Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[… 2]
[… 2]
PROCESVERLOOP
[A. 1]en verzoekt vaststelling van een omgangsregeling en een informatie- en consultatieplicht met betrekking tot dit kind.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de man, die zich als biologische vader van de minderjarige [A. 2] beschouwt, verzocht om omgang met het kind en om een informatie- en consultatieplicht voor de vrouw. De vrouw ontkent echter het vaderschap van de man en heeft geweigerd mee te werken aan een door de rechtbank bevolen DNA-onderzoek. De rechtbank heeft op 29 januari 2013 een deskundigenonderzoek gelast, maar de vrouw heeft haar medewerking daaraan geweigerd. De rechtbank heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken, omdat hij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een nauwe persoonlijke relatie, oftewel 'family life', zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank overweegt dat het enkele biologische verwantschap niet voldoende is om het bestaan van 'family life' aan te nemen. De man heeft geen bewijs geleverd van zijn stellingen over de relatie met de vrouw en zijn betrokkenheid bij het kind. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van het DNA-onderzoek voor rekening van de Rijkskas komen, gezien de omstandigheden van de zaak. De beschikking is gegeven op 23 juli 2013 en partijen kunnen in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.