ECLI:NL:RBNNE:2013:3797

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2013
Publicatiedatum
27 juni 2013
Zaaknummer
502230 CV EXPL 11-16078
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van re-integratieverplichtingen en ontslaggrond in het kader van UWV-besluit

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, stond de beoordeling van de re-integratieverplichtingen van gedaagde [B] centraal, in het kader van een UWV-besluit. Eiser [A], vertegenwoordigd door mevrouw mr. A.S. Greveling, had een vordering ingesteld tegen [B], vertegenwoordigd door mevrouw mr. L. Sandberg, met betrekking tot de vraag of [B] tekort was geschoten in haar re-integratieverplichtingen. De rechtbank heeft op 25 juni 2013 uitspraak gedaan na een deskundigenonderzoek dat op 21 januari 2013 was gerapporteerd. De deskundigen, een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige, concludeerden dat er geen passende werkzaamheden voor [A] beschikbaar waren binnen het bedrijf van [B] na 5 mei 2009 en dat een aangepaste stoel geen verbetering zou hebben gebracht in de lichamelijke situatie van [A].

De kantonrechter oordeelde dat [A] gedurende de relevante periode om medische redenen ongeschikt was om zijn eigen werk te verrichten en dat [B] niet tekort was geschoten in haar re-integratieverplichtingen. De rechtbank wees de vordering van [A] af, maar compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De kosten van de deskundigen werden voor rekening van [B] gelaten. Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de rechtbank de relevante feiten en overwegingen zorgvuldig had afgewogen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Winschoten
Zaak/rolnummer: 502230 CV EXPL 11-16078
Vonnis van 25 juni 2013
inzake

[naam],

wonende te [woonplaats],
eiser, hierna [A] te noemen,
gemachtigde: mevrouw mr. A.S. Greveling, jurist bij FNV Bondgenoten te Groningen (Postbus 11047, 9700 CA),
tegen

de besloten vennootschap [naam] B.V.,

gevestigd en kantoorhoudend te [adres],
gedaagde, hierna [B] te noemen,
gemachtigde: mevrouw mr. L. Sandberg, advocaat te Groningen (Postbus 723, 9700 AS).

PROCESGANG

1.
Na het tussenvonnis van 14 augustus 2012 hebben de deskundigen op 21 januari 2013 gerapporteerd. Beide partijen hebben daarop ieder twee aktes genomen. Daarna
is (opnieuw) vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum samen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
Het bestuur van deze rechtbank heeft bij besluit van 27 maart 2013 de behandeling van de zaken van de locatie Winschoten verplaatst naar de locatie Groningen, met het adres Guyotplein 1, 9712 NX Groningen. Winschoten blijft onderdeel van de Rechtbank Noord-Nederland, totdat de minister van Veiligheid en Justitie het besluit heeft genomen die locatie formeel te sluiten. De uitspraak in deze zaak vindt daarom te Groningen plaats.

OVERWEGINGEN

De (verdere) beoordeling van het geschil
2.
Het deskundigenonderzoek is gedaan door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Deze hebben kennis genomen van het procesdossier en alle over [A] bij het UWV aanwezige stukken. De deskundigen hebben gesproken met [A] en [naam] van [B]. Ook hebben de deskundigen het bedrijf van [B] en de werkplekken daar van [A] bekeken. Er is door de deskundigen een rit gemaakt met een vrachtwagen met [A] als bestuurder.
3.
De deskundigen komen tot de conclusie:
- dat een aangepaste stoel geen verbetering zou hebben gebracht in de lichamelijke situatie van [A], en,
- dat binnen het bedrijf geen passende werkzaamheden voorhanden zijn geweest na 5 mei 2009.
4.
De kantonrechter is van oordeel dat beide conclusies, die elkaar versterken, leiden tot het navolgende. [A] is voortdurend wegens een medische reden ongeschikt geweest om zijn eigen werk te verrichten. Een aangepaste stoel in een vrachtwagen zou daar geen verbetering in hebben aangebracht. Ander geschikt werk bij [B] is er voor [A] niet geweest. [B] is dan ook niet tekort geschoten in haar re-integratieverplichtingen. De door de UWV aanvaarde ontslaggrond is in deze procedure komen vast te staan.
5.
De steek die [B] heeft laten vallen is dat zij niet meteen de aangepaste stoel heeft geplaatst en de bejegening van [A] tijdens het gesprek van 15 september 2009. Dat zij die steek heeft laten vallen maakt het ontslag echter niet kennelijk onredelijk. Daarbij dient bedacht te worden dat partijen het debat hebben gevoerd over het (ten onrechte) niet plaatsen van de stoel omdat die een verbetering zou hebben teweeggebracht en over de al of niet aanwezigheid van ander geschikt werk. Dat debat heeft [A] verloren.
6.
De slotsom is dat de vordering van [A] zal worden afgewezen. Omdat de procedure onder meer is gevoerd vanwege de onzekerheid die is ontstaan omdat [B] niet meteen de aangepaste stoel heeft geplaatst, zal de kantonrechter iedere partij de eigen proceskosten laten dragen en de kosten van de deskundigen voor rekening van [B] laten.

B E S L I S S I N G

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
compenseert de proceskosten zo, dat iedere partij de aan eigen kant gevallen kosten draagt;
verstaat dat de kosten van de deskundigen voor rekening van [B] blijven.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 25 juni 2013 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
coll.:
typ: RTjT