In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren in 1985 en wonende in Steenwijk, is beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een slachtoffer, geboren in 1997, in de periode van 16 februari 2010 tot en met 19 oktober 2011 in Meppel. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, waarbij de verdachte zijn penis en/of tong in de mond van het slachtoffer heeft gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gepleegde feit een ernstig delict betreft, dat in de regel leidt tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een verstandelijke beperking. Dit heeft geleid tot de beslissing om af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De officier van justitie, mr. G. Wilbrink, had een werkstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 3 jaren geëist. De rechtbank heeft deze eis overgenomen en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. De rechtbank heeft de verdachte ook strafbaar verklaard op basis van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht, dat ontuchtige handelingen met minderjarigen bestraft. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.