ECLI:NL:RBNNE:2013:4408

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 juli 2013
Publicatiedatum
18 juli 2013
Zaaknummer
13/478
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake WOB-verzoek gemeente Tynaarlo

Op 18 juli 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker uit Assen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo. De zaak betreft een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) waarbij de verzoeker alle documenten in een bepaalde zaak wilde inzien. Het college had op 23 april 2013 een besluit genomen waarin het verzoek gedeeltelijk werd toegewezen, maar voor een aantal stukken werd openbaarmaking geweigerd. Hiertegen heeft de verzoeker bezwaar gemaakt en op 17 juni 2013 verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel er mogelijk sprake is van een spoedeisend belang, de beoordeling van de weigering tot openbaarmaking een nadere beoordeling vereist die niet past binnen de voorlopige voorziening procedure. De voorzieningenrechter heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de belangen van de verzoeker bij onmiddellijke openbaarmaking van de documenten minder zwaar wegen dan de belangen van de gemeente bij het beperken van de openbaarheid.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, zonder het houden van een zitting, en zonder veroordeling van een partij in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Bestuursrecht
locatie Assen
zaaknummer: ASS AWB 13/478

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 juli 2013 in de zaak tussen

[verzoeker], te Assen, verzoeker

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo, verweerder

(gemachtigde: mr. W.R. van der Velde).

Procesverloop

Bij besluit van 23 april 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het verzoek van verzoeker op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om alle documenten in de zaak [zaak] aan hem te verstrekken gedeeltelijk toegewezen en ten aanzien van een aantal stukken besloten dat openbaarmaking daarvan achterwege moet blijven.
Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 5 mei 2013 bezwaar gemaakt. Tevens heeft verzoeker bij brief van 17 juni 2013 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij besluit van 18 juni 2013 heeft verweerder het besluit van 23 april 2013 gewijzigd.
Verweerder heeft stukken ingediend. Met betrekking tot de stukken waarvan openbaarmaking is geweigerd heeft verweerder aangegeven dat daarvan ingevolge artikel 8:29 van de Awb uitsluitend door de voorzieningenrechter kennis genomen kan worden.
Verzoeker heeft desgevraagd de voorzieningenrechter toestemming verleend voor het mede op grondslag van die stukken doen van uitspraak.

Overwegingen

1.
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.
Verzoeker heeft op 17 juni 2009 bij wijze van voorlopige voorziening gevraagd de niet door verweerder openbaar gemaakte documenten in de zaak [zaak] op grond van de Wob openbaar te maken. Hierbij heeft verzoeker aangegeven dat dit verzoek zijn noodzaak vindt in onder meer de actualiteit en het belang van voornoemde zaak. Media en burgers hebben op zo kort mogelijke termijn behoefte en recht op informatie over de zaak, waarbij een onbekend bedrag aan gemeenschapsgeld is gebruikt. De zaak heeft verder in de gemeente Tynaarlo en ver daarbuiten tot opwinding en nieuwsgierigheid geleid. Ook moeten media en burgers zich ervan kunnen vergewissen hoe in deze zaak het beleid van verweerder is geweest. Relevant is wellicht ook dat [naam] in een brief aan verweerder en de gemeenteraad van Tynaarlo te kennen heeft gegeven voor openbaarmaking te zijn.
3.
De voorzieningenrechter overweegt dat, daargelaten de vraag of in het onderhavige geval sprake is van een spoedeisend belang, de beantwoording van de vraag of verweerder op goede gronden openbaarmaking heeft geweigerd, een nadere beoordeling vergt waarvoor de voorlopige voorziening procedure zich niet leent. Het verzoek van verzoeker zal dan ook aan de hand van een belangenafweging worden beoordeeld.
3.1.
In het kader van een belangenafweging overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De voorzieningenrechter is bevoegd een voorlopige voorziening te treffen hangende bezwaar of beroep. In zaken betreffende verzoeken op grond van de Wob als hier aan de orde is bij een toewijzing van de voorziening van voorlopigheid echter geen sprake. Er is immers slechts de keus om de documenten openbaar te maken of deze niet openbaar te maken, waarbij in het eerste geval de gevolgen na een andersluidend oordeel in de bodemprocedure niet zijn terug te draaien. Toewijzing van het schorsingsverzoek zou betekenen dat de aanhangige bezwarenprocedure volstrekt illusoir wordt. Aan de belangen die door verzoeker bij onmiddellijke openbaarmaking van de stukken zijn benoemd komen gelet hierop naar het oordeel van de voorzieningenrechter een minder groot gewicht toe dan het belang dat verweerder dient met de beperking van de openbaarheid van de documenten.
4.
De voorzieningenrechter zal het verzoek afwijzen met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb, dat wil zeggen zonder het houden van een zitting. Er is geen grond voor veroordeling van een partij in de proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspaak is gedaan door mr. J.L. Boxum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.T. Hofman als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2013.
De griffier, De voorzieningenrechter

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Afschrift verzonden op: