [slachtoffer 2] is ontstaan en door welke gedraging(en) van verdachte
gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het
verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(Art. 5 Wegenverkeerswet 1994)
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
3.
hij op of omstreeks 4 november 2011, te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, het Kleinzand, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
(Art. 9 lid 2 Wegenverkeerswet 1994)
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
- ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee jaren.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van de feiten stelt de rechtbank op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelenhet volgende vast.
Op 4 november 2011, omstreeks 15:05 uur, is verdachte in een auto over het Kleinzand te Sneek in de richting van de Jousterkade gereden. Verdachte heeft van agenten, die achter hem reden, een stopteken gekregen. Verdachte is niet gestopt maar doorgereden en heeft zijn snelheid verhoogd. Halverwege het Kleinzand bevond zich midden op de rijbaan een (vrijwel) stilstaande auto. Verdachte is met onverminderde vaart op deze auto afgereden. De (vrijwel) stilstaande auto is iets naar links gereden, waardoor een kleine ruimte ontstond tussen deze auto en het trottoir. Verdachte heeft zijn voertuig naar rechts gestuurd en moest, om de auto te kunnen passeren, deels over het trottoir rijden. Verdachte heeft zijn snelheid niet verminderd en is de auto met hoge snelheid rechts gepasseerd. Op dat moment reed er ook een fietser tussen de (vrijwel) stilstaande auto en de gevel van de percelen aan de rechterzijde van de straat.Deze fietser, [slachtoffer 1], zag en hoorde de veel te hard rijdende auto aankomen en is van zijn fiets gesprongen. Hij heeft zijn fiets op het trottoir getrokken. Verdachte heeft niet geremd en is langs [slachtoffer 1] gereden, die niet verder meer kon uitwijken omdat hij inmiddels tegen het kozijn van een winkeldeur stond. Zijn fiets werd licht geraakt door de auto van verdachte.Verdachte is met onverminderde vaart verder gereden in de richting van de kruising met de Jousterkade. Verdachte is rechts afgeslagen, de Jousterkade op richting Bothniakade, waarna hij met zeer hoge snelheid een fietser, [slachtoffer 2], tegen de achterzijde van diens fiets heeft aangereden. [slachtoffer 2] is daarbij ten val gekomen.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat het Kleinzand te Sneek een smalle, drukke gracht is met veel (winkelende) voetgangers en fietsers. Er geldt een snelheidslimiet van 30 km/u.
Het rijbewijs van verdachte is ongeldig verklaard op 28 augustus 2006.
Uit de wijze waarop verdachte de bewuste middag van 4 november 2011 met zijn auto heeft gereden in het drukke centrum van Sneek, leidt de rechtbank af dat verdachte koste wat het kost de politie wilde ontvluchten en zich niet heeft bekommerd om de mogelijke gevolgen daarvan voor andere verkeersdeelnemers, meer in het bijzonder zwakke weggebruikers zoals fietsers. Verdachte heeft zich aldus door zijn rijgedrag willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat hij een aanrijding zou veroorzaken waarbij aangevers, kwetsbare (fietsende) verkeersdeelnemers, om het leven zouden komen. De rechtbank acht derhalve het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde, poging tot doodslag, bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 primair en onder 3 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 4 november 2011 te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en vervolgens
- met onverminderde snelheid een zich op de rijbaan van het Kleinzand bevindende auto is gepasseerd door deels met de door hem, verdachte, bestuurde auto over het trottoir te rijden en vervolgens
- tegen de zich op dat trottoir bevindende fiets van die [slachtoffer 1] - die kort daarvoor van de rijbaan op het trottoir was gesprongen - is aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 4 november 2011 te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet
- met zeer hoge snelheid met een door hem, verdachte, bestuurde auto heeft gereden op het Kleinzand in de richting van de Jousterkade en vervolgens
- met onverminderde snelheid de kruising met de Jousterkade is opgereden en rechtsaf is gegaan op de Jousterkade in de richting van de Bothniakade,
- zulks terwijl die [slachtoffer 2], die zich bevond op een fiets rijdende op de Jousterkade, de kruising de Jousterkade/het Kleinzand was opgereden,
- waarbij verdachte (vervolgens) met zijn auto tegen de achterzijde van de door die [slachtoffer 2] bestuurde fiets is aangereden, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 4 november 2011 te Sneek, in de gemeente Súdwest Fryslân, terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, het Kleinzand, als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie heeft bestuurd.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
3.overtreding van artikel 9 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
- het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- de vordering van de officier van justitie.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee pogingen tot doodslag en het besturen van een auto terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Verdachte is op de vlucht geslagen voor de politie en is daarbij met zijn auto met zeer hoge snelheid door een druk gedeelte van het centrum van Sneek gereden. Hij is, ongeacht welke andere verkeersdeelnemers hij op zijn weg tegenkwam, met onverminderde vaart doorgereden. Hij heeft hierbij een fiets geraakt van een fietser, die ternauwernood op de stoep kon springen en met zijn fiets tegen de gevel van de daar gelegen winkel kon gaan staan. Even verderop is verdachte met onverminderde hoge snelheid een kruising opgereden, waarbij hij een op een voorrangsweg rijdende fietser heeft aangereden, waardoor die fietser ten val is gekomen. Deze fietser heeft hierbij geen blijvend letsel opgelopen.
De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van zeer ernstige feiten. Terwijl verdachte wegens rijongeschiktheid niet mocht rijden, heeft hij dat wel gedaan en bovendien op zo'n wijze, dat het enkel aan het toeval is te danken dat de slachtoffers niet (ernstiger) gewond zijn geraakt of het leven hebben gelaten. Het menselijk leven is het hoogste goed dat door de wet beschermd wordt.
Verdachte is in het verleden vaker veroordeeld, onder meer voor verkeersdelicten. De reclassering signaleert wat dat betreft dan ook een patroon. Uit het reclasseringsrapport komt verder naar voren dat verdachte sinds zes jaar werkloos is, een grote schuldenlast heeft opgebouwd en sinds enkele maanden is gestopt met druggebruik. Hij neemt de schuld volledig op zich en voelt zich verantwoordelijk voor hetgeen er is gebeurd. Volgens de reclassering is verdachte een persoon die op een maatschappelijk verantwoorde wijze invulling aan zijn leven wil geven, maar dat zijn invulling (nog) te weinig stabiel is. De reclassering schat het recidiverisico als hoog gemiddeld in, maar verwacht dat deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining en een delictpreventietraining een eventuele terugval in delictgedrag zal verkleinen. De reclassering adviseert verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan gekoppeld reclasseringstoezicht en een verplichting deel te nemen aan genoemde gedragsinterventies.
De rechtbank zal de reclassering grotendeels niet in dit advies volgen. Het beeld dat uit het reclasseringsrapport naar voren komt van verdachte komt niet overeen met het beeld dat de rechtbank van verdachte heeft gekregen uit het dossier. Uit het afgetapte telefoongesprek tussen verdachte en een vriend van hem kort na het plegen van de feiten komt naar voren dat verdachte weet dat hij tijdens zijn wildemansrit verschillende fietsers heeft aangereden, maar geen enkele compassie met zijn slachtoffers heeft. Bij de politie ontkent verdachte zelfs te hebben gemerkt fietsers te hebben aangereden. De oprechtheid van verdachte wat betreft de door hem tegenover de reclassering uitgesproken wens zijn leven een andere wending te geven, trekt de rechtbank dan ook in twijfel. Verdachte is niet op zitting verschenen, zodat hij ook geen uitleg over of toelichting op een en ander heeft kunnen geven. Mede gelet op de ernst en aard van de feiten, is de rechtbank al met al van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd op de bewezen verklaarde feiten dan met een forse gevangenisstraf en wel voor een langere duur dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal verdachte een gevangenisstraf van twaalf maanden alsmede een rijontzegging van twee jaar opleggen.